Indonesië
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Indonesië

Informatie- en nieuwsforum over Indonesië en Nederlands-Indië
 
IndexLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 F. Springer: Met stille trom

Ga naar beneden 
AuteurBericht
ElEl

ElEl


Aantal berichten : 8018
Registratiedatum : 08-12-08

F. Springer: Met stille trom Empty
BerichtOnderwerp: F. Springer: Met stille trom   F. Springer: Met stille trom Icon_minitimezo 26 feb 2012 - 11:00

Met stille trom
door F. Springer

F. Springer: Met stille trom Metstilletromkopie F. Springer: Met stille trom Springerchanskleijn2010

Op 1 maart verschijnt Met stille trom, de ongepubliceerde debuutroman van F. Springer. Dit weekeind kunt u op Athenaeum.nl al een deel uit het eerste hoofdstuk lezen, en uw eigen exemplaar reserveren.

In 1963 werd F. Springers eerste roman aangekondigd – maar het boek werd vervolgens niet gepubliceerd. De auteur trok het manuscript terug, omdat hij er bij nader inzien het drama van de oorspronkelijke bevolking in miste. In 2011, bijna vijftig jaar later, zegt hij: ‘Ik had juist tóén de kans moeten grijpen om het publiek te laten weten hoe wij verbeten onze plicht tegenover de aan ons toevertrouwde Papoea’s bleven doen.’ Door de roman te bewerken en alsnog te laten publiceren, wilde hij deze geschiedenis alsnog aan de vergetelheid ontfutselen. Helaas stierf hij voor hij de daadwerkelijke publicatie kon meemaken. Gelukkig zal hij in zijn werk, nu aangevuld met zijn eigenlijke debuut Met stille trom, altijd blijven voortleven.

F. Springer werd geboren in Batavia in 1932. Hij was als bestuursambtenaar en diplomaat werkzaam in onder andere Nieuw- Guinea, New York, Bangladesh, Teheran en Oost-Berlijn. Hij debuteerde in 1962 met Bericht uit Hollandia – maar zijn debuut had ook Met stille trom kunnen zijn. In 2010 verscheen zijn roman Quadriga, die een bestseller werd. Op 7 november 2011 overleed F. Springer in zijn woonplaats Den Haag.

N.B. We publiceerden eerder voor uit Springers Berlijnse, en laatste roman Quadriga.

