Indonesië
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Indonesië

Informatie- en nieuwsforum over Indonesië en Nederlands-Indië
 
IndexLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie

Ga naar beneden 
AuteurBericht
wu

wu


Aantal berichten : 6613
Registratiedatum : 08-12-08

Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Empty
BerichtOnderwerp: Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie   Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Icon_minitimema 10 dec 2012 - 10:06


Kerken verdeeld over Indonesische kwestie

07-12-2012 18:24 | Van een medewerker


Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie 12_ker10 Met vrachtwagens werden gevangen soldaten van de Tentara Nasional Indonesia (TNI) weggebracht tijdens een van de politionele acties. De reacties binnen protestants-christelijke kring op het Nederlandse beleid liepen sterk uiteen. Foto ANP


UTRECHT – Tot op het bot verdeeld. Dat waren Nederlandse christenen halverwege de vorige eeuw over de zogeheten Indonesische kwestie. Dr. Hans van der Wal beschreef die kwestie vanuit het perspectief van een toonaangevende groep zendelingen.

Zijn studie werd gisteren in Utrecht gepresenteerd tijdens een bijeenkomst over de Nederlandse kerken en het Indonesische verzelfstandigingsproces in de jaren 1945-1949, georganiseerd door het Centrum IIMO (Interculturele Theologie, Interreligieuze Dialoog, Missiologie, Oecumenica) van het departement religiewetenschappen en theologie van de Universiteit Utrecht. Vier sprekers belichtten de strijd om vrijheid van de Nederlandse koloniale overheersing van verschillende kanten, met bijzondere aandacht voor de rol van de kerken erin.


Dr. Van der Wal, emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland en voormalig zendeling in Zuidoost-Celebes en West-Java, gaf een inkijkje in zijn boek ”Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie” (uitg. Boekencentrum). Hij deed dat aan de hand van de figuur van Ulrich van Beyma, zendingsconsul in Jakarta.

Beyma bevond zich in een spanningsveld tussen de publieke opinie in Nederland, die vaak wilde vasthouden aan Nederlandse invloed in Indonesië, en de plaatselijke Nederlandse zendelingen, die vaak sympathie hadden voor het Indonesische vrijheidsstreven. De laatsten vroegen aandacht voor het goed recht van de Indonesiërs om zelf hun toekomst vorm te geven, en pleitten voor een vreedzame oplossing van het conflict.

Beyma had in de Tweede Wereldoorlog in het verzet gezeten en was onder invloed van onder anderen de Zwitserse theoloog Karl Barth kritisch geworden op de gedachte dat de Nederlandse voogdij over Indonesië door God gegeven was. Die gedachte was invloedrijk in de gereformeerde zuil en werd in de politiek uitgedragen door de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), die dan ook instemde met militair ingrijpen in Indonesië.

Dr. Van der Wal: „Beyma kon en mocht echter naar zijn overtuiging niet de weg van de politionele acties gaan. Hij verweet het kerkbestuur dat het te veel luisterde naar de publieke opinie en te weinig uitsprak wat om Christus’ wil gezegd zou moeten worden.


Dr. Alle Hoekema, emeritus docent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, ging in zijn bijdrage dieper in op het denken aan het thuisfront, aan de hand van de berichtgeving over Indonesië in protestantse kerkbladen zoals het Gereformeerd Weekblad. „Vooral een principiële theologische kwestie speelde voortdurend een rol: de gehoorzaamheid aan de overheid.”

De Indonesische verzetsleider Sukarno ging volgens het Gereformeerd Weekblad lijnrecht in tegen dit belangrijke antirevolutionaire punt. „Aan de gevestigde interpretatie van Romeinen 13 viel niet te tornen.”

Doordat het merendeel van de gereformeerden op deze wijze dacht, kregen linkse stemmen maar weinig gelegenheid om hun positie te verdedigen, aldus Hoekema. De vooraanstaande theoloog J. H. Bavinck probeerde wel nuances aan te brengen, maar dat werd hem niet in dank afgenomen. Volgens Hoekema konden de antirevolutionaire gereformeerden zo „star” zijn, omdat ze geen werkelijke politieke verantwoordelijkheid hadden te dragen. „Ze zaten deze jaren in de Tweede Kamer voortdurend in de oppositie.”


