Nederlandse aardbeienteler in Indonesië vreest sluitingGepubliceerd op : 13 januari 2011 - 4:43 pm | door Marcel Decraene (Foto: Marcel Decraene)
'Officieel betekent de wet het einde voor ons bedrijf.' Kees Goossens maakt zich zorgen over de nieuwe Indonesische tuinbouwwet. Hij is tuinbouwer in hart en nieren en houdt zich liever bezig met de teelt van aardbeien en frambozen dan met droge wetsteksten.
De plantage van PT Strawberindo Lestari ligt er schitterend bij op de vulkaanhellingen van Cipanas in West-Java. In 2006 herschiep projectmanager Kees Goossens (47) een deel van het terrein in een paar maanden tijd. De bulldozer maakte vlakke terrassen voor de kassen en grote bassins voor de wateropvang.
Gunstig klimaatKassen in een tropisch land? 'Die dienen om de aardbeien, de frambozen en de blauwe bessen te beschermen tegen de regen en de insecten', verduidelijkt Goossens. De kassen zijn overigens van plastic en niet van glas. Dat zou bij aardschokken meteen breken.
Het hoger gelegen Cipanas biedt 's nachts de koelte die de aardbeien nodig hebben. Het zonlicht en de warmte overdag zorgen dat het hele jaar door kan worden geteeld. Maar het is de vraag hoe lang PT Strawberindo Lestari, actief sinds 2002, nog van dit gunstige klimaat kan profiteren.
Buitenlands eigendomProbleem is de nieuwe Indonesische tuinbouwwet, die inmiddels is ondertekend door president Yudhoyono. PT Strawberindo Lestari is grotendeels in handen van een Nederlandse holding: All Seasons Holland BV. De nieuwe wet stelt dat slechts 30 procent van een tuinbouwbedrijf eigendom mag zijn van buitenlanders.
De tuinbouwwet is bedoeld om te voorkomen dat op grote schaal Indonesische grond wordt verkocht, zoals is gebeurd in gebieden waar palmolie wordt gewonnen. Maar voor tuinbouwbedrijven schiet de wet zijn doel voorbij: ze verbouwen vaak op kleine oppervlaktes, maar zijn wel afhankelijk van geavanceerde technologische knowhow. Die komt vaak uit het buitenland.
Bedrijf verkopenKees Goossens denkt niet dat Indonesiërs staan te popelen om Strawberindo Lestari over te nemen: 'Het komt er op neer dat buitenlanders geen aandeel meer mogen hebben in de tuinbouwsector. We moeten het bedrijf in feite verkopen aan een Indonesiër. Maar wie wil het hebben?'
Ook Marita Hovers van PT Tamora Stekindo, kortweg Tamstek, is zeer bezorgd over de nieuwe tuinbouwwet. Tamstek heeft een laboratorium in Medan op Sumatra en houdt zich bezig met het vermeerderen van planten via weefselkweek. Telers en kwekers zijn de klanten van het bedrijf.
Kapers op de kust'We zitten nu op minder dan 1 hectare land, maar staan op het punt uit te breiden. We zijn in shock over deze wet', zegt Hovers. 'We willen de uitbreiding toch doorzetten, en denken hard na hoe we er een mouw aan kunnen passen. We zouden bijvoorbeeld de status van ons bedrijf kunnen veranderen: van tuinbouw naar biotechnologie.
In tegenstelling tot Kees Goossens ziet Martia Hovers van PT Tamora Stekindo wel kapers op de kust: 'Wij worden nu al benaderd door andere Indonesische tuinbouwbedrijven om een aandeel in ons bedrijf te nemen. Maar dit houden wij nog af.'
Bilateraal verdragKees Goossens hoopt dat een verdrag dat Indonesië en Nederland in 1994 sloten wellicht nog uitkomst kan bieden. Bij besluit nummer 58 van toenmalig president Soeharto werden Nederlandse investeringen in Indonesië veiliggesteld. De tuinbouwwet zou volgens Goosens in strijd zijn hiermee.
Marita Hovers van Tamstek vindt veel in de wet nog vaag: 'De wet doorlezend is nog niet besloten op welk deel van de tuinbouwindustrie deze wet van toepassing is. Men wil het misschien relateren aan de hoeveelheid land of de totale investering. Hier ligt dus nog wat hoop, in elk geval voor een bedrijf met mijn 'afmetingen'.'
Ritselen en knoeienBovendien valt er altijd wel wat te ritselen in Indonesië. Dat weet Kees Goossens als geen ander. Hij bracht 8 jaar van zijn jeugd door in het land en woont er na een verblijf in Afrika nu alweer 20 jaar. 'Er zijn meer wegen die naar Rome leiden', zegt hij. 'We kunnen een Indonesische aandeelhouder aanstellen, die eigenlijk voor ons werkt. Maar het liefst willen we het gewoon eerlijk en open regelen.'
Marita Hovers van Tamstek is het daarmee eens. 'Ik kan me voorstellen dat je met een 'stroman' verder kunt, maar zo’n constructie blijft natuurlijk knoeien...'
RNW