In een gebied 5 keer zo groot als Nederland, wat tegenwoordig Java heet in Indonesië, heersten 2 demonen broeders.
Ze waren een tweeling, hadden het beheer over de eilanden die nu Indonesië geheten, maar wat toen bestond uit twee eilanden.
Een eiland bevatte Borneo en Sumatera de rest zoals Celebes en andere eilanden waren een groot eiland. Dat noemen zij dan Jawa.
Dde twee broeder demonen werden de Jawa demonen genoemd.
Beide broes hadden een verschillend karakter, Jaba, de oudste was streng voor zichzelf en erg oplettend, de andere Wawan, was iets minder alert, deze demon hield zich graag bezig met de schoonheden op het eiland die zijn onderdanen waren, hij was ook stiekem verliefd op de vrouw van de vijandige opperdemon op Sumatra.
Het geval wil dat het andere grote eiland werd beheerst door een vijandelijke demonen kring, die allemaal hongerig waren naar een stukje grond. Maar niet alleen waren ze op de loer naar grond gebied, op het grote stuk wat Jawa heette huisden ook nog mooie nimfen, feeën en andere schoonheden.
Het grondgebied wat zij konden beheersen was onder beheer van de opperdemon, de rest van de demonen waren minder machtig.
Honger dus naar grond en bruiden.
Het was de twee broeder demonen lastig om hun aartsvijanden, die graag op een onbewaakt ogenblik bezit willen nemen van het grote stuk grondgebied, van zich af te houden. Ook hadden zij de plicht om de nimfen etc, te beschermen tegen de opdringerige aartsvijanden.
De twee broeders besloten ieder op hun beurt een periode de wacht te houden en daarbij de controle over het eiland, de ene keer Jaba en de andere keer Wawan.
Op een goede dag bedachten de vijandelijke demonen een list en ze organiseerden een feest.
De ere gast was de vrouw van de opperdemon.
Die werd als lokaas gebruikt om de wachthoudende Wawan, als het diens beurt zou zijn, in de val te lokken.
Het feest was in volle gang en Wawan die van de oever van zijn eiland het feest gade sloeg bemerkte al heel gauw de vrouw van zijn dromen. Hij kon zijn ogen niet van haar afhouden en toen sloeg het noodlot toe.
De vijandige demonen lieten haar met een smoes landen op het eiland van Wawan.
Die was verbaasd maar ook heel verrukt, hij wist van de taboes, hij wist dat hij met vuur speelde maar al gauw verkeerde hij in een roes en waren de twee in een liefdesspel verwikkeld.
Wawan gaf zich over aan de bekoorlijkheden van het liefdesspel.
Het duurde de hele nacht door en de volgende nachten ging het ook door, het was Wawans beurt om de wacht te houden, maar hij was moe doodmoe van het liefde bedrijven.
Zo moe dat hij in slaap viel.
Ondertussen is de opperdemon achter de ontrouw van zijn eega gekomen en in zijn boosheid liet hij zijn toorn over Jawa gaan.
Jaba had geen verweer en verloor de controle over zijn eiland, want zijn broertje was zo moe dat hij de hele strijd door sliep en pas wakker werd laat in de middag.
Ondertussen hadden vele vijandige demonen zich meester gemaakt van een stukje grond van JaWa en scheiden hun aanwinst van de grote eiland, daarom bestaat Indonesië nu uit zovele eilandjes.
De arme Jaba verloor dus een groot stuk grondgebied en hield slechts een langgerekt stuk over. Hij was zo boos op het liefdespaar dat hij de vrouw veranderde in een plant
Zijn broer smeekte om vergeving en uit medelijden besloot Jaba dat zij klokslag 4 uur haar vrijheid herkreeg tot middernacht.
In die tijd kon het paar zich weer verenigen.
De plant werd de kembang pukul ampat, en iedere middag om 4 uur ontwaakt de overspelige vrouwdemon en haast zich om zich toonbaar te maken voor Jaba, vandaar dat deze bloem binnen enkele minuten van knop tot volle bloei komt
Als het na vieren langzaam donker wordt en de nacht zich aandient komen de bloemen geuren je tegemoet en hoor je allerlei vogels zingen en insecten geluiden, ten teken dat het weer tijd was voor de romantiek.
De avonden en nachten in Indonesië zijn zwoel en je ademt de romantiek in.
Het inspireert tot dromen en verbeeldingen.
In de nachten zien vele Indonesiërs daarom ook vaan geestverschijningen.
Deze zijn niet altijd goedaardig wat de strijd tussen de demonen gaat heden ten dage nog steeds door.
Deze legende werd verteld door onze baboe die op ons paste.
Volgens haar eigen zeggen was het waar, want zijzelf stamt af van een van die nimfen.
Albert van prehn (ICM moderator 16 april 2010)