Hoekema onderzocht ook hoe het thema dienstweigering in de kerkbladen aan de orde kwam. Gereformeerden bleken ook hier duidelijke opvattingen over te hebben. „Dienst weigeren om religieuze redenen was volgens hen soms mogelijk, maar niet omdat men het niet met het beleid van de overheid eens was. Gezag is gezag.”

In een derde bijdrage belichtte prof. Karel Steenbrink hoe rooms-katholieken omgingen met Nederlands-Indië. Zij behoorden tot een „groot meerstemmig koor, zonder echte dirigent”, zo stelde de emeritus hoogleraar interculturele theologie vast. Sommigen vonden het kolonialisme een „liberaal protestants project”, maar anderen pleitten ervoor Indonesië nooit op te geven, en verspreidden folders met teksten als: ”Laat onze jongens niet tevergeefs gegaan zijn”. Verder was er vooral zorg over de „zedelijke consequenties” van de expeditie, met het oog op ziekten als syfilis.

Alle Nederlandse aandacht voor de Indonesische kwestie staat in schril contrast met hoe Indonesië zelf zijn geschiedenis verwerkt, zo stelde politiek antropoloog prof. Nico Schulte Nordholt. Er is volgens hem nauwelijks sprake van kritische reflectie door Indonesische historici over de bewuste periode. Een reden is volgens Schulte Nordholt misschien „dat Indonesië er weinig trauma’s aan heeft overgehouden: ze hebben tenslotte gewonnen.”


Ref. Dagblad
Terug naar boven Ga naar beneden
https://indonesie.actieforum.com
wu

wu


Aantal berichten : 6613
Registratiedatum : 08-12-08

Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Empty
BerichtOnderwerp: Re: Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie   Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Icon_minitimema 10 dec 2012 - 10:07


Nederlandse kerken sterk verdeeld over Indiëbeleid

07-12-2012 20:00 | L. Vogelaar



De houding van Nederland tegenover het Indonesische onafhankelijkheidsstreven na de Tweede Wereldoorlog leidde in protestantse kring tot heftige discussies. Oorzaak daarvan was de stellingname van de zendingswerkers in Nederlands-Indië, dwars tegen de hoofdstroom van de Nederlandse kerken in.

Dr. J. van de Wal (1939) werkte van 1968 tot 1977 als hervormd zendingspredikant in dienst van twee Indonesische kerken op Zuidoost-Celebes en West-Java. Hij promoveerde in 2006 op een studie naar ”De Hervormde Kerk en Nieuw-Guinea 1949-1962”. Vanmorgen werd er in Utrecht een symposium gehouden over zijn vervolgstudie naar de vier voorgaande jaren: ”Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie”.


Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) waren de ongeveer 300 Nederlanders die voor een van de protestantse zendingsorganisaties werkten, in kampen geïnterneerd. Ruim een kwart van de zendingsarbeiders en hun echtgenotes kwam om. De kerken functioneerden enkele jaren zonder blanken en dat vergrootte hun zelfbewustzijn. Daarnaast gaf het streven naar nationale onafhankelijkheid een krachtige impuls aan de wens om ook op kerkelijk gebied grotere zelfstandigheid te verwerven.

De kerken, die in het overwegend islamitische Nederlands-Indië een kleine minderheid vormden, hadden het tijdens het Japanse regime niet gemakkelijk, omdat ze verdacht werden van loyaliteit aan de Nederlanders. Die verdenking bleef ook in de maanden daarna bestaan. Tijdens de bersiap, het geweld van jonge Indonesiërs tegen de pas bevrijde Europeanen, waren daarom ook christelijke Indonesiërs doelwit. Het dwong de Indonesische kerken kleur te bekennen. Hoewel veel Indonesiërs de nationale beweging en de islam als natuurlijke bondgenoten zagen, had het nationalistische ideaal ook onder rooms-katholieken en protestanten wortel geschoten.


