Tragiek tussen tropenhelm en trui
16-09-2010 12:45 | L. Vogelaar
AMSTERDAM – Hij draagt de tropenhelm die in Indië zijn ogen dagelijks tegen de felle zon beschermde. En hij draagt een trui, sjaal en handschoenen, want het is koud in Nederland. Wat onzeker kijkt hij de toekomst in. Hij is al op leeftijd, en nu dit. Wat moet het verder worden?
De foto in het Amsterdamse Tropenmuseum geeft het lot van de Molukkers en de Indische Nederlanders treffend weer. Bij duizenden verlieten ze Indonesië nadat het land onafhankelijk werd. Ontheemd, definitiever dan ze dachten en hoopten. Velen zagen hun eilandenrijk, hun thuis, nooit terug.
Het markante gebouw van het Tropenmuseum –onderdeel van het dit jaar honderdjarige Koninklijke Instituut voor de Tropen– huisvest tot 3 oktober een tentoonstelling met werk van de Amerikaanse fotograaf Leonard Freed. Tussen 1958 en 1962 legde hij in een serie foto’s Molukkers en Indische Nederlanders op de gevoelige plaat vast, bij hun aankomst in Nederland en daarna.
Foto’s van de geestelijke bijstand en de medische controle bij de aankomst. Foto’s van een gezinshereniging, van het leven in barakkenkampen, van Indische Nederlanders in inheemse en uitheemse kledij. Het beeld van een ventje dat verdwaasd omhoog staat te kijken, geeft goed weer hoe tal van emigranten en repatrianten zich gevoeld moeten hebben toen ze, vaak tegen wil en dank, in Nederland aankwamen, om er nooit meer weg te gaan.
De werkelijke frustraties, het verdriet, de woede, zijn niet in beeld gebracht. Eerder het tegendeel: ontspannen contacten met de Nederlandse bevolking, vrolijke ogenblikken ook. Treffende momenten: bruine kindertjes die spelen in zoiets wonderlijks als sneeuw, Indische bejaarden die door Nederlandse verzorgsters langs een modderpoel geholpen worden, een Ambonese vrouw die in de Bijbel leest.
Ongewenst
Er waren erbij die in hun Indië niet blijven wilden toen Sukarno de overmacht kreeg. Er waren er die niet blijven kónden: Molukse militairen die als landverraders werden beschouwd omdat ze de Nederlanders hielpen en daarna hun eigen republiekje wilden, en de 40.000 Nederlanders die in 1957 nog in Indonesië woonden en toen tot ongewenste vreemdelingen werden verklaard.
Fotograaf Freed groeide op in een Joods immigrantengezin in New York. Mede door zijn afkomst richtte hij zijn camera met name op mensen die hij in eenzelfde positie veronderstelde.
”Enkele reis Holland”, is de tentoonstelling genoemd. Dat geeft de dramatiek weer van het lot dat de Indiërs trof, en dat alle vluchtelingen treft die huis en haard definitief moeten achterlaten. Het verlangen naar Insulinde bleef vaak. Heimwee dat niet inbeeld te brengen is.
www.tropenmuseum.nl
Ref.Dagblad