Geweld oorlog Indonesië was excessief en structureel
Vanavond op televisie
TV | wo 16 sep 2015 Verslag Bart Hettema
Redactie Channah Durlacher
Het geweld van Nederlandse soldaten, tussen 1945 en 1950 gepleegd tegen Indonesische opstandelingen en de Indonesische bevolking, was excessief en niet incidenteel maar structureel. Soldaten die zich misdroegen en misdaden pleegden, maar ook hun meerderen, werden niet gestraft omdat de overheid de misstanden in de doofpot stopten. Dat is de conclusie van een 800 pagina’s tellend promotie-onderzoek van de Zwitsers-Nederlandse onderzoeker Remy Limpach.
Hij promoveerde gisteren in Bern; zijn onderzoek verschijnt komende lente als boek. Hierin vertelt hij over het gedrag van onze Nederlandse militairen in Nederlands-Indie in de jaren 1945-1950, de tijd van de zogenaamde politionele acties.
De historicus Limpach deed uitgebreid onderzoek in overheidsarchieven, putte persoonlijke brieven, dagboeken en getuigenissen uit.
Volgens Limpachs co-promotor, Peter Romijn van het NIOD, is het voor het eerst dat een historicus met de conclusie komt dat het geweld structureel was tegen de bevolking. Het tot nog toe officiële regeringsstandpunt was dat er sprake was van excessen, uitschieters in geweld: ’het is schering en inslag geweest dat er gemoord en gemarteld werd’, aldus Romijn. Volgens hem zal het onderzoek de bakens in kennis over deze periode van oorlog gaan verzetten.
In 1969 kwam de zogenaamde Excessennota uit. Toenmalig ambtenaar Cees Fasseur moest onderzoeken wat er destijds in Indie gebeurd was aan gewelddadigheden. Hij kwam met een summier lijstje met excessen, gruwelijkheden tegen de bevolking. Aanleiding was een interview in het tv-programma Achter het Nieuws waarin oud militair J.Hueting werd geïnterviewd. Deze voormalig dienstplichtig militair gaf toe dat hij mensen tijdens de onafhankelijkheidsoorlog had gemarteld en vermoord.
Het onderzoek van Limpach wijst nu dus uit dat het moorden en martelen geen uitzonderingen waren maar regel.
In EenVandaag een interview met Peter Romijn, historicus en copromotor van onderzoeker Limpach.
Harke Hibma ging vrijwillig naar Indië en werkte met de kanonnen. Hij ziet niets in nieuw nationaal onderzoek: ’te laat en wat ga je vinden?’ Hij heeft geweld gebruikt maar noemt het niet structureel. Hylke Speerstra, journalist, Fries en schrijver van het boek Op Klompen door de Dessa tekende zijn verhaal en andere verhalen op van Friese boerenjongens die in een wrede oorlog gekatapulteerd werden.
Mensenrechtenadvocate Liesbeth Zegveld is blij met het onderzoek van Limpach. Zij denkt dat ze hiermee sterker staat in haar zaken tegen de Staat om financiële genoegdoening te krijgen voor de weduwen en nabestaanden die slachtoffer werden van Nederlands geweld.
eenvandaag.nl