Een idealistische voetbaltrainer
07-07-2016 om 7:45 Wout de Jong Sport
Een paar weken is Ronald Lepez - oud-speler van Cambuur en SC Heerenveen - terug in Friesland, de provincie die hij vier jaar geleden samen met vrouw Barbara achterliet om het voetbal in Semarang op het Indonesische eiland Java naar een hoger plan te tillen.
Voorovergebogen en met een paraplu boven zijn hoofd loopt Ronald Lepez samen met zijn vrouw door Leeuwarden. De regen komt met bakken uit de lucht en de paraplu is broodnodig. ’’Ik ben geen regen meer gewend’’, zegt hij lachend. ’’Ik word altijd ziek als ik terug ben in Nederland. Het is hier zo koud. In Indonesië is het elke dag 35 graden.’’
Vier jaar geleden liet hij vijf kinderen achter en zei hij een fulltime baan als docent bij ROC Friese Poort op om zich samen met zijn vrouw te gaan vestigen in Indonesië; het land van zijn ouders. De inmiddels 59-jarige Lepez werd gevraagd om meer structuur aan te brengen in het jeugdvoetbal in Semarang, een stad met ongeveer 1,5 miljoen inwoners op het eiland Java. Na een jaar nadenken maakte hij samen met zijn vrouw Barbara de stap.
Eigen voetbalschool
Inmiddels heeft Lepez een eigen voetbalschool: Terang Bangsa. Hij is hoofdcoach en geeft leiding aan zeven trainers. De school heeft 200 jeugdleden, in de leeftijd variërend van vijf tot zeventien jaar. Zestig spelers hebben een voetbalbeurs en blijven drie tot zes jaar om naast voetbal ook een goede schoolopleiding en gezonde voeding te krijgen. Stapje voor stapje ontwikkelt zijn school zich, maar het is een kleine vlek in een land met 250 miljoen inwoners.
Lepez: ’’De structuur, de organisatie en de corruptie zorgen ervoor dat de Indonesië nooit een groot voetballand zal worden.’’
Er zijn in de Gordel van Smaragd amper goede voetbalvelden, jeugdtrainerscursussen bestaan niet en door de armoede worden scheidsrechters omgekocht. Bovendien maken de meer dan zeventienduizend eilanden het niet gemakkelijk om competities op te zetten. ’’Het is in Nederland al een probleem als er een ploeg van Ameland moet komen, moet je nagaan hoe het daar gaat.’’
Plicht
Toch stort Lepez zich met zijn religieuze stichting Awas Kaki op het verbeteren van het voetbal aldaar. Hij ziet het als zijn plicht. ’’Ik ben geboren in Nederland, maar had ook dat jongetje van vijf uit Indonesië kunnen zijn die graag wilde voetballen en simpelweg de mogelijkheid niet had. Ik ben gelovig en het voetbal heeft mij een hoop mooie dingen gebracht. Ik vind dat je dan iets terug moet doen voor de mensen. Ik wil iets betekenen voor de mensen daar.’’
Hij en zijn vrouw voelen zich thuis in Semarang, Vijf dagen per week wordt er getraind, op dinsdag zelfs twee keer. En dat werpt zijn vruchten af. Er zijn inmiddels al twee spelers opgeroepen voor nationale jeugdselecties.
Zelf droomt de oud-speler van Cambuur en SC Heerenveen - waar hij met zestien jaar de jongste contractspeler ooit was - er van om een speler uit Indonesië onder te brengen in Nederland. ’’En ik heb er nu eentje die dat niveau aan kan.’’
Ronald Lepez veert op als hij praat over de vijftienjarige Deny Singo, aanvoerder van zijn C1-team. ’’Hij kan zo mee in de jeugd van SC Heerenveen en ik denk zelfs dat hij dan een van de beteren is. Helaas is het lastig om iemand van vijftien jaar uit een land van buiten de EU te contracteren. Daar wringt de schoen vaak.’’
Toch wil Lepez die droom niet uit zijn hoofd zetten. ’’De jongens willen allemaal maar een ding en dat is profvoetballer worden, in Europa, bij Manchester United of Barcelona. Ik zeg tegen ze dat ze onder drie voorwaarden prof kunnen worden. Je moet goed kunnen voetballen, de Engelse taal spreken en mentaal sterk zijn. Op mentaal vlak moet je bijvoorbeeld tegen de regen kunnen en het westerse eten. Ze eten daar drie keer per dag rijst, dat kan hier niet.’’
Voetbalheld nodig
Indonesië heeft een voetbalheld nodig, misschien komen de corrupte officials dan een keer tot inkeer, hoopt Lepez. ’’De president van de voetbalbond zit in de gevangenis omdat hij het geld voor bijvoorbeeld velden in eigen zak heeft gestoken, maar vanuit de gevangenis regelt hij nog steeds alles. Er is nog nooit een bekende voetballer uit Indonesië geweest die naam heeft gemaakt in Europa. Als dat gebeurt verandert het misschien, want er is een wonder nodig.’’
Pieter Huistra maakte in zijn functie als technisch directeur van de Indonesische voetbalbond een uitgewerkt plan, maar kreeg vervolgens te horen dat er geen geld was voor de uitvoering ervan. Bovendien wordt er volgens Lepez teveel aan de korte termijn gedacht. Een bondscoach - zoals onder anderen Wim Rijsbergen in het verleden was - moet meteen resultaat halen.
Verbetering zichtbaar
Een meerjarenplan is er niet. ’’Ze willen het nu en die instelling verander je heel traag, maar het gaat wel de goede kant op. Er is verbetering zichtbaar.’’
Talent is genoeg aanwezig in het voetbalgekke land, ziet Lepez. ’’Alleen ze hebben de juiste trainers niet om dat door te ontwikkelen. Als een trainer zegt dat ze tien rondjes moeten lopen dan doen ze dat meteen. Ze vragen niet waarom, maar voeren dat meteen uit.’’
Door zijn jeugdspelers ook als trainer op te leiden, werkt Lepez aan een structurele voetbaltoekomst. Hoe lang hij en zijn vrouw Barbara nog in Indonesië blijven, weet hij nog niet. ’’Misschien wonen we er de rest van ons leven wel, maar de tien jaar maken we wel vol. We willen wat betekenen voor de mensen daar.’’
Zie ook: www.awaskaki.com
Leeuwarder Courant