Dorpen Sumatra bedolven door aardverschuiving

Dorpen Sumatra bedolven door aardverschuiving
Gepubliceerd: 4 oktober 2009 11:53 | Gewijzigd: 4 oktober 2009 11:57
Door onze correspondent

Jakarta, 4 okt. Minstens vier dorpen in de regio Padang Pariaman zijn weggevaagd door aardverschuivingen die veroorzaakt werden door de aardbeving bij het Indonesische eiland Sumatra, afgelopen woensdag. Zo’n 650 dorpelingen zouden zijn bedolven onder de modder.

Dat werd gisteren bekend. Als deze cijfers worden bevestigd, zou het officiële dodental in Sumatra nu rond de 1.300 liggen. De schattingen over hoeveel slachtoffers nog onder het puin liggen, lopen ver uiteen, tot wel 3.000.

De dorpen Jumanak, Pulau Aiya, Lubuk Lawe en Limo Koto Timur bevonden zich op de hellingen van heuvels die door de aardbeving zijn ingestort. De huizen stortten naar beneden en werden bedolven. In Jumanak was een bruiloft aan de gang, met 200 tot 300 gasten. Bijna alle aanwezigen, inclusief de bruid, zijn omgekomen.

Doordat telecommunicatie in het gebied niet mogelijk was en de wegen door de aardverschuivingen zijn geblokkeerd, hebben hulpverleners de dorpen nog nauwelijks bereikt. Bij gebrek aan graafmachines en bulldozers, graven dorpelingen met de hand naar hun naasten.

In Padang, een kuststad met 900.000 mensen, wordt nog steeds gezocht naar slachtoffers onder het puin. Er is steeds minder hoop om overlevenden te vinden. Vrijdag stuurde iemand nog een sms vanuit de puinhopen van het koloniale Hotel Ambacang, een van de plaatsen in de stad waar de meeste slachtoffers vielen. Er zouden nog acht mensen leven onder het puin, volgens de sms, die naar een familielid was gestuurd. Maar ondanks een intensieve zoektocht hebben hulpverleners de overlevenden nog niet kunnen vinden.

Volgens cijfers van het Indonesische Rampenagentschap zijn 84.000 huizen vernietigd. Nog eens 100.000 zijn zwaar beschadigd. Ook zijn 5 bruggen ingestort, veel wegen deels verwoest en 285 scholen vernietigd.

Internationale hulp is inmiddels in het gebied gearriveerd. Australische, Japanse, Zwitserse, Britse en Singaporese teams helpen ter plaatse met het zoeken naar slachtoffers. De Amerikaanse regering heeft 3.3 miljoen dollar aan hulpgelden toegezegd, de Europese Unie 3 miljoen. Rusland en Saoedie Arabië hebben hulpgoederen en zwaar materieel gestuurd.

De elektriciteit in het rampgebied is nog steeds uitgevallen. Voor benzinepompen staan urenlange rijen, omdat men bang is dat de voorraden opraken.

NRC