Goud uit Java - Zilver uit Batavia 21 april 2012 t/m 4 november 2012
Het mythische Indonesië komt tot leven in de prachtige gouden sieraden uit de Javaanse hofcultuur (0-1500 na Christus) die het Gemeentemuseum Den Haag deze zomer voor het eerst toont. De goddelijke macht van goud werd gebruikt om de drager geluk te brengen en te beschermen tegen kwade krachten. Gelijktijdig toont het Gemeentemuseum unieke zilveren objecten die VOC ambtenaren in de 17de en 18de eeuw in Batavia lieten maken zoals tafelzilver, sirihkistjes en gedenkborden. In 2010 ontving het Gemeentemuseum een schenking van twintig stukken VOC zilver van architect C.J. Wagenaar. Dit vormt de aanleiding tot deze tentoonstelling en een nieuwe publicatie.
In de zeventiende eeuw nadat Nederland Jakarta had veroverd, vestigden hoe langer hoe meer Nederlanders zich in Indonesië. Met de toenemende welvaart groeide ook de vraag naar luxeartikelen en woonaccessoires. Europese zilversmeden vestigden zich in Batavia om aan de vraag van de nieuwe bewoners te voldoen. In deze ateliers werkten vaak inheemse ambachtslieden of zilversmeden uit Ceylon en India waar een rijke traditie bestond op het gebied van zilverbewerking. Kenmerkend voor het Bataviase zilverwerk is de combinatie van westerse vormen met oosterse motieven of juist objecten met wortels in de Indische cultuur met westerse decoraties.
Een mooi voorbeeld van het laatste zijn de sirihkistjes die de westerlingen lieten maken. Ze horen bij het typisch Indische gebruik om te kauwen op een sirihpruim dat door de Hollanders werd overgenomen. Het zijn verfijnde, gedecoreerde kistjes gemaakt van schildpad of tropisch hardhout, afgewerkt met zilveren beslag. Het bijzondere aan enkele van de sirihkistjes in de tentoonstelling is dat de indeling nog origineel is. Meestal veranderde het gebruik van het doosje in de loop der tijd en werd de binnenkant aangepast aan de nieuwe functie.
Een van meest karakteristieke soorten van VOC zilver zijn de gedachtenisborden. Deze borden met een inscriptie over de overledene werden uitgereikt aan de nabestaanden. Hoe meer borden er waren, hoe belangrijker en welvarender de persoon was. Een bijzonder verhaal vertelt het bord ter nagedachtenis aan Cornelis Chastelein. Hij geldt in zijn tijd al als een verlicht man: na zijn dood in 1714 stelde hij al zijn 200 slaven in vrijheid en liet hij zijn landgoed aan hen na.
Een paar eeuwen eerder in het prekoloniale tijdperk speelden gouden sieraden een belangrijke rol in de Javaanse hofcultuur. Het Gemeentemuseum Den Haag bezit een fraaie collectie sieraden met monsters, demonen en andere agressieve koppen die de drager geluk brengen en kwade machten afschrikken. Behalve afschrikwekkende motieven, dragen ook veel sieraden elementen die tot de natuur zijn terug te leiden. Waarschijnlijk ligt de oorsprong hiervan in de gewoonte van Javanen voor de hindoe-boeddhistische periode om sieraden te dragen die gemaakt waren van onderdelen van lokale planten en dieren.
Bij de tentoonstelling verschijnen twee publicaties: Goud uit Java door Pauline Lunsingh Scheurleer (WBooks € 24,95 ) en Zilver uit Batavia door Titus M. Eliëns (WBooks € 27,95).
gemeentemuseum.nl