Herdenkingsplechtigheden op 4 mei

Herdenkingsplechtigheden op 4 mei in Beverwijk

REGIO | 26 april 2013 | reageer | Door Gemeente Beverwijk, dichtbij-meeschrijver


BEVERWIJK - Op zaterdag 4 mei 2013 worden in de gemeente Beverwijk vier kransleggingen en enkele herdenkingsmomenten georganiseerd.


Burgemeester J.F.C. van Leeuwen en andere leden van het gemeentebestuur zijn om 11.30 uur aanwezig bij de kranslegging op het Stationsplein. Daarna wordt ondermeer door de burgemeester, in gezelschap van andere leden van het gemeentebestuur, een krans gelegd bij het Indië-monument op het Kuenenplein. Dit gebeurt rond 12.15 uur. Na de kransleggingen nemen de aanwezigen enige ogenblikken stilte in acht.

Rond 18.30 uur zijn de burgemeester en andere leden van het gemeentebestuur aanwezig bij de kranslegging op het Westerhoutplein. Aansluitend op die plechtigheid is er om 19.15 uur een herdenkingsbijeenkomst georganiseerd in de aula van begraafplaats Duinrust, gevolgd door een stille tocht over het terrein van de begraafplaats. Ook hierbij zijn de burgemeester en andere leden van het gemeentebestuur aanwezig. Gelijktijdig met de plechtigheden op Duinrust vindt vanaf 19.00 uur een herdenkingsdienst in de Hervormde Kerk aan het Julianaplein in Wijk aan Zee plaats. Aansluitend is er een stille tocht naar en een kranslegging bij het monument aan de Zwaanstraat. Namens het gemeentebestuur legt wethouder F.H.J. Koster een krans. Na de bijeenkomsten in Wijk aan Zee en op Duinrust nemen de aanwezigen om 20.00 uur twee minuten stilte in acht.

Op uitnodiging van de burgemeester is ook de heer Arthur (Spike) Warburton bij de herdenkingen op het Stationsplein, het Indië-monument, het Westerhoutplein en op begraafplaats Duinrust aanwezig. De inmiddels 94-jarige Warburton maakte als artillerist deel uit van het ‘56th Heavy Regiment Royal Artillery’ en was actief bij de bevrijding van Beverwijk in 1945.

Dit artikel is voor het laatst aangepast op: 25 april 2013
Dichtbij.nl

'Nationale Herdenking moet alleen over WOII gaan'

(Novum) - Bij de Nationale Dodenherdenking moeten alleen de slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog, onder wie de 102 duizend joodse Nederlanders, worden herdacht. De joodse gemeenschap is diep gekwetst door de verbreding van de Nationale Dodenherdenking, waarbij ook militairen worden herdacht die na de Tweede Wereldoorlog omkwamen. Dat schrijft directeur Hans Vuijsje van Stichting Joods Maatschappelijk Werk woensdag in een opiniestuk in de Volkskrant.

Tot 1961 werden bij de dodenherdenking alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht. Sindsdien worden ook de gevallenen bij de politionele acties in Nederlands-Indië en vredesoperaties in Libanon, Bosnië of Afghanistan herdacht.

De overheid moet de herdenking volgens Vuijsje terugbrengen naar haar oorsprong, zoals die dus voor 1961 was. De herdenking krijgt volgens hem steeds meer een algemeen karakter. Volgens Vuijsje gaat dat gepaard met toenemend antisemitisme. Hij wijst erop dat in Nederland een groter deel van de joden is omgekomen dan in ieder ander Europees land.

Ondertussen zou de Shoah steeds meer verwateren tot een algemene standaard voor 'het slechte', waar onder meer de dierenlobby en de milieubeweging gebruik van zouden maken. Dat zou ertoe leiden dat steeds minder rekening wordt gehouden met de gevoelens van joden.

Vuijsje wijst erop dat het thema van het Comité 4 en 5 mei dit jaar 'Vrijheid spreken wij af' is. "Wat wij ook zouden moeten afspreken is dat er geen groep in de Nederlandse samenleving zou moeten zijn die zich onveilig voelt." Een belangrijke daad in dat kader zou het terugbrengen van de Nationale Herdenking in haar oorspronkelijke staat zijn.



Uitgegeven op Woensdag 01 mei 2013 om 11:56:44
Nieuws.nl