Marjon 3 augustus 2016
Mount Rinjani is een actieve vulkaan in Indonesië op het eiland Lombok. Jaarlijks wagen vele avonturiers zich aan de zware trektocht naar de top. Het beklimmen van de berg is een hele klus, maar het uitzicht vanaf de top is de moeite meer dan waard. Lees hier hoe je de vulkaan overleefd!
De Rinjani trek
Mount Rinjani, in het Indonesisch Gunung Rinjani genoemd, is de op een na hoogste vulkaan van Indonesië. De top van de vulkaan is 3726 meter hoog en overheerst het landschap van Lombok. In de gigantische krater ligt een helderblauw meer genaamd Segara Anak, wat Kind van de Zee betekent. Dit kratermeer is op sommige plaatsen bijna 200 meter diep. Aan het kratermeer vind je de Mount Barujari vulkaan, de baby van Rinjani. De laatste grote uitbarsting van deze vulkaan was in oktober 2015. Het park werd tijdelijk gesloten en er vlogen een paar weken geen vliegtuigen van en naar Lombok en Bali. Het is niet vreemd dat Hindoes en de inheemse bevolking van Lombok de vulkaan en het kratermeer als heilige plaatsen beschouwen.
Je kunt Mount Rinjani in twee, drie, of vier dagen beklimmen. De tweedaagse trek brengt je naar de top van de vulkaan en weer terug. Als je het kratermeer en de andere kant van de krater ook wilt verkennen, dan kun je een drie- of vierdaagse trek boeken. Je begint dan aan de ene kant van de vulkaan en eindigt aan de andere kant. Je kunt beginnen in het plaatsje Sembalun en eindigen in Senaru, of andersom. Als je in Sembalun begint dan doe je de top eerst en daarna het meer.
Het begin van ons avontuur
Mijn vriend en ik begonnen ons Rinjani avontuur in Gili Trawangan. We boekten de driedaagse trek via ons hostel en werden om zes uur ’s ochtends naar het reisbureau gebracht. De man van het reisbureau regelde de boot van Gili T naar Lombok en in de haven werden we opgehaald met een wit busje. De rit van de haven naar Sembalun duurde ongeveer 2,5 uur. Onderweg stopten we bij het kantoor van het Nationaal Park Rinjani, waar we ons registreerden en onze vrolijke berggids Opi oppikten.
Na een kleine maaltijd in Sembalun maakten we ons klaar voor de zes uur durende trek naar de rand van de krater, waar de basecamp is. De kampeerspullen en het eten en drinken werden naar boven gebracht door de onzichtbare helden van Rinjani, de porters. In de brandende zon wandelden we over de steeds hoger wordende groene heuvels. Op een gegeven moment waren we zo hoog dat we letterlijk door de wolken liepen.
Het was een pittige klim naar de rand. Vasthoudend aan uitstekende boomwortels maakten we onze weg naar de basecamp. Ondanks de waarschuwing op het entreekaartje (if you bring trash and leave it on the mountain, you have contributed to the destruction of the earth) ligt er veel troep in het Nationaal Park. Gelukkig maakt het uitzicht veel goed. Op de kraterrand genoten we van de zonsondergang en een heerlijke Indonesische maaltijd. We namen de nodige foto’s en gingen vroeg naar bed.
Naar de top
Om twee uur ’s nachts werden we gewekt voor de trek naar de top van Rinjani. Bewapend met een klein hoofdlampje, mijn camera, en een liter water, begon ik aan de zwaarste trek die ik tot nu toe heb gedaan. We wandelden door de verschillende kampsites tot we bij een steil pad aankwamen. Hier verandert de harde bruine ondergrond in een zacht pad van kleine grijze steentjes met zo nu en dan een rots om je aan vast te klampen. Bij elke stap die je zet, zak je een halve stap weer terug. Het was pikkedonker en ik kon alleen mijn voeten zien.
Hoe hoger we klommen, hoe kouder het werd. Mijn trui en regenjasje waren niet genoeg om mij warm te houden. Halverwege de route begon mijn lichaam het op te geven. De wind was zo koud dat ik om de paar meter in elkaar zakte. Het idee om de top te halen voor de zonsopgang gaf ik al snel op. Uiteindelijk stortte ik volledig in. Het is vreemd wat uitputting en kou met je doen. Ik kon niet meer bewegen. Ik kon zelfs niet meer denken. Ik hoorde alleen de lieve woordjes van mijn vriend, terwijl de zon langzaam opkwam.
Mijn redding was een onbekende berggids. De vriendelijke vreemdeling zag mij op de grond liggen en gaf mij zonder nadenken zijn dikke, winddichte jas. Zodra ik was opgewarmd, vervolgden we onze weg naar de top. Onderweg kwamen we een paar teamgenoten tegen die ons van nog meer warme kledingstukken voorzagen. Stap voor stap bereikten we dan toch het hoogste punt van Rinjani. Alle zorgen en pijn vielen meteen weg. Het uitzicht vanaf de top is waanzinnig. In het licht zag ik pas hoe buitenaards de vulkaan eruitziet. In de verte konden we de Gili eilanden en Mount Bromo onderscheiden. Het voelde alsof we op de top van de wereld stonden.
