Tiger Awards voor Iran, Turkije, Zuid-Korea
Van onze verslaggever Bor Beekman
gepubliceerd op 30 januari 2009 21:46, bijgewerkt op 30 januari 2009 21:51
Rotterdam - De VPRO Tiger Awards, de belangrijkste filmprijzen van het International Film Festival Rotterdam, zijn toegekend aan Be Calm and Count to Seven van de Iraanse filmer Ramtin Lavafipour, Wrong Rosary van de Turk Mahmut Fazil Coskun, en Breathless van de Zuid-Koreaan Yang Ik-June.
De drie winnende films van de 38ste editie van het IFFR werden vrijdagavond bekend gemaakt in de Rotterdamse Schouwburg.
Voor de VPRO Tiger Awards waren veertien films geselecteerd van beginnende filmers. De jury, onder leiding van de Turkse filmmaker en schrijver Yesim Ustapglu (van wie tijdens het festival twee films werden vertoond), roemde de ‘kunstzinnige en filmische inteligentie’ van Be Calm and Count to Seven, een film over een jongentje in een Zuid-Iraans smokkeldorp, dat droomt van een leven als Ronaldinho, de Braziliaanse voetballer.
Wrong Rosary is een film over de liefde tussen de gebedsomroeper van een moskee en diens buurvrouw, de collectante van een christelijke kerk. Volgens de jury een film ontstaan ‘uit een gevoel van urgentie’, die ‘van begin tot eind trouw aan zichzelf blijft’.
De Zuid-Koreaanse winnaar Breathless, over de relatie tussen een gewelddadige gangster en een schoolmeisje, werd gewaardeerd vanwege het ‘krachtig’ acteren en ‘het portretteren van een situatie die zelden voorkomt in de filmkunst’.
De Iraanse film Be Calm and Count to Seven kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van het Rotterdamse Hubert Bals Fonds. De openingsfilm van het festival, The Hungry Ghosts van oud-Soprano acteur Michael Imperioli, viel niet in de prijzen.
De Fipresci-award van de internationale filmpers werd uitgereikt aan de debuutspeelfilm van de Indonesische filmer Edwin. Diens Blind Pig Who Wants To Fly maakte deel uit van de Tiger-competitie. Een even persoonlijke als politieke film, over de positie van etnische Chinezen in Indonesië. ‘Een moedige film’, vond de jury. Ook deze film kwam mede tot stand dankzij het Hubert Bals Fonds.
De KNF-prijs van de Nederlandse filmjournalisten ging naar Tony Manero van de Chileense filmer Pablo Larrain. Volgens de jury ‘een grimmig en subversief verhaal’, verteld met ‘prachtige, ijzingwekkende ironie’. In Tony Manero neemt het hoofdpersonage deel aan een John Travolta-lookalike verkiezing voor televisie, tijdens het regime van Pinochet in de jaren zeventig.
De jongerenjury koos de film die ook de lijst voor de publieksprijs aanvoert; Slumdog Millionaire van Danny Boyle. Die film is vanaf volgende week te zien in de Nederlandse bioscopen.
Volkskrant