Uitspraak Rechtbank 's-Gravenhage, vonnis in kort geding van 6 oktober 2010 in de zaak van de Regering in ballingschap van de Republiek de Zuid-Molukken (RMS) en 6 andere eisers tegen de Staat.
De vorderingen die zien op de arrestatie van de president van Indonesië tijdens diens staatsbezoek aan Nederland, worden afgewezen. De Indonesische president geniet onverkort volledige strafrechtelijke immuniteit bij zijn staatsbezoek aan Nederland, ongeacht of aan de vorderingen nationale of internationale misdrijven ten grondslag zijn gelegd. Voor een belangenafweging is geen plaats. De vordering betreffende de bekendmaking van de laatste rustplaats van de tweede president van de RMS wordt afgewezen, omdat de Staat tijdens de mondelinge behandeling van het kort geding heeft aangevoerd dat op 5 oktober 2010 aan de weduwe een brief is uitgegaan inhoudend dat haar verzoek betreffende de bekendmaking van de laatste rustplaats van haar man op gepaste wijze onder de aandacht van de Indonesische autoriteiten zal worden gebracht en dat zij over het verdere verloop nader zal worden geïnformeerd, zodat het belang aan de vordering is komen te ontvallen. Een brief van de RMS aan minister-president Balkenende is niet beantwoord. Op grond van fatsoensnormen moeten brieven worden beantwoord.
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=kenmerken&instantie_uz=Rechtbank+'s-Gravenhage&veld_datumzoek=datum_gepubliceerd&soort_datumzoek=Tussen&datum_tussen_vanaf=11-10-2010&datum_tussen_tm=17-10-2010&sortby=datum_gepubliceerd