Herdenking 124 jaar Javaanse Immigratie
09-08- 2014
Simultaan met de Internationale Dag der Inheemse Volken, 9 augustus, valt de ‘Dag der Javaanse Immigratie’. De komst van de eerste Javaanse contractarbeiders, hoofdzakelijk uit Java, Indonesië, 124 jaren geleden kunnen wij gerust een bijzondere historische ontwikkeling van het fenomeen immigratie, assimilatie en acculturatie noemen.
Door het verbod van de slavenhandel in 1808 in Engeland ontstond er een toenemend tekort aan arbeidskrachten op de Surinaamse plantages. Om dit tekort op te vangen en om het arbeidspotentieel voor de plantages te garanderen, werden in eerste instantie op particulier initiatief, en daarna van overheidswege , Javaanse contractarbeiders uit Indonesië gehaald.
De contractarbeid was eigenlijk een vorm van verkapte slavernij. De mensonwaardige behandeling die deze arbeiders kregen was niet anders als die van de slaven. Naast economische gevolgen had de immigratie ook gevolgen op sociaal, cultureel, demografisch en politiek gebied. Een direct gevolg is dat de bevolking van Suriname in aantal groeide en een multicultureel karakter kreeg.
De eerste “Surinaamse Javanen” zetten op 9 augustus 1890 voet op Surinaamse bodem en brachten een rijke cultuur mee: zang, dans, muziek, voedingsgerechten, klederdracht, omgangsnormen en andere traditionele gebruiken. De immigratie heeft een zeer bijzondere bijdrage geleverd aan de vorming van de Surinaamse multiculturele samenleving.
Reeds 124 jaren deel uitmakende van de Surinaamse samenleving, en zeer bekend om haar cultureel erfgoed, voornamelijk het culinair erfgoed en de Djerang Kepang welke de co-existentie van het verleden met het heden toont, is de Surinamer van Javaanse komaf een niet te verwaarlozen deel van de Surinaamse samenleving.
Onder barre omstandigheden hebben deze voorouders zich met ijver en noeste arbeid ingezet om de plantage economie in Suriname overeind te houden, maar door omstandigheden buiten hun invloedssfeer ging deze steeds meer achteruit.
In 1939, met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, kwam er bovendien een einde aan de immigratie uit Indonesië; op dat moment waren er reeds ongeveer 33000 Javanen in Suriname aangevoerd. Velen keerden terug naar hun vaderland, maar diegenen die verkozen zich hier te vestigen vonden hun bestaan voornamelijk in de landbouw.
De Javaanse voorouders hebben zich veel inspanningen getroost en hebben voor hun nazaten de kiem gelegd opdat deze zich sociaal en maatschappelijk zouden kunnen verheffen. Door zich te scholen, toewijding en discipline heeft onze Javaanse landgenoot de stereotype beeldvorming van “apathische brave burger” weten te logenstraffen.
Onze Javaanse broeders en zusters behoren thans tot mondige en actieve deelnemers aan bestuurs- en ontwikkelingsprocessen van ons land. Ook zijn ze prominent aanwezig in het bedrijfsleven, culturele, politieke en religieuze organisaties.
Onlangs mochten we zelfs de eerste Surinaamse hoogleraar van Javaanse afkomst verwelkomen, hetgeen aangeeft dat de Javaanse bevolkingsgroep bewust en gemotiveerd de opwaartse mobiliteit in onze samenleving doormaakt.
Onze Javaanse broeders en zusters zijn door hun lotsverbondenheid met het vergroten van het welvaarts- en welzijnsniveau van Suriname een onlosmakelijk deel van het proces van de Surinaamse natievorming.
Ik wens de hele natie maar in het bijzonder de Javaanse broeders en zusters een zinvolle herdenking van 124 jaar Javaanse immigratie in Suriname toe.
dbsuriname.com