Indonesië brandt. Wat kunnen wij doen om te blussen?
In Zuidoost-Azië branden maandelijks duizenden hectares natuur af. Het milieu, de lokale bevolking en de buurlanden blijven niet ongemoeid. Welke impact hebben deze branden en wat zijn de gevolgen van de groeiende vraag naar palmolie?
LENNARD DE GRAEVE . 16 DECEMBER 2015
De branden in Indonesië verstikken al maandenlang het land. Er komt steeds meer protest tegen palmolieplantages en het afbranden van kwetsbare veengronden. Het land maakt de lastige balans tussen economische vooruitgang en duurzame ontwikkeling.
De Europese Unie draagt als consument van palmolie bij tot de ontginning in het land. Anouk van Baalen van de Nederlandse milieuorganisatie Milieudefensie schetst de problematiek die onze palmolieconsumptie met zich meebrengt: ‘Het is moeilijk als consument palmolie te vermijden; het wordt gebruikt in veel levensmiddelen, maar ook in biobrandstoffen. Daarnaast investeren Europese banken veel geld in palmolieplantages. Ondanks het feit dat sommige banken en ook palmoliebedrijven duurzaamheidseisen hebben opgenomen in hun beleid, blijft de praktijk grimmig.’
De wereldwijde vraag naar palmolie blijft groeien, de olie is nu eenmaal de meest rendabele die er bestaat. De onopgeleide plattelandsbevolking pleegt roofbouw door gebruik te maken van brandlandbouw of ‘slash and burn’, en de branden nemen soms grote proporties aan. De zwaarst getroffen gebieden zijn de eilanden Sumatra en Borneo.
Lees verder bij MO