Cepek verloor zijn gezin aan het water REPORTAGE, Van onze correspondent Michel Maas
gepubliceerd op 27 maart 2009 17:43, bijgewerkt op 27 maart 2009 17:53
JAKARTA - Door een dambreuk bij Jakarta is een stuwmeer leeggelopen over een woonwijk. Er zijn tientallen doden, onder wie de vrouw en kinderen van Cecep.
Bewoners kijken naar de Situ Gintung-dam die vrijdagochtend brak in het Tangerang-disctict in Jakarta. (EPA) Hij zit vrijdag met een gebroken been voor de Muhammadiyah universiteit van Ciputat, kijkt naar de grond en frummelt met zijn handen. Cecep heeft al vanaf negen uur vanochtend niets gegeten of gedronken, zegt een bezorgde buurvrouw. Tegen de rug van de oude man ligt zijn dochter. Zij verbergt haar gezicht en huilt onophoudelijk. Zij is het enige wat Cecep nog heeft, maar hij lijkt haar aanwezigheid niet eens te voelen.
Cecep (63) had tot vanochtend een huisje, een vrouw en zeven kinderen en kleinkinderen, aan het eind van het straatje dat achter de universiteit naar beneden voert. Nu heeft hij alleen nog zijn dochter. De rest is weg.
De dam boven het dorpje heeft het vannacht begeven, en door een enorm gat is de hele inhoud van het meertje daarboven over het dorp heen gespoeld. Ontwortelde bomen, ingedrukte muren, een verwoeste kleine moskee en verpletterde huizen zijn de getuigen van de kracht waarmee het water hier langs is gedenderd.
Het ging te hard. Het achterhaalde de in paniek vluchtende bewoners, dompelde ze onder en sleurde ze mee. Vrijdagmiddag zijn 54 lichamen geborgen. Een lichaam werd vier kilometer verderop gevonden. Een auto werd honderden meters mee gesleurd en bleef hangen aan de bovengrondse elektriciteitsleidingen.
Vissen
Vier, vijf meter hoog stond het water, toen het om zeven uur vanochtend eindelijk weer langzaam begon te zakken. Het hele meer, waarin de buurtbewoners zo graag zaten te vissen, was toen leeg. Vissen spartelden in de achtergebleven plassen en poeltjes. Terwijl zich beneden een ramp voltrok, grepen boven omwonenden hun kans: zij vulden emmers en plastic zakken met vis, die zij maar hoefden op te rapen.
In de dam gaapt een gat van zeker twintig meter breed. Het water moet eruit gespoten zijn. Mensen vertellen dat zij een enorme knal hoorden toen de dam het begaf. Door een gat van zo’n twintig meter lengte golfde het water eruit.
Behalve met eten is Cepek ook opgehouden met praten. Zijn verhaal, dat er vanochtend nog met horten en stoten uitkwam, wordt nu alleen nog maar doorverteld door de omstanders. Hij zwijgt, en zij vertellen: ‘Zijn vrouw zei: het begint wel héél hard te regenen. Hij zei zoiets als: ‘Ach, het zal wel’, maar toen hij de deur opendeed om te kijken wat er aan de hand was, spoelde het water hem omver. Zijn vrouw en hij werden meegesleurd, hij sloeg zijn armen om haar heen, maar kon haar niet houden. Het water was te sterk.’
De oude man wordt omstuwd door buren, journalisten en ramptoeristen. Ze lopen de reddingwerkers voor de voeten, die tussen het puin en in de modder zoeken naar de 22 nog vermiste slachtoffers.
Herbouwen
De president, Susilo Bambang Yudhoyono, komt langs en belooft de overlevenden dat hij hun huizen zal herbouwen. Zijn vicepresident Jusuf Kalla bidt voor de slachtoffers. Leiders en vertegenwoordigers van politieke partijen komen een voor een langs om sympathie, geld of mooie beloften te brengen. Het is verkiezingstijd, en niemand wil achterblijven.
Reddingswerker Ibnu Hassan kijkt met misprijzen naar het politieke gewoel. ‘Zij zijn verantwoordelijk voor deze ramp’, zegt hij. De autoriteiten wijten de ramp aan de zware regenval van de afgelopen dagen, maar Ibnu zegt dat slecht onderhoud van de oude dam de oorzaak was. ‘Al jaren keek niemand om naar deze dam. Hij werd niet gecontroleerd en niet onderhouden, omdat het provinciebestuur, het stadsbestuur en het stadsdeelbestuur ruzie hadden over de vraag wie daarvoor verantwoordelijk was.’
De mensen in de noodopvang in de universiteit zijn vooral bezig met de lichamen, die een voor een het gebouw uit worden gedragen. Zij worden naar huizen van de familie gebracht, en sommige meteen begraven. Op het hoogste gedeelte van de begraafplaats, waar het water niet kon komen, zijn acht verse graven gedolven. Bij een van de graven zit een man hartverscheurend te huilen. ‘Onze kinderen, nu hebben wij er geen meer’, snikt hij.
In een graf ernaast is net een lichaam neergelaten. Het is te lang, het graf moet groter. Terwijl ruimte wordt gemaakt voor de voeten, roept een imam, die in het graf is afgedaald, Allah aan en Mohammed.
Op een plankje is haastig de naam van de dode geschilderd. A.Fauzi, geboren 1983, gestorven 27-03-09. Een datum die niemand in Cirendeu ooit zal vergeten.
Volkskrant