Zij was geboren in het voormalig Nederlandsch Indië.
Zij stamde af van een oud Indisch Geslacht, vermengd met een ander oud Indisch Geslacht en vele jaren lang gevestigd in Midden Java.
Zij trok op een dag naar het verre Nederland en leefde haar leven in Nederland aan de zijde van haar echtgenoot, een voormalig persoonlijke luitenant van de toen opkomende eerste wijlen president van het nieuwe Indonesia.
Zij en ik, we kwamen elkaar wel eens tegen in de supermarket en steevast was het: Wat gaan we koken vandaag?
Zij vroeg dan: Ajo, kom je straks dan langs.?
Zij werd oud in Nederland en besloot terug te gaan naar haar geboorteland om daar haar levensdagen te slijten, samen met haar echtgenoot en in de nabijheid van één van haar kinderen.
Zij was ook een slachtoffer van die rottige Japanse oorlog daar en toen in dat geboorteland en zij kreeg een compensatie ervoor van de Nederlandse regering uit hoofde van één van die vele wetten die Nederland rijk is.
Zij deelde de Nederlandse Regering mede, dat zij terug ging naar haar geboorteland en kreeg van de Nederlandse Regering als dank voor haar informatie het antwoord, dat haar compensatie dan maar met 90% verminderd werd, want daar had men toch niet zoveel nodig om te leven.
(Bij mijn weten heeft opgedaan oorlogsleed toch geen donder te maken met waar men leeft? Leed is toch leed?)
Zij en hij zeiden gedag en zij schonk mij een aandenking uit ons geboorteland en al jaren staat het er op de zelfde plaats.
Zij leefde daar nog enkele jaren onder de stralen van een weldadige zon in het geboorteland en genoot haar laatste jaren er nog zoveel mogelijk van.
Zij en ik belden met elkaar, als ik 's toevallig ook weer thuis was in het geboorteland en steevast was de wederzijdse vraag: Kom jij naar mij toe of kom ik naar jou toe? Want er zaten ongeveer 1000 kilometers tussen ons. En steevast kwam het er nooit van.
Zij verbleef vlakbij een kampong en elke maand kocht zij een een paar grote balen rijst en olie en suiker voor de kampong en deelde op die manier haar inkomsten met het volk waar zij deels van afstamde.
Zij uitte soms dat die zon wel eens te warm was en dat ze soms wel terug verlangde naar de koelte van Nederland en haar andere kinderen die in Nederland achtergebleven waren.
Zij nam op een dag afscheid van allen en alles op aarde en verblijft nu eeuwig daar waar zij was geboren.
Zij was één van de vele Indo's uit mijn leven en ik wens haar een eeuwige vrede toe.