Breed gedragen

De overlevende zendingswerkers, hoewel lichamelijk verzwakt, wilden graag weer snel aan het werk. Van de republiek die inmiddels was uitgeroepen, hadden ze geen hoge pet op, omdat die inmiddels een gewelddadige uitstraling had gekregen. Volgens dr. Van de Wal waren er eind 1945 maar weinig Nederlanders die beseften dat de proclamatie van de republiek een historische gebeurtenis was en dat de republiek serieus genomen moest worden, omdat het streven naar een eigen natie breed gedragen werd, ook door christenen.

De toonaangevende zendingsmensen in Indië raakten daarvan in 1946 overtuigd. Ze vonden ook dat dit streven niet negatief beoordeeld moest worden. Taalgeleerde H. Kraemer wees erop dat de zending zich niet met een politieke worsteling moest identificeren, maar zich wel diende te „verheugen in alles wat een volk moreel, sociaal en politiek gezond en sterk maakt, wélke consequenties dat ook moge hebben.” Zoals een losraken van het moederland.

Er ontstond een stroom van berichten over moordpartijen, chaos en extremisme, maar de zendingsarbeiders beklemtoonden dat er ook „een rechtmatig streven naar zelfstandigheid” was.


Eerst orde en gezag

Hun gevoelen stond echter haaks op dat van de meeste confessionelen in Nederland. Dat leidde tot verhitte discussies. De politici van de christelijke partijen vonden dat de Indonesische nationalisten in opstand waren gekomen tegen het wettig gezag. De confessionele partijen wilden de eenheid van het koninkrijk gehandhaafd zien en Indië in een weg van geleidelijkheid meer zelfstandigheid geven. „Van Godswege had Nederland de taak gekregen Indonesië op te voeden tot het zijn zelfstandigheid aankon”, vat dr. Van de Wal samen.

Het regeringsbeleid, dat zich richtte op goed overleg met de nieuwe republiek, kwam onder vuur te liggen van vooraanstaande Nederlanders die vonden dat eerst orde en gezag moesten worden hersteld. Prof. dr. F. C. Gerretson (als dichter bekend als Geerten Gossaert) was een van de critici die steeds weer van zich lieten horen. Met name gouverneur-generaal H. J. van Mook moest het ontgelden.


Wrok en haat

De zendingsmensen, van wie de latere hoogleraar J. Verkuyl een van de woordvoerders was, stelden echter dat het nationalisme en de Republiek niet gezien moesten worden „als een zaak van extremistische heethoofden en ontwortelden”, maar als legitiem verzet tegen de „koloniale verhouding.” Hun visie stond overigens haaks op die van de meeste andere Nederlanders die in Indië werkten. De zendingswerkers waren er echter beducht voor dat een onbuigzame houding van Nederland de nationalisten steeds extremer zou maken, „diepe sporen van wrok en haat” zou trekken, de mogelijkheden voor zendingswerk zou tenietdoen en een toekomstige relatie met de Indonesische kerken zou bemoeilijken.

Ds. Verkuyl stelde onomwonden dat de oorzaak van de moeilijk­heden niet gezocht moest worden in de Japanse tijd, maar in de jaren daarvoor, toen gerechtvaardigde verlangens van de Indonesiërs door Nederland werden afgewezen. Nederland had het verlangen naar vrijheid en zelfstandigheid van de Indonesiërs volgens hem onderschat.

Er waren overigens ook Nederlandse predikanten in Indië die een gematigder standpunt innamen. Ze waren ervan overtuigd dat in het geval van dekolonisatie Nederland nog lang de regie zou moeten houden.

In Nederland organiseerden de behoudende krachten zich in het Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid, onder voorzitterschap van oud-premier Gerbrandy.


