Sajoer loddeh (kokossoep met groenten)
door Marjoleine de Vos
Indonesisch eten lijkt soms erg ingewikkeld door de lange ingrediëntenlijst. Laat u u daar niet door afschrikken! De kruiden maken deze klassieke sajoer tot een rijke smaakervaring en geven niet veel werk: de meeste ingrediënten bestaan uit kruiden en blaadjes die je er zo bij gooit.
Maak om te beginnen de boemboe: de fijngewreven kruidenmassa van uien, knoflook, peper, trassi en koriander. Zorg dat de andere onderdelen klaarstaan en gesneden zijn, dat kookt veel makkelijker. Dien de sajoer op met een kommetje rijst en eventueel wat Indonesische gehaktballetjes, gekruid met kruidnagel en ketjap.
De sajoer is het lekkerst als ’ie van tevoren gemaakt wordt en even heeft gestaan.
- ½ blok tempé (sojabonenkoek, lijkt op tahoe maar grover en droger)
- 2 ons sperziebonen
- 8 kleine maïskolfjes vers of uit een pot (eigenlijk moet het een blikje bamboescheuten zijn, wie die kan krijgen gebruikt die voor een heel specifieke en karakteristieke smaak)
- ½ spitskool of groene kool
- 3 sjalotten
- 2 teentjes knoflook
- 1 rode peper
- 2 groene pepers
- 1 tl suiker
- 2 tl trassi (garnalenpasta, evt. te vervangen door Thaise vissaus)
- 1 tl korianderzaad
- 2 el olie
- 2 salamblaadjes (bij de toko, evt. weglaten)
- 1 schijfje laos (bij de toko, evt. vervangen door schijfje verse gember)
- 5 djeroek poeroetblaadjes (limoenblaadjes)
- 1 tl tamarindepasta
- ½ l bouillon (evt. van een blokje)
- santen (blok of blik ‘creamed coconut’)
Snijd de kool fijn en zet die opzij. Snijd de tempé in kleine blokjes. Snijd de boontjes in stukjes.
Hak de sjalotten, de knoflook en de pepers grof en doe ze in een vijzel. Stamp ze met de trassi, de suiker en de koriander tot een grove brij.
Verwarm de olie in de pan en bak de kruidenbrij een paar minuten al omscheppend tot ’ie lekker geurt. Doe er de blaadjes bij (djeroek poeroet, salam) en de laos. Roer er ook de tamarindepasta door. Bak de tempéblokjes even mee.
Giet nu de bouillon erop, breng die aan de kook en doe de boontjes in de kruidige bouillon. Laat tien minuten zachtjes koken. Roer er de santen door tot die helemaal is opgelost. Roer er de fijngesneden kool door en laat nog een paar minuten stoven tot de kool zacht is.
nrc.nl
(lees ook de reacties daar...)