Indonesië wil weer groot worden op zee
scheepvaart - President Joko Widodo wil van Indonesië een „maritieme natie” maken. Dat zou 530 miljard euro aan investeringen vergen. Aannemers en energiebedrijven hebben er wel oren naar.
12 april 2016
Arman leunt tegen de trap, blaast sigarettenrook in het vrachtruim waar al nauwelijks zuurstof is en begint zijn klaagzang. Terwijl hij de wacht houdt, ligt zijn maat bovenop de vracht — een lading Chinese breedbeeld-tv’s bestemd voor een legerbasis — te slapen. Arman: „Het wordt steeds moeilijker geld te verdienen. Brandstofprijzen stijgen en de boot wordt steeds duurder. En we moeten eindeloos wachten voordat we meekunnen”, klaagt de Ambonees.
Langzaam vaart de Temi de Baai van Ambon uit. De Temi is de boot van Ambon naar Namlea, een havenstadje op het Molukse eiland Buru. Twee tot drie keer per week, afhankelijk van de ondoorgrondelijke dienstregeling. Arman: „De veerboten gaan te weinig en ze zijn te klein. Wij hebben nu twee vrachtwagens aan boord, maar vijf trucks in de haven laten staan. Geen plek. Of we moeten een andere boot nemen die via Seram en Halmahera vaart.” Dat is ongeveer hetzelfde als een container van Groningen naar Rotterdam vervoeren via Kopenhagen.
Zodra het schip vaart maakt, trilt alles: de deuren in hun sponningen, de wieltjes van een lading steekkarretjes in een vrachtwagen, de punten van een partij ijzeren minaretten voor moskeetjes die in een andere truck opgestapeld staan. Op het tussendek hangen passagiers lamlendig op piepkleine stapelbedden. Een kind kotst. Zijn moeder kijkt niet op.
Deplorabele staat
Op de brug belooft de kapitein een rustige overtocht. „Op volle kracht zouden wij er vier uur over doen. Maar dat kost teveel brandstof. Vandaag doen we er een uur of zes uur over”, zegt de kapitein. Hij verhuurt zijn hut – een spartaans kamertje maar met airco – aan de buitenlandse journalist voor 500.000 roepia (30 euro), het zesvoudige van de prijs van een kooi op het tussendek. „Op deze manier houd ik geld over aan mijn werk”, zegt de kapitein. Hoeveel hij verdient? „Per week minder dan ik jou reken”, zegt hij.
De deplorabele staat van de scheepvaart is een doorn in het oog van de regering. Niet alleen is het een teken van zwakte dat een land met meer dan vijftienduizend eilanden, rijke visgronden en onderzeese olie- en gasbronnen niet beter in staat is de wateren te bevaren. Het is een teken van achteruitgang: prekoloniale sultanaten waren handelsnaties met grote vloten.
Belangrijker dan deze teloorgang is de slechte staat van veerdiensten, vrachtschepen en havens die de economische groei remmen. Jaarlijks mist Indonesië een vol procentpunt aan economische groei door de gebrekkige infrastructuur, berekende de Wereldbank.
President Joko Widodo, kortweg ‘Jokowi’, streeft er nu naar om van Indonesië „een maritieme natie” te maken. Jokowi wil veel, zoals:
• investeren in een moderne marinevloot om illegale visserij en piraterij te bestrijden;
• investeren in havens voor containers en betere verwerkingsinstallaties voor olie en gas;
"Van Oord en Boskalis hebben al opdrachten gewonnen om de grote haven van Jakarta uit te breiden"
• scheepswerven, zodat het land zelf moderne schepen bouwt;
• nieuwe tolwegen, bruggen en spoorwegen om het achterland van de havens te ontsluiten;
• nieuwe elektriciteitscentrales die nieuwe bedrijven van stroom voorzien.
In totaal wil Jokowi voor 600 miljard dollar (530 miljard euro) aan investeringen in deze infrastructuur in gang zetten.
Dit soort astronomische bedragen trekt de aandacht van de internationale zakenwereld. Baggeraars, aannemers, ingenieurs, havenbedrijven en energiemaatschappijen wereldwijd zijn geïnteresseerd, ook Nederlandse.
Van Oord en Boskalis hebben al opdrachten gewonnen om Tanjung Priok, de grote haven van Jakarta, uit te breiden. Van Oord diept eveneens de haven van Surabaya, de tweede stad van het land, uit. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft een uitgebreide samenwerkingsovereenkomst met het Indonesische staatshavenbedrijf om te onderzoeken of ze een nieuwe grote haven bij Medan kunnen bouwen op Sumatra, die ooit een concurrent van de haven van Singapore moet worden.
lees verder bij de NRC