Indonesië was geen paradijs of tempo doeloewoensdag 01 september 2010
Mevrouw Van Eijk volgde haar man naar Nederlands-Indië. Een zware tijd. 'Brood met wormen hebben we gegeten.'
Frank Willemse
Hals over kop moest Annie van der Wilt in 1949 trouwen. Haar man, Arie van Eijk kon een mooie baan krijgen als administrateur bij de KLM. Maar wel in Indonesië. Toen nog even een kolonie van Nederland. Met een contract voor 6 jaar op zak gaat het pas getrouwde stel het avontuur tegemoet. Adieu mooie kantoorbaan en Rotterdams stadsleven. Op naar de tropische eilanden of de gordel van smaragd.
Middenin de oorlog is de 23-jarige kantoorjuffrouw Ann verliefd geworden. Maar kans op trouwen en een eigen huis is praktisch nihil met die woningnood. Zes jaar wachten op een bovenwoning was gewoon, vertelt ze. Voor haar en vriend Arie komt een baan bij de KLM als geroepen. Een baan bij Neerlands Nationale Trots maar als zij mee wilde, moest er getrouwd worden. Die eis van de KLM werd goedgemaakt met een onvergetelijke huwelijksreis naar Londen. ,,Gratis vliegen naar Londen. Dat was me toen wat hoor.''
Erna meteen een onverbiddelijk afscheid voor lange tijd van familie en vrienden. Dan per trein, de Lloyd Rapide, naar Marseille reizen waar het vrachtschip wachtte voor de reis naar het Verre Oosten.
KLM-dorpIn Indië was KLM een grote en belangrijke werkgever. Haar man was dagelijks druk op het vliegveld en zij woonde in het KLM-dorp vlakbij Batavia. Daar kreeg zij haar eerste kind, Jan. Met een baboe of kindermeisje, dat ontzettend veel werk uit handen nam, leefde ze in het dorp. Nog steeds krijgt zij een prop in haar keel als ze aan Indonesië terugdenkt. ,,Het was zo'n andere cultuur met andere etiquette. Dorpelingen keken je bijvoorbeeld niet aan. En durfden zeker geen nee te zeggen. Aan de andere kant was het een land met grote paleizen en ambassades, van grote weelde. Eén ontmoeting zal zij nooit meer vergeten. Dat is die met president Soekarno van Indonesië, waar zij op een dag zomaar aan werd voorgesteld.
Toch was die tijd ook een wat zij noemt 'beroerde tijd'. Na de vrijheidsoorlog volgde in Indonesië de tijd van nationalisatie van buitenlandse bedrijven. Ook de KLM die nadien Garuda ging heten. Haar man, die vloeiend Maleis sprak, behield zijn baan en mocht zijn contract tot 1956 uitdienen. Maar wel op andere voorwaarden, slechtere.
Door devaluatie werd het geld maar de helft waard. En levensmiddelen, benzine en bouwmaterialen gingen op de bon. ,,Brood met wormen werd er gegeten omdat er geen goed meel meer voorradig was.'' Voorbij was de tijd van luxe, daarvan was iedereen goed doordrongen. Voorbij de overvloed, zoals bijvoorbeeld de literblikken Blue Band, boter uit Holland, die in grote hoeveelheden werden ingescheept.
Groen als grasHet Nederlandse personeel hokte samen rond het vliegveld bij de hoofdstad Batavia dat Jakarta ging heten. Zij was daar een jonge moeder en zo groen als gras. ,,Gelukkig hadden we een kokkie die de armoede draaglijk maakte en heerlijk kon koken. Het was in de jaren vijftig beslist geen 'tempo doeloe' of paradijs.'' En de KLM betaalde niet veel zodat ze sarcastisch de Kale Lonen Maatschappij werd genoemd. De contracten werden uitgediend en de meeste Hollanders keerden terug naar Nederland.
Ook het echtpaar Van Eijk dat in 1956 naar Nederland terugkeerde per vliegtuig. Haar man kreeg werk op Schiphol bij personeelszaken. Ze vonden een woning in de Haarlemmermeer met leuke mensen als buren. Waar in Indonesië in het KLM-dorp vaak schrijnende gevallen voorkwamen met echtscheidingen of gokken, was het hier keurig zonder roddel of achterklap.
Leren kokenIn Nederland kreeg zij haar tweede kind, een dochter, en moest ze heel erg wennen aan Nederland. Zo moest ze leren koken, want in Indonesië had ze altijd haar kokkie gehad. Maar Annie wilde niet koken maar leren. Die karaktertrek speelde al op de lagere school in het Oude Westen van Rotterdam. Samen met haar vriendin liep zij brutaal, als 12-jarige, de statige Idenburgschool in. De Mulo in Delfshaven. Zij vroeg aan de schoolleiding of die haar als leerling wilde hebben. 'Hebben je ouders daar wel genoeg geld voor,' werd er gevraagd. Ze verzon een (hoog) bedrag en mocht langskomen met haar ouders.
Ann wilde leren en niet eindigen als werkvrouw of op de fabriek. Nee, zij ambieerde een kantoorbaan waar zij zelfstandig kon zijn. Die kreeg mejuffrouw Ann al snel bij scheepvaartmaatschappij Vermaas. Eerst werkte ze op de administratie, later werd ze zelfs cheffin. Met cursussen steno, talen en handelscorrespondentie werd zij dé juf van de afdeling waar de 'Charters Parti' werden getypt voor vertrekkende kustvaarders. Bij Vermaas had ze het ontzettend naar haar zin, maar uiteindelijk moest er gekozen worden. De keuze viel op het volgen van haar man naar Indonesië, zodat zij haar collega's bij Vermaas vaarwel moest zeggen.
BouwvalligInmiddels is mevrouw Van Eijk 89 jaar oud. En sinds een jaar woont ze in het St. Jacobs Gasthuis in Schiedam. Na haar 'heerlijke' KLM-tijd in de Haarlemmermeer, verhuisde zij met haar man terug naar de Rijnmond. Daar kreeg haar man werk in Schiedam bij de Verenigde Glasfabrieken en woonden ze in Vlaardingen. Haar man is al jaren dood en zelf is ze wat ze noemt 'ook bouwvallig' geworden. Maar nog altijd spreekt ze vloeiend haar talen en blijft ze een dame op de afdeling van het rustoord. Een dame die het personeel keer op keer weer doet verbazen met haar verhalen uit Indonesië.
Maastadpers