Bronnen: zie deel 1.
De kleine Boeng vs de "vereuropeeste" Indo.Indo's drongen in de twingste eeuw door als wetenschappers, artsen, ingenieurs, architecten en in de cultures.
Het was in die tijden in het begin nog zeldzaam, maar toch was het mogelijk.
Een der weinige Indo's die het lukte om door te dringen tot de hoge Ned. Indische regionen was o.a. Luitenant Generaal G. J. Berenschot, die vlak voordat Japan Indië binnenviel. om het leven kwam bij een vliegtuigongeluk.
Maar ondanks de invulling van hoge posities, was discriminatie nog niet van de baan, want van 1900 tot 1940 werd nog steeds het ontmoedigingsbeleid gevoerd ten aanzien van huwelijken van Europese mannen met een Indo- of een inheemse vrouw.
En er mag derhalve worden gesteld, dat de regering op deze wijze danig discrimeerde.
Door deze maatregelen voelden de Indo-officieren en - ambtenaren zich in een hoek gedrukt en destemeer deden zij pogingen tot "vereuropesing" en hun eigen Indo achtergrond zo ver weg mogelijk weg te moffelen.
Doordat veel Indonesiers (met name de mannen) nu ook de mogelijkheden hadden zich te ontwikkelen en hogere posities te bekleden, kwam voor de Indo's nu ook uit "die hoek" het gevaar voor hun sociale positie.
In Serang stond de Opleidingsschool voor Inlandsche Ambtenaren.
Immers, de banen die zij normaliter mochten en konden bekleden, werden nu ook door de Indonesier ingevuld en zij werden door genoemde redenen een soort "zwevende" groepering.
Het gevolg hiervan was, dat de "elite"Indo's zich nog europeser trachten te gedragen en de afstand onderling tussen de "kleine boengs" groter werd en onderlinge discriminatie ving onderling dan ook aan.
Extra:
Al sedert de VOC tijden dienden de gemengbloedigen als schrijvers, daar zij secuur waren en mooie handschriften hadden.
(Noot editor: Ik heb persoonlijk enkele bewijsstukken uit begin van de 20ste eeuw. Prachtig en sierlijk en toch duidelijk leesbaar.). Zie foto onder.
Ook later na introductie van de typemachine, vormden vele Indo's de administratieve spil van het ambtenarenwezen en het bedrijfsleven.
Bij menigeen in deze huidige tijden is bekend dat wij midden in een economische crisis zitten en een dergelijke crisis heerste ook wereldwijd in de jaren 30 van de vorige eeuw.
Nederlands Indië ontkwam daar ook niet, was het natuurlijk de Indische bevolking die het meest getroffen werd. Zij werden massal ontslagen en konden niet, zoals veel Hollanders een enkele ticket per KLM (hetzij met airmiles korting of niet) naar het moederland Nederland boeken en afreizen.
Lichamelijk werk werd door de Hollanders afgewezen en in het begin eveneens door de "elite"Indo's doch lang hield deze laatste groep het niet vol en namen ook zij lichamelijke arbeid aan, zoals bij voorbeeld het werk bij de brandweer wat voorheen uitsluitend door inheemsen werd uitgevoerd en sommige Indo's werden - na een opleiding - kapper.
De reeds eerder genomen initiatieven van het IEV, namelijk gemeenschappen van boeren, vond in deze jaren weer volop plaats en de regering wees enkele gebieden aan waar met de eerste proefkolonies gestart mocht worden en ook Totoks deden aan die projecten mee.
Het IEV had bij voorbeeld de Hollandse boeren kolonie Brasan in 1923 gesticht en de bedoeling was destijds dat deze gemeenschap geheel op eigen krachten zou gaan draaien, maar door diverse omstandigheden mislukte dit project.
Overige projecten mislukten eveneens door gebrek aan aftrek, zwaar te bewerken gronden, moerasachtige omstandigheden en veel last van muskieten.
(Noot editor: Ik heb wederom persoonlijk een bewijsstuk uit die beginjaren waarin een boerengemeenschap door Indo's uit te voeren,aangemoedigd werd. In bijgaande foto is te zien, hoe een nog jonge Indo regeringstoestemming kreeg voor het houden van enkele melkkoeien.)
Zo, dit was het zo'n beetje dan over die Indo's waar ik ook toe behoor.
De foto's hierbij geplaats hebben betrekking op een familie lid van me.
Einde van dit artikel.