Explosieve achterlijkheid
Michel Maas
5-8-2013 17:21
In Jakarta is een bom ontploft tijdens een gebedsdienst in een boeddhistische tempel. Het was een kleine bom, ‘low explosives’. Een tweede bom ontplofte helemaal niet, en er was maar een licht-gewonde. Dit bericht heeft daarmee nauwelijks het gewicht dat nodig is om de Nederlandse media te halen.
Het hoofd van de recherche in Jakarta noemt het echter toch een significante aanslag. Hoe amateuristisch ook, hij bewijst dat het terrorisme in Indonesië nog niet is uitgeroeid, zegt hij.
Dat klinkt zorgwekkend, maar erger is misschien nog de reden voor de aanslag. Niemand heeft die nog opgeëist, maar vermoed wordt dat het om Birma gaat, waar (boeddhistische) Birmezen de (islamitische) Rohingya uit hun huizen jagen en vermoorden. Dat zou voor moslim-terroristen reden zijn om willekeurige boeddhisten in Jakarta te gaan opblazen.
Toen de eerste Rohingya een paar jaar geleden aanspoelden op de kust van Atjeh kwamen mensen uit de verre omtrek om te kijken naar die kleine zwarte mannen die geen enkele verstaanbare taal spraken, maar die hun gebeden deden net als moslims. Er heerste alom verwondering, en zelfs ongeloof dat zulke zwarte mannetjes moslim konden zijn. Dat zij in eigen land vervolgd werden kon destijds niemand echt wat schelen.
Pas toen de Rohingya in Birma wereldnieuws begonnen te worden drong het door dat het hier echt om moslims ging. