Indonesië, het land van de tegenstellingen
28 augustus 2014
blog: door Sara Hoefnagel (19)
Een maand of twee maanden geleden, vijf uur ’s ochtends, landde het vliegtuig dat een etmaal daarvoor opsteeg in Jakarta (Indonesië) op Nederlandse bodem. Daarmee leek het avontuur tot een einde te zijn gekomen, maar na twee weken lang ondergedompeld te zijn in de Indonesische cultuur en het leven dat zich daar dagelijks op veelal exact dezelfde wijze voltrekt – familie, werk, familie –, was er nog genoeg om over na te denken.
Iedere dag stelden wij ons opnieuw voor, aan die ene vriendelijke manager tot het volgende verlegen, maar vooral nieuwsgierige en giechelende meisje. Veel vragen waren nodig om erachter te komen wat de jongeren in Indonesië dreef, gelukkig maakten of frustreerden. Vooral het krijgen van een daadwerkelijk antwoord op dit laatste vereiste een zeer van Aziatische norm afwijkende benadering. ‘Schone schijn ophouden’ lijkt namelijk uitgevonden in dat prachtige, vruchtbare en bloed verziekend warme land. Het is een houding die veel urgente zaken lijkt te negeren, al creëert het ook een sfeer van gemoedelijkheid en saamhorigheid. We (lees: Indonesiërs) zijn ons er immers allemaal bewust van dat we het vooral niet alleen moeten doen – willen we iets beginnen. Samen ontsnappen we van de bureaucratie, de rompslomp van het politiek systeem dat bruist van corruptie. Wij versus hen, het volk tegen de overheid. Al lijken de bedoelingen in theorie, het wettelijk en formele beleid van de regering, zo gek nog niet, in de praktijk blijkt er sprake van een groot gemis op het gebied van implementatie. Het integreren van stimulerende investeringen op zaken als onderwijs lijkt dan vooral een taak weggelegd voor het volk, maar sociale druk en het gebrek aan opleiding staan de noodzaak van ontwikkeling in de weg. Familie geldt als hoogste goed, maar tegelijkertijd buit menig werkgever de jonge werknemer uit.
Lees verder bij Plan Nederland.