Rijssenaar schrijf op zijn 91e nog boek over strijd in Indië: Het was hij of jijGeplaatst op: 15 juni 2015
Wolterink groeide op in een hervormd arbeidersgezin met zes kinderen. Vader was wever. "Ik was zestien toen de oorlog uitbrak" ©Lenneke Lingmont RIJSSEN - Je kreeg geen kans om te prakizeren. Om negen uur 's morgens is zijn beste kameraad, Egbert Beverdam, begraven. "En om elf uur hadden we de ransel al weer op de rug om het gebied uit te gaan kammen", vertelt Roelf Wolterink. Een bunker met 18 japanse militairen vonden ze en dat werd uitgeschakeld.
Wolterink, inmiddels ere-burger van Rijssen, verzamelde een boek met 475 bladzijden aan gegevens over alle meer dan 200 inwoners van Rijssen die in het voormalige Nederlands-Indië, het tegenwoordige Indonesië, hebben gediend in het Nederlandse leger. Burgemeester Arco Hofland ontvangt vrijdag om 16.00 uur het eerste exemplaat in het Parkgebouw. "In de steden hadden de soldaten een relatief rustig leventje. Maar in de jungle moesten we keihard vechten, werden kameraden gemarteld en gedood."
Wolterink is bijna 92 jaar maar fysiek nog sterk. Op de laatste jaarlijkse reunie, afgelopen dinsdag, van zijn 800 militairen tellende bataljon Friesland verschenen
nog 20 mensen. Misschien is Wolterink zo oud geworden doordat hij van jongs af aan al voor zichzelf moet zorgen. Hij was sergeant in Indie en sliep soms vijf dagen nauwelijks op een lange patrouille door de jungle. "Als onderofficier waak je continu over je mannen. We maakten vaak een kamp en verlieten dat vlak voor de duisternis inviel en trokken dan zo'n 400 meter terug om te overnachten. En dan hoorden we de vijand het terrein beschieten waar we kort daarvoor nog waren. Ze wisten vaak precies waar we zaten." Wolterink kende de klappen van de zweep. "Moet je voorstellen dat je helemaal alleen twee uur op wacht staat in de bush bush waar je continu allerlei vreemde geluiden om je heen in het donker hoort. Sommigen werden er knettergek van en begonnen in het wilde weg te schieten."
Tubantia