Jihad met sambal 
Auteur: Step Vaessen
Genre: Non-fictie - Mens & Maatschappij
Uitgever:Prometheus, UitgeverijISBN-nr:9789044615371
Formaat:Paperback
Verschenen januari 2011
Prijs:€ 17,95
De persoonlijke jihad van een tv-correspondent De lezer van Jihad met sambal voelt zich als een toerist die uit de touringcar op een onoverzichtelijk Aziatisch plein wordt gedumpt.
'Tijdens het eerste gesprek vraag ik verbaasd: 'Waarom ik, een Hollandse die nooit eerder in het Engels verslag heeft gedaan?' 'You're exotic', is het antwoord. Exotisch is ze zeker. Step Vaessen, al veertien jaar verslaggeefster werkzaam in Jakarta. In haar vorige week verschenen boek Jihad met Sambal, beschrijft Step Vaessen hoe ze in 2006 correspondent werd voor Al Jazeera English, de door de Emir van Katar bekostigde nieuwszender.
Jihad met Sambal is een relaas over het leven in Indonesië, over natuurrampen en religieus geweld, over de islam die zowel troost biedt, als geweld zaait. Maar bovenal gaat het over het drama dat zich een jaar geleden in Vaessens eigen leven voltrok. Haar ex-man André beroofde zichzelf van het leven, een jaar na hun scheiding. Naar aanleiding van haar boek vloog Vaessen vorige week naar Nederland om aan te schuiven bij Zomergasten.
De eerste minuten zat ze er wat stijfjes bij, de vrouw die bekend werd als de verslaggeefster die stond te huilen tijdens haar verslag over de tsunami die in 2005 op tweede Kerstdag de kust van Zuidoost-Azië in een massagraf veranderde. Toen werkte ze nog voor de NOS.
Brandt Corstius, zelf ook reiziger, wist haar snel te ontdooien. Hij hoefde weinig te vragen, het verhaal kwam vanzelf. Vaessen praatte over haar jeugd op een schapenboerderij in Simpelveld, in Zuid-Limburg, waar de bevolking zich miskend voelt en bang is voor het onbekende. 'Ik kom uit dezelfde kampong als Geert Wilders.' Ze zei het met een veelbetekenende glimlach.
Ze vertelde hoe ze droomde van verre reizen. En hoe ze zich uit dat milieu losmaakte, ging studeren in Nijmegen, zich aansloot bij de kraakbeweging en haar haren groen verfde. Dat laatste herhaalde ze een paar keer. 'Ik was een meisje met groen haar.'
Een van de fragmenten die ze uitkoos kwam uit Pipi Langkous in Taka-Tuka Land, de film waarin het de door Astrid Lindgren geschapen supermeisje met een bed naar een exotisch eiland vliegt, bewoond door bloeddorstige piraten. Vaessen sprak het niet uit, maar de gelijkenis tussen haar en Pipi is duidelijk. Onverschrokken en onstuimig, maar ook sympathiek.
Als het over haar werk gaat is Vaessen hard. Ze gaat nooit naar bed zonder haar Blackberry en begeeft zich zonder morren in welk vuurgevecht dan ook. Haar elfjarige zoon Agus laat ze grotendeels opvoeden door oppassen en kindermeisjes. Het is de hectiek van het leven van zijn vrouw waar André uiteindelijk aan bezweek. Daar windt Vaessen geen doekjes om.
Ze was halverwege haar boek toen dat gebeurde. Het veranderde haar boek van een 'gewoon' correspontentenverhaal in een relaas over wat Vaessen 'haar persoonlijke Jihad' noemt. Jihad betekent voor haar 'strijd', in de ruimste zin van het woord.
Jihad met Sambal is ook een brief, een brief aan Khalil, een Marokkaanse Nederlander uit Osdorp met wie Vaessen na de dood van André in contact kwam via Facebook. Vaessen is verontrust over wat Kahlil haar schrijft over Wilders. In Indonesië ziet ze om zich heen hoezeer de islam troost kan bieden.
Ze ziet het bij haar gelovige cameraman Bobby, maar ook bij haar losbandige vrouwelijke collega Utet, die het liefst mannen versiert in een varkensvleesrestaurant. Het is niet de islam die mensen aanzet tot geweld, beweert ze. Het is kuddegedrag. Mensen die klakkeloos achter een leider aanhobbelen. Ze herkent het van haar vaders schapen.
Hier trapt Vaessen in de val die zoveel correspondenten liet struikelen. Vanuit haar exotische realiteit probeert ze Nederlanders de les te lezen, maar wordt daarbij gehinderd door gebrekkige kennis het Nederlandse islamdebat.
Wat Vaessen op televisie zo goed afgaat, het begrijpelijk maken van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, lukt haar in haar boek maar matig. Op de pagina's van Jihad met sambal voelt een lezer zich een toerist, zo uit een goed geairconditionde touringcar neergekwakt op een onoverzichtelijk Aziatisch plein, waar alles en iedereen een verhaal heeft.
Nu is het enige punt waar alle verhaallijnen samenkomen Vaessen zelf. De vele vergelijkingen tussen de toestand in Indonesië en de gevoelens van de auteur, verzwakken het journalistieke gewicht van haar boek. 'Wat ik in Atjeh na de tsunami zag, beleef ik nu zelf', schrijft ze naar aanleiding van het overlijden van haar ex. Haar metaforen en vergelijking zijn voorspelbaar, op het platte af. 'Bomen houden hun bladeren vast, vogels vergeten te vliegen, ik stop met ademhalen. Zo voelt het.'
Maar dat is een kwestie van smaak. Vaessens grootste fout is dat ze verzuimd heeft een keuze te maken. Jihad met sambal herbergt de aanzet voor wel drie interessante boeken. Eén over de islam, één over de worsteling van het democratische Indonesië en een over de opmars van Al Jazeera English.
Het is te hopen dat Vaessen tenminste een van deze boeken gaat schrijven. Want als Jihad met Sambal iets duidelijk maakt, is het dat Vaessen veel te vertellen heeft. Dat het dit boek aan richting ontbreekt, geeft ze in haar allereerste zin al toe: 'een verhaal over een zoektocht kan gemakkelijk ontsporen.'
(Recensie door Sterre Lindhout, gepubliceerd op 15-08-2011)
VK