Indonesië en China lijden onder een teveel aan geld

Indonesië en China lijden onder een teveel aan geld
Pieter Klok op 09 april '10, 21:46, bijgewerkt 9 april 2010 21:50

Terwijl Griekenland afstevent op een acuut geldtekort, zijn er ook landen die last hebben van een overschot. Indonesië bijvoorbeeld, een van de Aziatische groeitijgers, lijdt onder een overvloedige toestroom van geld. Indonesische aandelen hebben daardoor hinder van een zogenoemde bubble. Dat verklaarde deze week Perry Warjiyo, een hoge functionaris bij de Indonesische centrale bank.

Nu de economische groei in het Westen achterblijft, brengen investeerders hun geld massaal naar landen als India, Brazilië, China en Indonesië. Door al die gretige buitenlandse beleggers wordt de waarde van aandelen uit die landen naar grote hoogten opgestuwd.

Té grote hoogten, vreest Warjiyo. Het wachten is tot de zeepbel knapt, met alle schadelijke gevolgen vandien. Aandelenmarkten gaan onderuit, kleine beleggers verliezen geld en de economie krijgt een harde klap.

Brazilië is vorig jaar al begonnen met het indammen van de geldinstroom door belasting te heffen op inkomend kapitaal.

China en India zoeken de oplossing vooral bij de binnenlandse kapitaalmarkt. De centrale banken van die landen proberen het creëren van geld aan banden te leggen door banken te dwingen grotere buffers aan te houden. Daarnaast hebben de centrale banken van India en Maleisië de rente verhoogd.

De Chinese economie, alom beschouwd als de locomotief van de wereldeconomie, vertoont al geruime tijd tekenen van oververhitting. Er is zo veel geld in de economie gepompt (in de vorm van bankkredieten, overheidsgeld en buitenlandse investeringen), dat de prijzen van huizen en aandelen hard omhoog zijn gegaan.

Nu dreigen de prijzen van het levensonderhoud die trend te volgen. Inflatie is echter een recept voor sociale onrust en is dus bijzonder ongewenst.

Een manier om de inflatie te lijf te gaan, is een zogenoemde appreciatie van de eigen munt, de remninbi of yuan. Als die meer waard wordt, wordt de import goedkoper en gaan de prijzen omlaag. Tot nu toe verzette China zich fel tegen een appreciatie, omdat het de Chinese export zou schaden. Chinese producten worden daardoor immers relatief duurder.

De Chinese regering lijkt dat nadeel nu op de koop toe te nemen. De verwachting is dat ze binnenkort bekendmaakt dat de yuan weer gedeeltelijk vrij mag zweven ten opzichte van de dollar, met als gevolg dat de waarde ervan zal stijgen.

Volkskrant