In ongerechtigheid geboren

Al waren de zendingswerkers voorstander van gesprekken met de republiek, ze maakten zich er wel zorgen over of de Nederlandse regering daarin voldoende op de bres zou blijven staan voor de vrijheid van godsdienst.

Predikanten in Nederland vroegen zich af waar de zendingswerkers mee bezig waren: „De Republiek in bescherming nemen? Een republiek die in ongerechtigheid geboren is? Een republiek die een ernstig gevaar betekent voor het werk van kerk en zending?”

Kraemer daarentegen stelde de vraag waarom de christelijke pers zich nooit afgevraagd had of „onder hooghouding van het gezagsbeginsel” zich mogelijk ook „de onwedergeboren instincten van nationale trots, machtsbegeerte, economische belangen, voortzetting der koloniale verhouding” konden schuilhouden.


Geïsoleerde positie

Doordat er in Indonesië nu twee regimes naast elkaar bestonden, leefden de kerken van die gebieden feitelijk gescheiden van elkaar. Binnen de regio’s ontstond juist meer samenwerking, „temeer daar doctrinaire verschillen niet zo sterk gekoesterd werden als in het moederland en de kerken in vrijwel alle regio’s deel uitmaakten van een godsdienstige minderheid.”

Een deel van het grondgebied van de republiek kwam als gevolg van de twee politionele acties weer in Nederlandse handen. De gang van zaken werd vanuit Batavia bekritiseerd door de hervormde zendingsconsul mr. M. de Niet. Later was hij burgemeester van Wageningen en hield hij zich als PvdA-senator –dr. Van de Wal noemt hem ten onrechte Tweede Kamerlid– opnieuw met de overzeese gebiedsdelen bezig: hij bekritiseerde het Nieuw-Guineabeleid van minister Luns.

De opstelling van de zendingsmensen bracht hen in een geïsoleerde positie, zowel binnen de Nederlandse gemeenschap in Indië als ten opzichte van hun zendende kerken. Tevergeefs wezen ze op de kwalijke gevolgen die de politionele acties volgens hen hadden. De regering beschouwde de acties echter als noodzakelijk.


Effecten

Net als later op Nieuw-Guinea zwichtte Nederland onder internationale druk. Met de erkenning van de Indonesische onafhankelijkheid was een jarenlange strijd ten einde die binnen de kerken een diepgaand meningsverschil had veroorzaakt, waarbij zendingswerkers en thuisfront lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan.

Hoewel de zendingsarbeiders weinig gehoor vonden, ziet dr. Van de Wal toch effecten van hun inzet. Die droeg er volgens hem aan bij dat de Nederlanders in Indonesië niet alle krediet verspeelden en dat de communicatie tussen de Indonesische en de Nederlandse kerken niet werd verbroken. Een ander gevolg kan zijn geweest dat in elk geval de Nederlandse Hervormde Kerk zich enkele jaren later in het Nieuw-Guineadebat wél kritisch over het Nederlandse kolonisatiebeleid uitliet.


”Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie”, dr. Hans van de Wal;
uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2012; ISBN 978 90 239 2653 5; 488 blz.; € 29,90.


Ref. Dagblad
Terug naar boven Ga naar beneden
https://indonesie.actieforum.com
wu

wu


Aantal berichten : 6613
Registratiedatum : 08-12-08

Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Empty
BerichtOnderwerp: Re: Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie   Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Icon_minitimema 10 dec 2012 - 13:59


Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie 12_tot10
Terug naar boven Ga naar beneden
https://indonesie.actieforum.com
Gesponsorde inhoud





Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Empty
BerichtOnderwerp: Re: Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie   Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Tot op het bot verdeeld. Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Nederlandse bouwvallen als Indonesische toeristenbestemming
» Is de Nederlandse en Indonesische geschiedenis te verzoenen?
» Indonesische rechtspraak nog vol Nederlandse wetten
» Grote Indonesische order voor Nederlandse bedrijven
» Nederlandse voetballers rennen voor hun leven in waanzinnig slot Indonesische competitie

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Indonesië :: Berichten :: Boekbesprekingen-
Ga naar: