Nu nog nachtmerries 15 mrt 2010
Door: Jenny Enzlin
Ridderkerk - Naastenliefde, begrip en respect voor elkaar brengen pas echt vrede is een uitspraak van de nu 84-jarige Coos Ayal die als jong meisje vanaf 1942 3 jaar op Nieuw-Guinea heeft gevochten tegen de Japanse bezetting.
Coos Ayal, de krant die zij vasthoudt toont een foto van haar tussen haar makkers die de strijd overleefden.
Foto: Henk van VeenEen opmerkelijke uitspraak als je bedenkt wat zij heeft moeten doorstaan. Nu nog, vertelt zij in haar Ridderkerkse woning, heeft zij er wel eens nachtmerries van.
"Toen de Japanners landden in de baai van Manokwari, trok ik als 15-jarige met mijn tante en oom, een bestuursambtenaar, en een kleine strijdmacht van 62 man, het binnenland in. Uiteindelijk hebben maar 17 man het oorlogsgeweld overleefd, ik ook, als enige vrouw.
Mijn tante is door de Japanners onthoofd.
Tijdens de guerillastrijd, dwars door de jungle en bergen, moesten we telkens weer verder vluchten, ondertussen voerden we ook aanvallen uit op de Japanse bivaks. Het was lichamelijk zwaar maar ook geestelijk, enkelen van ons zijn letterlijk krankzinnig geworden. Ik heb drie dagen in mijn eentje door het oerwoud gezworven op zoek naar mijn bivak. Om aan zout te komen likten we onze eigen zweetkorsten af. Als het regende vingen we met onze handen het water op om te drinken of we likten bladeren af. Door de honger aten we slangen, hagedissen, slakken en larven. Bloedzuigers kropen langs onze blote voeten. Soms kregen we wat te eten van de Papoeas maar eigenlijk vertrouwden we die niet, zij collaboreerden soms met de Japanners."
Op een gegeven moment was Ayal zo ziek en verzwakt, dat zij niet verder kon. "Ik had alle tropische ziekten tegelijk, dysenterie, malaria, beri-beri en oedeem. Mijn oom kreeg de opdracht mij maar dood te schieten, ik mocht in geen geval levend in handen van de Japanners vallen. Mijn geloof in God en een intens gebed hebben mij gered!" De uiteindelijke redding voor de sterk uitgedunde groep kwam ook van boven, een vliegtuig landde op een afstand van zes dagen lopen van het bivak. Een Papoea leidde hen er naar toe. In Hollandia kon de groep op verhaal komen en na drie maanden ziekenhuis werd Ayal naar het Australische Brisbane getransporteerd waar zij werd ingelijfd bij het Vrouwenkorps en een opleiding kreeg tot infanteriste verpleegster.
de Weekkrant