Moluks geweld valt niet goed te praten
OPINIE
Trouw– 8:22, 13 juni 2017
COMMENTAAR Bij de herdenking van de beëindiging van de treinkaping bij De Punt, afgelopen zondag veertig jaar geleden, zei president John Wattilete van de zelfverklaarde Republiek der Zuid-Molukken, dat de Nederlandse staat met ‘grof geweld een einde had gemaakt aan de jonge levens van onze helden’. Zes van de negen kapers en twee passagiers kwamen om het leven.
Hij suggereerde daarmee dat de gewelddadige bevrijding van de ruim vijftig gijzelaars onnodig dan wel onrechtmatig is geweest. De rechtbank kwam overigens recent tot de conclusie dat dit laatste zeker niet het geval was, wel dat er meer onderzoek naar de bevrijdingsactie nodig is.
Vanuit het Molukse perspectief is het wellicht begrijpelijk dat de kapers als helden worden gezien. Zij radicaliseerden uit frustratie over wat zij beschouwen als niet nagekomen beloften van de Nederlandse staat om een onafhankelijke Molukse republiek op te richten en de beroerde behandeling van Molukkers in Nederland. Dit praat echter het gewelddadige terrorisme van de kapers niet goed. Negentien dagen lang werden onschuldige treinpassagiers gegijzeld, velen hebben er lang over gedaan deze verschrikkelijke gebeurtenissen te verwerken of zijn er nooit overheen gekomen. Tegelijkertijd werden in Bovensmilde 105 leerlingen en vijf docenten gegijzeld in een school. Ook daar werd geweld gebruikt om ze te bevrijden.
Gevolg of bewust?
In dit perspectief is het wrang te constateren dat de aandacht nu voornamelijk uitgaat naar hoe twee van de treinkapers zijn omgekomen: als gevolg van de bevrijdingsactie of bewust geëxecuteerd terwijl ze onschuldig op de grond lagen? Op zichzelf is het belangrijk dat advocate Liesbeth Zegveld, namens nabestaanden van de twee, de waarheid boven tafel probeert te krijgen. Het wringt wel dat daaraan een eis tot smartengeld is gekoppeld.
Het toegepaste geweld door de mariniers kan niet los worden gezien van het uiterst gewelddadige terrorisme van de Molukse jongeren in die periode. Bij een treinkaping twee jaar daarvoor, bij Wijster, werd de treinmachinist doodgeschoten en twee passagiers geëxecuteerd. Ook bij andere acties – bezettingen van het Indonesische consulaat en de ambtswoning van de Indonesische ambassadeur – vielen doden. Een jaar na De Punt werd tijdens een bezetting in het provinciehuis in Assen een ambtenaar doodgeschoten en bij de bevrijdingsactie een dag later een gedeputeerde dodelijk verwond.
De behandeling van Molukkers van staatswege is een schandvlek in de naoorlogse geschiedenis van Nederland. Maar dat kan het extreme geweld van Molukse jongeren nooit rechtvaardigen, ook niet veertig jaar na De Punt.
De mening van de krant (Trouw), verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.