1

Brandsen had lelijk geblunderd, dat was iedereen duidelijk. In normale omstandigheden zou deze kwestie hem allang zijn ambtelijke kop gekost hebben, maar ach, met het personeelsgebrek, dat elke dag over heel Nieuw-Guinea erger werd, trapte Hollandia er niet zo gauw meer een ambtenaar uit. Bovendien hadden ze nu weer een mannetje dat zonder veel bezwaar, misschien zelfs graag (om van alles af te zijn) naar dat moddergat aan de zuidkust wilde gaan.
Het was wel te begrijpen dat de bazen in de hoofdplaats buiten zichzelf van woede waren toen ze hoorden wat Brandsen had gedaan. Het was dan ook erg onhandig, vonden zijn collega's, dat hij zich had laten provoceren tot het kastijden van een Papoea in tegenwoordigheid van een pater, een zendeling, een waterstaatsingenieur en een toerist, die nergens iets mee te maken had, maar zo langzamerhand al misselijk was van alle mooie vooruitgangsverhalen die hij op zijn tournee door de binnenlanden had moeten aanhoren. Die toerist verkocht later zijn reisverhalen aan een dagblad van de oppositie. Hij had de zaak fijn opgeblazen en er verscheen een prachtig verhaal met foto's over de controleur van Zakar, die een arme oude Papoea met één slag van zijn wandelstok de onderarm had gebroken waar iedereen bij stond. Dat de Papoea niet arm was, maar een aanzienlijk opperhoofd, dat al weken achtereen op zeer hinderlijke wijze Brandsen lastig viel met geschenken opdat het Bestuur hem maar niet zou vervolgen wegens een overspel-affaire, stond er niet bij, en ook niet dat bestuursambtenaren op eenzame posten soms met grote moeite hun zelfbeheersing kunnen bewaren als ze een paar jaar moederziel alleen tussen de zwarte naaktlopers zitten.
Er kwam een hele rel van. Buitenlandse kranten namen de sappige berichten graag over, aangedikt met antikoloniale ingrediënten. Nee, geen beste beurt voor Brandsen en het Nederlands Bestuur.
Brandsen kreeg een ernstige schrobbering in Hollandia en mocht niet meer terug naar Zakar. Hij werd in het gouvernementshotel gezet en moest zich iedere morgen om zeven uur melden op het bureau van de resident Bergland. Hij werd enige malen verhoord door ambtenaren van de Procureur-Generaal. Brandsen was wel het meest vertoornd op de missionaris die in een interview had gezegd dat hij Brandsen altijd al wreed had gevonden. Waarom kwam hij dan gvd bijna iedere avond bij mij een borrel halen, dacht Brandsen en hij voelde zich verraden. De naïeveling! Eén troost: de pater werd kort daarna zelf overgeplaatst, wegens overspannen zenuwen. Het was overigens verwonderlijk, vonden de jaargenoten van Brandsen die hem nog uit Utrecht kenden en gelijk met hem hun dienst in Nieuw-Guinea waren begonnen, nee, het was eigenlijk belachelijk, dat Brandsen, die in studentenkringen de Zeiker werd genoemd, in het ruigste en moeilijkste gebied van het hele eiland de lakens moest uitdelen. Een taak voor een harde, militaire kerel, een gewezen huzaar of zo. Maar nee, de bonzen in Hollandia stuurden Brandsen.
Brandsen was hun man voor het beëindigen van stammenoorlogen, voor het arresteren van moordenaars, het beklimmen van bergen en het doorsoppen van moerassen. Om je kapot te lachen, wat een personeelsbeleid.
Van Deventer, controleur van Hollandia, ontwikkelde tegenover enige vrienden de theorie dat Brandsen zich indertijd had ingelikt bij de Directeur van Binnenlandse Zaken. Door zijn blokfluitspel. De DBZ had een muziekclubje bij zich aan huis, nietwaar, en wie zat daar iedere week een hele avond op zijn fluit te blazen en blaadjes op de piano van mevrouw om te slaan? Juist, en daar kwam nog bij dat Brandsen graag wilde promoveren en een studie over de Zakar en zijn stenentijdperkers zou het wel doen in Utrecht.
Hoe dan ook, Brandsen had het de eerste acht maanden helemaal niet gek gedaan en in de Zakar noemden ze hem niet de Zeiker, dat stond vast. Het viel de bonzen niet mee zo gauw een goede opvolger voor Brandsen te vinden. Van Maenen, resident Bergland, wilde een heel goede, opdat de kletspraatjes gauw afgelopen zouden zijn en misschien was het wel aan te raden een stevige protestant in de Zakar te plaatsen om wat tegenwicht te hebben tegen de roomse jungletrappers, die Bestuur en Politie aan hun sandalen lapten. Of misschien was het toch beter er geen protestant heen te sturen, om godsdienstoorlogen te voorkomen.
Na veel moeite en zure gezichten van derden, die in de lawine van overplaatsingen raakten - onvermijdelijk als er een bepaalde figuur uit de personeelsconstellatie moest worden losgeweekt -, kwam men met een voor ieder acceptabele bestuursman uit de bus. Van Maenen dacht dat hij er wel iets behoorlijks van kon maken. Je kon tenslotte dezer dagen, met Indonesïe aan de horizon en het schijterige thuisfront in Holland, niet te hoog van de toren blazen en eisen stellen op personeelsgebied. In ieder geval was er van mr. L. Dekker, controleur 1 BB, niets ongunstigs bekend, behalve dan misschien dat hij nog nooit in het echte binnenland had gezeten, ondanks zijn vier dienstjaren. Altijd zichzelf onmisbaar gemaakt op residentiekantoren natuurlijk, dacht Van Maenen. Lekker bruingebakken op de stranden van Sorong en Manokwari. Dat wordt in de Zakar anders.

Toen Dekker arriveerde op het vliegveld van Hollandia was er geen auto om hem af te halen en hij was gedwongen een taxi te huren voor vijfentwintig gulden, om hem naar het residentiekantoor veertig kilometer verder te brengen. Hij kende niemand in Hollandia en voelde zich niet op zijn gemak, temeer omdat zijn gezicht en benen in het Europese verlof spierwit waren geworden en hij er dus uitzag als een bleekneus, die voor het eerst de evenaar gepasseerd is. Niet leuk, dacht hij, vier jaar in Nieuw-Guinea gezweet en er dan nog uitzien als een nieuweling. Zijn bril plakte op zijn neus en hij was woedend op Van Maenen, die best een auto had kunnen sturen om zijn nieuwe medewerker af te halen. Hij belde vanaf het vliegveld het residentiekantoor op en kreeg Brandsen aan de lijn, die niet bepaald vriendelijk deed tegen zijn collega. 'Ja,' zei hij, 'we wisten natuurlijk wel dat je zou komen, maar de chef is op stap met Engelse journalisten en er is geen auto te krijgen.'
'Lang leve het gouvernement,' zei Dekker, 'altijd hetzelfde gelazer met die dienstauto's.'

Athenaeum Boekhandel

Copyright © 2012 erven F. Springer
Auteursportret © Hans Kleijn
Terug naar boven Ga naar beneden
http://www.tileng.nl
 
F. Springer: Met stille trom
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Indische Letteren - Themanummer F. Springer
» Springer-Schneider: Bandoeng-Bandung
» Liesbeth Dolk - Vindplaatsen, de Indische jaren van F. Springer
» 03 febr. 2012 - Hommage aan F. Springer
» Debuutroman van F. Springer verschijnt dan toch

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Indonesië :: Berichten :: Boekbesprekingen-
Ga naar: