Postkoloniale bonus voor immigranten uit Indië en Suriname
1 december 2009
“Er was een grote weerstand tegen het idee ‘Ze zijn hier niet geworteld, dat wordt nooit wat!’ Nu gelden de Indische Nederlanders als schoolvoorbeeld van geïntegreerde migranten.” Gert Oostindië, schrijver van het boek ‘Postkoloniaal Nederland’ legde vanavond in het Radio 1 Journaal de link tussen dat wat Geert Wilders de islamisering van Nederland noemt en de komst van Indiërs en Surinamers, mensen uit vroegere kolonies van Nederland.
Verslaggever Karin Alberts ging op bezoek bij Oostindië en vroeg naar de reden waarom er niet moeilijk werd gedaan over de komst van Indische Nederlanders. Volgens Oostindië ligt dat aan de ‘postkoloniale bonus’: “Die mensen hadden het recht om hier te komen en dat werd geaccepteerd.” Bovendien waren zij wel bekend met de Nederlandse taal en cultuur, vertelt Oostindië.
Oostindië wijst erop dat ook meespeelde dat de Surinamers en Indiërs vaak christenen waren. “Religie zette hen niet apart, dat speelde niet: men ging ook relaties aan met witte Nederlanders. Bij moslims ligt dat anders.” Alberts vraagt welke lessen eruit getrokken kunnen worden. “Het idee ‘dat wordt nooit wat’ blijkt niet zo te zijn en daar kunnen we gelukkig over zijn.”
Toch ziet Oostindië een tegenbeweging: tot de jaren ‘90 werd Nederland opener toe naar andere culturen, “minder provinciaals”, dat is na de jaren ‘90 veranderd. Hoe veel commotie en debat er is over de komst van moslims, hoe weinig er aandacht werd besteed aan de komst van Indiërs en Surinamers. Oostindië gelooft niet dat de tegenbeweging door zal zetten. “Nee?!” reageert Alberts verrast. “Nee. Dat is heel eenvoudig: je kunt het wel vervelend vinden dat er bijna één miljoen moslims zijn, maar ze wonen er al, ze gaan niet meer weg. Uiteindelijk is er geen alternatief dan een vorm van samenleven vinden en die wordt ook wel gevonden.”
Fanlog radio1journaal