Christenen Indonesië: Moslimraad bepaalt straks wat we eten
04-03-2009 08:47 | Van onze correspondent
JAKARTA – Indonesische supermarkten en winkeltjes verkopen binnenkort uitsluitend nog islamitisch eten. De verkoop van babi ketjap wordt volgens een nieuwe wet streng verboden. Christenen en hindoes zijn woedend; ze willen zelf bepalen wat halal is.
In het keukentje van Aek Sibundong maakt de dochter van de familie Simandjuntak elke ochtend haar traditionele batak-gerechten klaar. Haar Sumatraanse familiezaak staat bekend om zijn goede babi pangang, het gegrilde varkensvlees dat geroemd wordt in Sumatra. Vooral op zondag is het druk in het restaurantje. Kerkgangers schuiven dan aan voor het middageten.
Maar het ziet er niet goed uit voor gasten die babi pangang op hun bord willen, nu het Indonesische parlement spoedig een op islamitische regels gebaseerde wet zal goedkeuren.
Het restaurant bevindt zich al twintig jaar in Bekasi, een overwegend islamitische buitenstad van de hoofdstad Jakarta. Problemen vanwege het restaurant en het menu heeft de christelijke familie Simandjuntak nooit ondervonden. Maar tijden veranderen, volgens zoon Herman.
„Het onderwerp varkensvlees ligt gevoelig. Lokale bewoners hebben geen problemen met ons restaurant. Maar moslims vanuit Padang en West-Java die hier zijn komen wonen, zijn strenger in de leer”, aldus Herman.
Volgens de islam is varkensvlees haram, oftewel onrein, en daarom verboden. De nieuwe wet bepaalt dat voedsel aan de criteria van de islamitische shariawetgeving moet voldoen om verkocht te mogen worden. Grote etiketten moeten aangeven dat het product volgens de islam rein is. De meeste producten in de schappen van supermarkten hebben al een officieel halal keurmerk, maar voor de moslimpartijen is dit niet voldoende.
In de ontwerpwet wordt het verkopen van voedsel zonder halal keurmerk bestraft met een minimumcelstraf van acht jaar en een maximale boete van omgerekend 400.000 euro. Het Indonesische parlement moet de wet nog aanvaarden, maar de vooruitzichten voor de moslimpartijen die de wet uitdachten zien er goed uit.
„De wet zal moslims beschermen, want er is zo veel haram voedsel in Indonesië tegenwoordig”, jubelde parlementslid Latifah van de gematigde islamitische Nationale Mandaatpartij (PAN) vorige maand in de Engelstalige krant The Jakarta Post.
Alleen de christelijke Partij voor Vrede en Welvaart (PDS), met 13 van de totaal 550 parlementszetels, is fel tegen de wet. De andere partijen genieten de steun van de minister van Godsdienst, Maftuh Basyuni. Die noemt de wet cruciaal, omdat moslims in Indonesië de meerderheid vormen.
Dat is nu juist de reden waarom christelijke politici zich met hand en tand tegen de wetgeving verzetten.
„Deze wet geldt straks voor alle Indonesiërs, van alle godsdiensten en alle etniciteiten”, ageert PDS-fractieleider Carol Daniel Kadang. „De wet heeft het over halal en haram, maar die begrippen worden in de diverse religies verschillend uitgelegd. Volgens de islam is het varken onrein, terwijl hindoes juist geen koeienvlees mogen eten en moslims en christenen hier geen problemen mee hebben”, aldus de christelijke politicus.
PDS-leden voorspellen een chaos in de levensmiddelenbranche als de op de sharia gebaseerde wetgeving wordt ingevoerd. „Het wordt een puinhoop. Als hun producten geen halal certificaat krijgen, zullen sommige bedrijven zullen zware verliezen lijden. Wie gaat de controles uitvoeren, met welke standaarden en op welke schaal?” vraagt Kadang zich wanhopig af.
De controle zal hoogstwaarschijnlijk de verantwoordelijkheid zijn van de omstreden Raad van Islamitische Schriftgeleerden (MUI), die momenteel de keuring van halal producten verricht. Onlangs noemde Trans-parency International de raad een van de meest corrupte overheids-instanties in Indonesië. Volgens het onderzoeksrapport van de corruptiewaakhond zou de MUI geregeld geldbedragen van bedrijven eisen, in ruil voor halal certificering. De Indonesische levensmiddelenbranche vreest een fiasco als de MUI gaat bepalen welke producten rein zijn en op de markt worden toegelaten.
De exportmarkt voor halal producten is interessant voor Indonesische producenten. De halal markt heeft, met een potentiële markt van 1,4 miljard moslims, een jaaromzet van 500 miljard euro. Australië en Thailand exporteren op grote schaal speciale halal producten.
Niettemin zijn weinig Indonesiërs overtuigd van de voordelen die de nieuwe wetgeving kan opleveren. Het lijkt vooralsnog het product van moslimpolitici die zagen aan de poten van een multireligieuze samenleving, en van een moslimraad die op zoek is naar meer budget en invloed.
Reformatorisch Dagblad