Dood met open ogen
woensdag 10 maart 2010 17:18
Dulmatin heeft zijn mond open en zijn ogen open. Hij ligt tegen een blauw geverfd kastje aan. Van onder het kastje schijnt een lamp op zijn gezicht.
Waar kijkt hij naar? Waar kijk je naar als de kogels door je heen schieten en het leven door de gaten uit je lijf vertrekt? Wat ziet Dulmatin met zijn open ogen?
Hij is dood, maar dat is voor de Indonesische media geen reden om de foto niet te laten zien. Sterker nog: het is een reden om hem juist wel te laten zien.
Heel erg is dat niet. Dulmatin was een hufter, die onschuldige vakantiegangers op Bali opblies omdat hij vond dat Indonesië niet islamitisch genoeg was. Dit mooie, gezellige land moest een geestelijke woestenij worden als Saudi Arabië of Afghanistan. Een land van Thaliban, tulbanden en gesluierde vrouwen. En als beloning voor die treurnis beloofde hij zichzelf een plaats in de hemel die hij zou mogen delen met 44 of 77 maagden.
Bovendien is er op de foto geen druppel bloed te zien. Het is een nette foto. Het is alsof hij door een vliegtuigraampje naar buiten ligt te kijken. Dat maakt de foto extra onwerkelijk.
Zijn hand zien wij niet, maar later, op een andere foto, zien wij dat hij een primitief soort revolver vasthoudt. Daarmee zou hij op de politiemannen hebben geschoten, die hem vervolgens uit pure zelfverdediging hebben doorzeefd met kogels. Het revolvertje hangt erbij alsof het later tussen zijn dode vingers is gefrummeld.
Heel erg is dat ook niet. Ten minste: niemand in Indonesië heeft het erover.
Niemand heeft het ook over die andere dode die op een andere plek in dezelfde buurt urenlang in de regen naast zijn bromfiets in een steegje ligt. Dat zien wij ook in close-up op de televisie. Op alle netten. Pas woensdag bedenken de televisiemakers dat dit lijk misschien beter onherkenbaar gemaakt kan worden. Deze dode is tè dood, moet iemand in de studio hebben bedacht. Hij is veel doder dan Dulmatin, en ligt in een plas met bloed.
Dat ook hij zonder pardon is doodgeschoten ontgaat iedereen in Indonesië.
Het valt zelfs niemand op dat er überhaupt opvallend weinig terroristen levend in handen van de politie vallen. Alleen de kleintjes overleven hun arrestatie. Alle groten zijn dood.
Natuurlijk heeft de politie gelijk. Voor hetzelfde geld heeft zo’n terrorist een bom op zijn lichaam en blaast hij, als je niet snel genoeg schiet, zichzelf met de politieagenten op.
Maar een andere reden is, dat zij van de terroristen geen helden meer willen maken zoals Amrozi, Mukhlas en Imam Samudra, de plegers van de aanslag op Bali, in 2002. Die hebben jarenlang vanuit de gevangenis hun haat kunnen preken, en in boeken en DVD’s kunnen oproepen tot de ‘Heilige Oorlog’. Toen deze ‘drie van Bali’ uiteindelijk op 9 november 2008 voor het vuurpeloton verschenen waren zij voor veel jonge Indonesiërs de martelaren geworden die zij hadden willen zijn.
Niemand zegt het hardop, maar iedereen weet stiekem dat de politie dat de terroristen gewoon niet meer wil gunnen. Of ze zich verzetten of niet: ze zullen dood. Dat spaart bovendien een hoop papierwerk en gedoe.
Jakarta online/vkblog
Michel Maas