Zestig jaar Sint Jan Published on Saturday, 08 October 2011 09:46 | Written by Super User | | | Hits: 26
In een warmte die Indische sferen deed herleven werd op 1 oktober herdacht dat de Haagse loge Sint Jan dit jaar zestig jaar en 115 jaar bestaat. Een dubbel jubileum, daar de loge zijn wortels kent in het huidige Indonesië. Onder het toeziend oog van de Grootmeester, leden en bezoekers uit Nederland en buitenland werd de geschiedenis uit de doeken gedaan, en werd stilgestaan bij de slachtoffers van de Japanse bezetting. Ook de leden die al heengegaan zijn werden uitgebreid geëerd.
Na afloop van de ceremonie konden de gasten genieten van een uitgebreid banket. Tijdens dit banket werd het boek "van Indische oorsprong : de loge Sint jan 60 jaar" gepresenteerd. Bezoekers beschreven de bijeenkomst als bijzonder, aangrijpend en leerzaam.
Indische loges Dat achter de muren van het Haags logegebouw ook een aantal Indische loges schuilgaan, mag in Haagse vrijmetselaarskringen bekend worden geacht. Den Haag heeft twee oud-Indische loges: De Vriendschap (oorspronkelijk uit Soerabaja), en Sint Jan (uit Bandoeng). In 2009 vierde loge de Vriendschap al haar 200-jarig bestaan, en dit jaar was het de beurt aan de jongere loge Sint Jan.
Vrijmetselarij vormde een belangrijk onderdeel van het Indische sociale leven, belangrijker dan vaak in de geschiedenisboeken wordt vermeld. Bij gebrek aan een actieve sociale cultuur in Nederlands Indië, waren de loges, en de sociëteiten, plaatsen waar men elkaar buiten werktijd ontmoette. Op haar hoogtepunt telden de Indische loges "slechts" 1300 leden, maar in een tijd waarin de Nederlandse regering zich vrijwel tot niet bemoeide met de maatschappelijke ontwikkeling van de Indische bevolking konden deze loges een stempel op de Indische maatschappij drukken. Scholen, bibliotheken, blindeninstituten, zelfs ziekenhuizen werden met hulp van vrijmetselaars uit de grond gestampt. Opmerkelijk is ook dat reeds vroeg in de twintigste eeuw de vrijmetselaars positief tegenover de mogelijke onafhankelijkheid van Indonesie stonden. De actieve rol die vrijmetselaars gespeeld hebben in organisaties als Boedi Oetomo en het Indisch Europees Verbond zijn hier voorbeelden van.
Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands Indië was vrijmetselarij verboden en werden alle vrijmetselaars in Nederlands Indië geïnterneerd in de Jappenkampen. Dit vermoedelijk op verzoek van het Duitse Rijk. Een relatief groot deel van hen heeft de oorlog niet overleefd.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië dachten de loges hun werk te kunnen voortzetten, maar de verslechterende relatie tussen het jonge Indonesië en Nederland resulteerde ook in een groeiend wantrouwen ten opzichte van de vrijmetselarij en de loges. Soekarno beval -in aanloop op de Nieuw Guinea crisis- uiteindelijk een verbod van alle vrijmetselarij in Indonesië. Een verbod dat tien jaar geleden werd opgeheven. Na het instellen van het verbod wisten enkele loges toch een doorstart te maken in Nederland: de eerder genoemde "De Vriendschap", maar o.a. ook "De Ster in het Oosten" uit Jakarta, verhuisden naar Nederlandse bodem.
Loge Sint Jan: Bandoeng en Den Haag De loge Sint Jan wist zich vanaf de oprichting in 1896 een prominente rol in de Bandoengse samenleving toe te eigenen. Het in 1900 gebouwde logegebouw lag in het centrum van de stad aan de toepasselijk genaamde Logeweg. Leden waren behalve koloniaal bestuurders en KNIL-militairen ook veel burgerij. In Bandoeng vormde de loge een broedplaats van allerlei ideeën die jarenlang hun stempel drukten op de omgeving. Het militair tehuis, de bibliotheek, de neutrale scholen (Bandoengse Schoolvereniging), de HBS, en ook het Internaat waren initiatieven die vanuit de loge kwamen. Jaren achtereen mocht de loge Sint Jan zich de grootste loge van Nederlands Indië noemen, met ledenaantallen die de 200 overschreden. Toen na het erkennen van de onafhankelijkheid veel Nederlanders huiswaarts vertrokken besloten een aantal gewezen leden en bestuurders van de Indische Sint Jan een Nederlandse Sint Jan op te richten. Hierdoor waren enkele jaren zelfs twee loges Sint jan actief.
Het Haagse Sint Jan werd het thuis voor veel terugkerende Indiegangers in de vijftig en zestiger jaren. Een plek waar zij de opvang en sociale steun konden vinden die helaas veelal ontbrak in de Nederlandse samenleving. Hierdoor groeide de loge weer tot grootten van een honderdtal leden. In het afgelopen jaar is ter gelegenheid van het jubileum in de -grotendeels vergeten- geschiedenis gedoken van de loge waarvan het boek een resultaat is.
BoekHet boek, geschreven door de bekende Wassenaarse auteur F.H.A.J.M. Micklinghoff, doet een gedetailleerd verslag van het wel en wee van de vrijmetselaars in Nederlands Indië, Bandoeng en Den Haag. Een beeld wordt geschetst van de maatschappelijke en culturele activiteiten van de loge, en het wel en wee van de leden. Het is dan ook niet alleen aan te raden voor geïnteresseerden in de vrijmetselarij, maar ook voor geïnteresseerden in de Indische geschiedenis.
Het ISBN nummer is 978-90-76330-00-6 en het boek kost (excl. verzending) 20 euro.
Het boek is te bestellen via de loge Sint Jan in Den Haag, mail@paul-geerling.eu