Geen vakantie op kosten van de staat

Geen vakantie op kosten van de staat
José Mast | Gepubliceerd: 27-07-2016


Een 73-jarige man met een oorlogstrauma wil een reis maken naar zijn geboorteland Indonesië, om zich te herenigen met zijn ­familie. Met een doktersverklaring in de hand vraagt hij hiervoor een vergoeding aan op grond van de Wet uitkering burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Maar dat blijkt nog niet zo makkelijk.


Al sinds 1995 is de man erkend als burger-oorlogsslachtoffer en krijgt hij bepaalde voorzieningen wegens psychische invaliditeit. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een maandelijkse belastingvrije toeslag of periodieke uitkering en een bijdrage in de kosten voor huishoudelijke hulp of vervoer. Ook een extra vakantie kan onder bepaalde voorwaarden worden vergoed. De Sociale Verzekeringsbank (SVB), die de Wubo uitvoert, vindt echter dat het gaat om een gewone vakantie, die de man net als ieder ander zelf zal moeten betalen. De man is het er niet mee eens en gaat in beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

Dubieuze doktersverklaring
De Raad gaat na of er een medische noodzaak is voor een vakantie of rustperiode op basis van een doktersverklaring, een voorwaarde die in de beleidsregels is opgenomen. Bij 70-plussers hoeft die medische noodzaak niet rechtstreeks voort te vloeien uit oorlogservaringen. Blijvende gezondheidsschade die te maken heeft met oorlogsgeweld volstaat.

Verklaring van kno-arts
De 73-jarige man heeft een verklaring van zijn kno-arts, waarin staat dat een reis naar zijn geboorteland zijn psychisch lijden zou kunnen verlichten. Hij rekent dan ook op begrip van de Raad. De Raad heeft echter vooral ­begrip voor de SVB. Psychische problemen zijn immers niet het expertisegebied van de kno-arts en voor de kno-problemen is van de te ondernemen reis geen heilzaamheid te verwachten. De Raad veegt de verklaring van de arts dan ook al snel van tafel.

Therapeutische reis
“Het is heel lastig een vergoeding voor een extra vakantie voor elkaar te krijgen”, zegt mr. J.C.M. van Berkel, advocaat gespecialiseerd in het recht voor oorlogsgetroffenen. “De medische dienst van de SVB moet de medische noodzaak vaststellen. Een reis naar Indonesië in het kader van een therapie wordt nog weleens vergoed.”

Tegemoetkoming
Een groot aantal burger-oorlogsslachtoffers ontvangt standaard een tegemoetkoming voor Deelname aan het Maatschappelijk Verkeer (DMV) ter hoogte van €126,60 per maand. Deze tegemoetkoming is bedoeld voor het onderhouden van sociale contacten en vrijetijdsbesteding, dus ook voor vakantie. Wie duurdere wensen heeft, moet het verschil zelf bijpassen.

Bron(nen): Plus Magazine


PlusOnline