Heeft niets met het boek zelf te maken, maar wel met de atlasvlinder.
Ik zal dat rare gevoel in mijn handen nooit meer vergeten.
Liep op een dag van school naar huis en passeerde een soort ligustrum heg.
Gewoonte getrouw hebben kacungs de neiging om van alles en nog wat aan te raken of te pakken of wat dan ook.
Gedachteloos deed ik mijn vriendjes na tijdens het lopen en gleed met mijn handen langs de bovenkant van de heg.
Nog altijd gedachteloos voelde ik iets in mijn handen tijdens het glijden over de hegbovenkant en deed vliegensvlug mijn hand dicht. Wat van mij is van mij, conform de kacung stijl.
Om dan met een net zo snelle beweging met een kreet van schrik mijn hand open te maken en de inhoud vol afschuw op de grond te mikken.(Afschuw omdat ik er niet op voorbereid was, dat ik zo'n trilgeval in mijn handen zou houden.)
Het bleek een lekkere vette kronkelige ular keket (zo'n grote groene dikke triller) te zijn.
Meneertje(of mevrouwtje) atlasrups mocht wel blij zijn, dacht ik nog achteraf, want voor hetzelfde geld was de rups dus gecaplok door één of andere jalak of wat dan ook, daar boven op die heg.