Interview PvdA-Kamerlid Mei Li Vos
‘Ik ben een makkelijk doelwit’Mei Li Vos kwam in 2007 als jong en brutaal politica de kamer in. Nu vecht ze voor haar zetel.
Door Jonathan Witteman en Lise Witteman
Mei Li Vos: 'Mijn grootste angst is dom gevonden te worden.
Foto van internetMei Li Vios is trots. Haar lowbudgetcampagnefilmpje – kosten: 294 euro – is inmiddels al bijna vijftigduizend keer bekeken op YouTube. Alleen de verkiezingsspot van Rita Verdonk, de onbedoelde culthit van deze campagne, scoort hoger.
Het filmpje van Vos (40) is een zonnige hommage aan de beroemde spot van Hans van Mierlo (D66) uit 1966. Mei Li Vos loopt langs de Amsterdamse grachten, gehuld in een paarse zomerjurk en witte jas. Nina Simone zingt
I wish I knew how it would feel to be free. Vos strijkt neer in een yupperig koffiezaakje en begint op haar witte Mac te tikken. Even later pakt ze de fiets, doet haar iPod-oortjes in, en zwiert het beeld uit. De ochtendrituelen van een politica die 16 duizend voorkeursstemmen moet halen om in de Tweede Kamer te blijven.
Je partij heeft je op een schier onverkiesbare plaats gezet. Voelt dat niet ondankbaar?“Ik vond het vreemd. Dat vonden ook de meeste collega’s. Ik heb daar een avond flink van gebaald. Maar toen dacht ik: potdomme, ik zal ze krijgen ook. Ik voer nu een persoonlijke campagne, om zoveel mogelijk zwevende kiezers via mij naar de PvdA te krijgen. De vorige keer heb ik niet eens campagne gevoerd. Wist ik veel, ik was wat dat betreft nog zo groen. De doos met PvdA-flyers met mijn naam erop had ik bij het oud papier gezet.”
Word je als groentje minder snel serieus genomen in de Kamer?“Als een jong Kamerlid een fout maakt, dan is de reactie: zie je wel, dat komt doordat-ie jong is. Terwijl ik toch genoeg oudere mensen fouten zie maken. Niemand is een geboren politicus. Elk nieuw Kamerlid staat de eerste maanden echt te kijken: wow, wat is dit? Bij GroenLinks is het adagium: je moet als beginneling eerst een paar keer ontzettend op je bek gaan. En zo is het ook.
In mijn eerste jaar als Kamerlid kwam ik met een analyse wat er allemaal mis was met de arbeidsmarkt, de pensioenen, de huizenmarkt. Kortom: alle onderwerpen waar nu de campagne om draait. In de fractie zei men: Mei Li, je hebt hartstikke gelijk, maar misschien is het nu even niet handig om dat hardop te schreeuwen. Onderdeel van politicus worden is ook: weten wanneer je dingen moet doen. Het tempo aanvoelen.”
Geduld. Fractiediscipline. Het waren niet de meest gebruikte woorden in haar vocabulaire toen Wouter Bos haar vier jaar geleden bij de partij haalde. Bos zag in de mede-oprichtster van het Alternatief voor Vakbond een jonge, mondige vrouw met bravoure en ideeën te over.
Haar vrienden hadden haar de PvdA nog afgeraden. Het keurslijf van de partij was niets voor haar. Een siervis in een te krap aquarium. Vriend en vijand noemen haar een intelligent politica. Maar wel een met het imago van een flapuit.
“Toen Wilders begon over die kopvoddentaks, moest ik echt even naar buiten om te schreeuwen van kwaadheid. Ik wilde mijn vestje om mijn hoofd binden als kopvod en zo terug de Kamer ingaan. Gelukkig hebben een paar collega’s mij tegengehouden. Een beetje boosheid is soms wel goed, maar als je jezelf te veel laat gaan, word je niet meer serieus genomen.”
Op het hoogtepunt van de DSB-affaire zei je: die Lakeman had gewoon zijn kop moeten houden. Was dat handig?“Daar sta ik nog steeds helemaal achter. Als Lakeman zijn kop had gehouden, dan was er meer tijd geweest om DSB te redden. Wouter Bos belde me op en zei: je hebt helemaal gelijk. Maar in de kandidaatstellingscommissie vroeg men zich af of ik niet te grof was geweest. Is dat grof? Had ik dan ‘hoofd’ moeten zeggen in plaats van ‘kop’? Misschien heeft dat meegespeeld bij mijn plaats op de lijst.
Een paar weken geleden zei een collega anoniem tegen NRC: Mei Li komt op 38 omdat ze alleen in spelletjesprogramma’s optreedt. Toen dacht ik: wat ben je toch een laffe lul dat je dat anoniem vertelt. Het is A laf, en B: iedereen in de fractie weet dat ik totaal niet dom ben.
Ik ben de enige in de fractie die binnen een halve dag weet hoe een totaal nieuw onderwerp in elkaar steekt. Mensen zeggen wel eens dat ik een makkelijk doelwit ben. Ik denk dat mensen eraan moeten wennen dat er vrouwen in de Kamer rondlopen, zoals ik of Sabine Uitslag, die er leuk uitzien en hakken dragen.”
Worstel je daarmee?“Er wordt veel over mij gezegd. Alles wat positief is, vind ik leuk. Het meest egostrelende is: wat is dat Kamerlid slim. Mijn grootste angst is dom gevonden te worden. Ik weet dat ik het imago heb van een springerig meisje. Dat is een fact of life. Ik kan er ook niets aan veranderen dat ik 1 meter 60 ben. Wat moet ik doen? Broekpakken aantrekken, mijn stem verlagen?
Mensen die mij kennen weten dat ik niet dom ben. Ik ben gepromoveerd, eigenlijk ben ik doctor Vos. In het begin had ik daar vreselijk veel moeite mee. Ik dacht: dat is niet zo! En wat vreselijk dat jij dat van mij vindt! Ik kon uitgebreid hele verhalen typen aan mensen die gewoon bang en boos waren. Maar als iemand nu zegt: wat ben jij een dom wijf, dan heb ik niet meer de neiging terug te zeggen: wat ben jij een domme eikel. Als je je alle meningen gaat aantrekken blijft er niets meer van je over.”
En toch wil je in de politiek blijven?“Ik denk dat ik wel in een gat zal vallen als ik niet meer in de Kamer zou komen. Ik ben dag en nacht met politiek bezig. Ik droom ervan, het is niet uit mijn hoofd te zetten.
Laatst ging ik met vriendinnen wat drinken en zat ik hen glazig aan te staren: ‘Wat ontzettend leuk zeg, dat kind van je…’ Maar ondertussen dwalen mijn gedachten toch weer af richting Den Haag. Het chaotische en wilde van het Kamerlid zijn zou ik voor geen goud willen missen.”
De Volkskrant
08-06-2010