Verlangen naar de tijd van het vroegere Indië
De onafhankelijkheid van Indonesië zorgde voor de komst van ruim 300.000 Indische Nederlanders. Ze verrijkten de samenleving met hun keuken, leefstijl en muziek, maar verlangen nog altijd naar de tijd van het vroegere Indië. Tempo doeloe met ‘Blue Diamond’ Riem de Wolff en ‘Tante Lien’ Wieteke van Dort.
Tonny van der Mee 15-08-17, 11:45
Haar dochter heet Ramona. Vernoemd naar zijn hit, zegt moeder. Of de man die de naam wereldberoemd maakte met zijn zoetsappige evergreen uit 1960, met háár Ramona op de foto wil. Daar zegt Riem de Wolff (74) van The Blue Diamonds natuurlijk geen nee tegen.
Als Riem over de Tong Tong Fair in Den Haag wandelt, ’s wereld grootste Indische festival, wordt hij volop aangesproken. Hij schudt handen, luistert naar verhalen, poseert voor foto’s en zingt spontaan een liedje, tokkelend op een ukelele. Altijd vriendelijk en bescheiden lachend. Op z’n Indisch. ,,Dit verveelt nooit. Ik heb er altijd genoten en dat doe ik nog steeds.’’
De ene helft van The Blue Diamonds – zijn broer Ruud overleed in 2000 - treedt nog steeds op. De fans willen vaak maar één liedje horen: Ramona. Riem teert bijna zes decennia op het succes van dat ene nummer. ,,We hebben toen iets neergezet waarvan ik me afvraag waarom het nog steeds zo leeft.’’
Tante Lien
Riem is een boegbeeld van de Indische gemeenschap. Net als Wieteke van Dort (74), actrice, zangeres en theatermaakster, die later arriveert. Elk jaar staat Wieteke met een liedjesshow op het festival als haar alter ego ‘Tante Lien’. ,,Ik voel hier een verbondenheid. Het eten, de geur, de mensen. Dat verbindt iedereen met een tropisch verleden, ook Surinamers en Antillianen.’’
De twee voelen zich senang op de Tong Tong Fair (voorheen Pasar Malam Besar), de Indische tentenstad op het Malieveld. Tienduizenden bezoekers genieten van de kleurrijke kraampjes vol Indische kledij, kunst en prullaria, de geur van wierook en eten, en de klanken van oosterse muziek. ,,Het is gezellig en de saamhorigheid is groot’’, zegt Riem. ,,Mijn broer had er niet zoveel mee. Hij vond het gek dat Indo’s opeens met een overdreven Indisch accent gingen praten zodra ze hier binnenkwamen.’’
Lees verder bij het AD