In het AD van zaterdag 9-10-2010 staat een verhaal onder de titel
Het fotoalbum van … Jan Rot. De levensgeschiedenis van Jan Rot is vergeven van seks, drugs en rock-‘n-roll. Sinds zijn 42ste is er rust in zijn leven.
Hieronder alleen het stuk over de Indonesische tijd van de familie Rot
Tekst: Martine Boelsma | Foto’s: privécollectie Jan Rot
....
Doelgericht grijpt hij naar de eerste foto: een jong echtpaar, leunend tegen de reling van een schip. De rijzige man ziet er mondain en zelfverzekerd uit, in zijn witte pak, een sigaret losjes tussen de vingers. De vrouw aan zijn zijde lijkt te stralen van geluk. “Dat geluk was echt,” zegt Rot. “Mijn ouders hielden zielsveel van elkaar. Ze aanbaden elkaar. Hier staan ze op de boot naar Indonesië. Het was 1952. Eerst naar Java, toen naar Celebes. Mijn vader heeft tot 1970 als arts in de missie gewerkt. Niet dat hij zo gelovig was, hoor. En hij verdiende er ook niets mee. Hij deed het uit mensenliefde. Net als zijn grote voorbeeld, Albert Schweitzer. Mijn moeder studeerde ook geneeskunde. Maar ze spraken af dat zij verpleegkundige zou worden, zodat ze elkaar goed zouden aanvullen. Dat vond ze prima, hoewel het natuurlijk zonde was van haar opleiding. “Zo achter de boeken vandaan gingen ze de praktijk in. In je eentje had je een gebied met 100.000 patiënten.”
Het is een foto waar zijn moeder – ze overleed toen Jan Rot 19 jaar oud was – erg aan was gehecht. “Alleen stoorde ze zich aan een vreemde elleboog van een andere passagier, die er op te zien was. Die heb ik er speciaal af gephotoshopt. Dat vind ik leuk voor haar. Staat ze in het AD. Zónder die elleboog.”
Vier van de kinderen Rot werden in Indonesië geboren. Een mooie jeugd? “Een fantastische jeugd. We koesterden ons in de liefde tussen die twee. Als mijn vader thuiskwam, stond ze altijd een beetje opgewonden op hem te wachten. Het eerste kwartier hadden ze dan alleen oog voor elkaar. Daarna waren wij pas aan de beurt. Zij waren het voorbeeld dat iedereen zou moeten hebben in zijn jeugd. Elkaars wederhelft. Zoals het hoort. Dat bestaat dus echt.”
De kinderen Rot kregen les van hun moeder, samen met nog wat andere zendelingskinderen. Een beschermd leven. Muziek was er al, maar dan klassiek. ‘Beat’ leerde Rot pas kennen tijdens verlof in Nederland. Het was 1967, de
summer of love. Ik was meteen verkocht. Ik herinner me precies het moment waarop ik wist: ik word zanger! Ik liep met een transistorradiootje over het strand van Zandvoort.
The Sound of the Screaming Day van de Golden Earrings werd gedraaid. Ik stond met één been op een omgekeerde sloep geleund, met de pose van een popster. Ik dacht: later wil ik dat er een jongetje ook zo naar mijn muziek luistert. En dat hij daar dan ook troost in vindt. Dat hij er blij van wordt. Eigenlijk is dat nog steeds wat me drijft: troost brengen, en opwinding.”
Maar het gezin moest weer terug naar Indonesië. “Verschrikkelijk vond ik dat. In Indonesië was geen beat. Geen Radio Veronica. Gelukkig kreeg ik af en toe singletjes, cassettebandjes en artikelen opgestuurd uit Nederland. Ik maakte zelf een tijdschrift over popmuziek. Ik kende de hele hitparade uit mijn hoofd. Bezeten was ik ervan.”
Het is dat jongetje, 11 jaar oud, dat op een oude foto zijn haren strak naar voren kamt. “Ik denk dat ik op Mick Jagger wilde lijken. Het was vlak voor een optreden voor de zendingsfamilie, samen met een paar klasgenoten. Met een paar springtouwen als microfoon. Je ziet aan mijn ogen hoe serieus ik het neem. Maar ik was de enige. De anderen stonden maar te giechelen terwijl we
California Dreaming zongen, van The Mamas & the Papas.
“Iedereen vond het prachtig. Maar ik was heel verdrietig. Omdat het niet ‘lipsink’ was, waardoor iedereen in de gaten had dat we stonden te playbacken. Dat vond ik verschrikkelijk. Een oom nam me apart en zei: voor jou is dit allemaal écht hè? Dan word jij vast een echte muzikant!”
....
In het kort:
*
Geboren: 24 december 1957, Makassar, Indonesië
*
Loopbaan: Na een afgebroken studie Nederlands in Groningen wordt Rot in 1978 zanger en liedjesschrijver van zijn bands Streetbeats en Ratata. Jan schrijft ook zijn eerste roman en wordt columnist bij Muziekkrant OOR, Avenue en Nieuwe Revu.
Sinds 2000 baart Rot opzien met hertalingen van klassieke werken, waaronder de Mattheus Passion. In 2007 maakt Jan Rot zijn acteerdebuut als Pa in de musical
Doe Maar. Ook schrijft hij de Nederlandse teksten voor de musical
Hair.
Eind 2008 wordt de rockopera
Tommy van The Who door Di-rect uitgebracht op cd en uitgevoerd tijdens een theatertournee met Nederlandse teksten van Jan Rot.
*
Privé: getrouwd, drie kinderen.