De weg naar beneden was een stuk aangenamer dan de weg naar boven. De zachte ondergrond van grijze steentjes werkt als een buffer, terwijl je naar beneden glijdt. Het kost weinig inspanning. Je moet alleen oppassen dat je niet te snel gaat en valt. In de helft van de tijd waren we terug in de basecamp.
Het kratermeer en de warmwaterbronnen
Na een korte pauze en een bananenpannenkoek, begonnen we aan de afdaling naar het kratermeer. Het is een steile route, maar voor het gemak van de klimmer zijn er op sommige stukken traptreden aangelegd (hoe hebben ze die daar ooit gekregen!?). Rond drie uur kwamen we aan bij het kratermeer. Terwijl de porters onze avondmaaltijd bij elkaar visten, namen wij verderop een duik in het frisse water. Vanaf het meer was het een korte wandeling naar de warmwaterbronnen. Na een lange dag klimmen en klauteren is er niets fijner dan bijkomen in het warme, gele water van een van de hotsprings. Het kostte me erg veel moeite om er weer uit te komen. Na de korte spa-sessie wandelden we rond het meer naar onze kampeerplaats aan het water.
Na een lange dag klimmen en klauteren is er niets beter dan bijkomen in een van de warmwaterbronnen in de krater.De warmwaterbronnen in de krater.
De volgende dag moesten we weer omhoog naar de rand van de krater. De spierpijn en blaren maakten het een moeizame klim, maar vergeleken met de trek naar de top was dit kinderspel. Vanaf de kraterrand heb je een mooi uitzicht over het meer, de vulkaan Barujari, en de top van Rinjani. We wierpen een laatste blik en maakten onze weg naar beneden. Tegen het einde van de middag bereikten we Senaru, het eindpunt van ons Rinjani avontuur. Het was een onvergetelijke ervaring en het hoogtepunt van onze Indonesië reis.
Organiseer je eigen avontuur
Het is erg simpel om de Rinjani trek te regelen. Het beklimmen van de vulkaan wordt overal op de Gili eilanden en Lombok gepromoot. Het is zo populair bij reisbureaus dat je bijna zou denken dat het een makkelijke klim is. Wij betaalden 1.500.000 roepia (ongeveer €100) per persoon voor de driedaagse trek, inclusief vervoer, eten, water, porters, en berggids. De groepen bestaan vaak uit 6 tot 8 mensen. Het is gebruikelijk om de porters en je gids aan het einde van de trek wat extra geld toe te stoppen, minstens 100.000 roepie. Deze helden doen deze zware trek wekelijks en met minstens 40 kilo op hun schouders, dus vergeet ze niet te belonen voor hun harde werk. Het is ook mogelijk om de trek vooraf online te boeken. De organisatie is dan waarschijnlijk beter, maar je betaald ook meer.
Bereid je voor
Het is belangrijk dat je je goed voorbereid voor deze trek. Het zou ontzettend jammer zijn als je halverwege moet opgeven omdat je bijvoorbeeld ongemakkelijke schoenen draagt. Zelf had ik de top bijna niet gehaald, omdat mijn jas niet warm genoeg was. Het eerste deel van de trek naar de kraterrand is erg warm. Voor dit stuk hoef je niet meer te dragen dan een T-shirt (bedek je schouders!) en een korte of driekwart broek. De felle Indonesische zon prikt zo door de wolken heen, draag daarom een hoed of pet en smeer je geregeld in met zonnebrand. Er bestaat ook een grote kans dat het gaat regenen, dus vergeet niet om een goede regenjas in te pakken.
De klim van de bergrand naar de top van Rinjani is een stuk kouder. Zorg daarom dat je een warme, winddichte jas draagt, een dikke muts of balaclava, en een paar stevige handschoenen. De handschoenen houden je niet alleen warm, maar bieden tevens bescherming voor je handen op bepaalde stukken wanneer je echt moet klauteren. Je hebt ook een hoofdlampje nodig om te zien waar je loopt tijdens de nachtelijke hike. Je schoenen zijn het meest cruciale onderdeel van je uitrusting. Aangezien ik niet te veel bagage wilde meenemen op vakantie, heb ik de Rinjani trek in simpele Nike sportschoenen gedaan. Tijdens de afdaling kwamen er allemaal steentjes in mijn schoenen, waardoor ik dikke blaren kreeg. Investeer daarom in een paar goede, hoge bergschoenen en neem voor de zekerheid wat blarenpleisters mee.
Foto's bij Reishonger