Economie wint het van oerbos REPORTAGE | ESTHER DE JONG | PONTIANAK − 09/07/11, 14:31
Oerwoud maakt plaats voor een palmolieplantage, met jonge aanplant. FOTO © REUTERS "Nog geen vijftien jaar geleden joeg mijn vader op dieren in het regenwoud, nu is al dat bos verdwenen, er is niets meer van over", vertelt de 36 jarige Desnawaty Deccy, een Dajak uit Kalimantan. De ontbossing van het Indonesische deel van het eiland Borneo gaat hard: in de afgelopen dertig jaar is tachtig procent van het bos gekapt. "Wij kunnen niet leven zonder het oerwoud, zonder de planten en de dieren is ons leven leeg."
De bomen worden al jaren legaal en illegaal gekapt om plaats te maken voor onder andere palmolie- en rubberplantages en goud- en steenkoolmijnen. Vergunningen voor het delven vliegen als warme broodjes over de toonbank. Van de 21 allerrijkste Indonesiërs is de helft groot geworden van de opbrengst van plantages en mijnen. En daarmee hebben ze een groot deel van het oerbos vernietigd.
Indonesië staat op een keerpunt in zijn natuurbeleid. De Indonesische president roept keer op keer hoe belangrijk het is om rekening te houden met de natuur. Er worden afspraken gemaakt met verschillende landen over veranderingen in het omgaan met het milieu. Zo wil Noorwegen 1 miljard dollar investeren in de terugdringing van de CO2-uitstoot in Indonesië.
Ook Nederland wil bijdragen en investeert de komende vijf jaar 10 tot 20 miljoen euro in duurzame handel en productie van goederen als cacao, koffie, thee, kruiden, palmolie, hout en vis. Staatssecretaris Ben Knapen (buitenlandse zaken) heeft dat tijdens zijn vierdaagse werkbezoek aan de archipel bekendgemaakt.
Knapen heeft over een deel van Kalimantan gevlogen en de verwoesting gezien: "Het is indrukwekkend, je ziet enorme plekken waar ze goudmijnen hebben afgegraven en plekken waar illegaal jonge palmoliebomen staan. Er moet nog een hele weg worden afgelegd, voordat je aan duurzame palmolie kunt beginnen."
Indonesië is met een groei van meer dan 6 procent per jaar een van de sterkst groeiende economieën ter wereld. Ongeveer een derde van het bruto binnenlands product is afkomstig uit de delfstoffenindustrie.
Econoom Dominic Elson is kritisch: "Indonesië put zijn natuurlijke bronnen volledig uit en investeert niet in menselijk kapitaal. De huidige groei is gebaseerd op het idee dat de prijs van grondstoffen eeuwig stijgt en de vraag eeuwig zal duren. Het is niet duurzaam."
Knapen hoopt dat door de steun aan duurzame projecten een bijdrage kan worden geleverd aan een milieubewuster Indonesië. Hij ziet de uitdaging: "Het kan niet door blijven gaan. Het is niet alleen voor Indonesië van belang, maar ook voor andere landen in de wereld. Als het land zich verder ontwikkeld dan komen kennis en middelen vrij om te investeren in duurzaamheid. Ik heb de stellige indruk dat de Indonesische regering het belang ervan inziet, maar het is een groot land. Het kost tijd om het te regelen."
Het zal niet makkelijk zijn deze veranderingen door te voeren. Indonesië, de grootste economie van Zuidoost-Azië, is net lid van de G20. De archipel probeert zijn industrie uit te breiden en wil zich als economische grootmacht profileren.
Terug in Pontianak zit Deccy op een matras op de grond. Ze voelt zich machteloos tegenover de teloorgang van haar leefgebied: "De lokale bevolking wil heus wel wat doen, maar ze kan het niet. De regering en bedrijven zijn zo machtig en alleen maar uit op geld verdienen, ten koste van alles. De Dajaks hebben het bos nodig: het fruit, de bladeren, de groenten en de dieren."
Jakarta komt achter 36 kilometer lange dijk en een polder te liggen
Staatssecretaris Knapen maakte deze week ook bekend dat Nederlandse waterbouwkundigen de Indonesische hoofdstad Jakarta gaan helpen bij het aanleggen van een 36 kilometer lange ringdijk en het inpolderen van zee, een project van vijftien jaar. Nederland steekt vier miljoen euro in het plan.
Jakarta wordt al jaren geplaagd door overstromingen. De nieuwe dijk komt twee kilometer uit de kust te liggen. Het gebied tussen de dijk en de kust wordt ingepolderd om de stad uit te breiden. Van de verkoop van de grond moet het plan deels worden betaald. Op de dijk komt een tolweg naar de haven Tanjung Priok.
Het project is volgens Knapen een goed voorbeeld van het nieuwe ontwikkelingsbeleid waarbij Nederland met kennis en kunde een verschil kan maken. "Het kan bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio en het biedt kansen voor baggeraars en aannemers uit de Nederlandse watersector."
Trouw