Panieki in Amurang
Posted on november 25, 2010
by lepeltak|
Deze week begeleid ik een onderwijsteam van leraren natuurkunde tijdens hun workshop in het plaatsje Amurang, in Noord Sulawesi.
Amurang is een wat luidruchtig kustplaatstje ten zuiden van Manado. De belangrijkste middelbare school is de SMA SMP Katolik Aquino. Op maandagochtend stipt acht uur zaten alle deelnemers klaar in de schoolbanken. De twee natuurkundigen Norbert en Ron, van de Universiteit van Amsterdam en het Fons Vitae Lyceum, konden meteen beginnen.
Enthousiast stopten ze digitale thermometers in hete kopjes koffie, meetten ze de snelheid van de verkoelende ventilatoren, en werd met kikkersprongen van deelnemers een grafiek van beweging gemaakt. In groepjes gingen de lokale leraren, studenten en leerlingen met Hollandse namen als Myke, Frans en Marcel hard aan het werk. “Eindelijk kunnen we gewoon practicum doen tijdens een workshop in plaats van eindeloze theorie,” zei lerares Myke zuchtend. Na enkele dagen workshop waren Ron en Norbert ondanks het gebrekkige Engels van sommige deelnemers zeer verrast door het natuurkundige niveau. “Sommige van die gasten zijn echt briljant. Koppie-koppie,” lachte Norbert.
S’avonds zaten we uitgeput op het balkon van het katholieke weeshuis waar wij mochten logeren. Twee eenvoudige kamers waren voorbereid, en elke dag werd er lekker gekookt: sate babi, cakalang-vis, het enige dat ontbrak was de paniki.
Maar van uitrusten komt er weinig s’avonds op het balkon. Naast de katholieke school is een kerkgemeenschap bezig een nieuwe kerk te bouwen. Twee luidsprekers op metershoge palen hebben ze al. En rond zeven uur begint het terreur: Een predikant begint met valse stem religieuze liederen te zingen. Daarna gaat hij anderhalf uur lang de namen opnoemen van families en personen die een duit in het zakje hebben gestopt. “Ik dacht dat die moskee lawaai maakte. Maar dit slaat alles,”zegt een van de Nederlandse gasten.
Alle bewoners van Amurang houden wel van lawaai maken. Om kwart voor zeven s’ochtends horen we de zware basstonen van Zuid-Amerikaanse Salsa tot en met Lady Gaga. Het zijn de chauffeurs van de blauwe angkot-busjes die alle leerlingen naar de school brengen. Het swingt erop los, terwijl tientallen kids in blauwe batik-pakjes de school inrennen. In Noord-Sulawesi ben je pas een man als je een goede stereo-installatie met bass-woofer in je auto hebt zitten.
Op woensdag gingen we na de workshop de markt van Amurang bezoeken. Onder een oranje zeil stonden stalletjes langs een modderig voetpadje. Winkeltjes met reusachtig vuurwerk trokken al snel onze belangstelling. Maar het echte explosieve stalletje moest nog komen. Bij een klein zijpaadje zat een armzalig kraampje met twee grote houten banken. Een afgehakte varkenskop bleef me aanstaren. Op een tafel lag een donkergekleurd wezen. “Een gekookt aapje,’ wist de slager mij haarfijn te vertellen. Ook lagen er nog wat stukken hondevlees. Op een andere tafel lagen tientallen gedroogde vleermuizen. “En dat is nou de beroemde Paniki,” zei de slager trots tegen zijn steeds blekere Nederlandse gasten.
Lepeltak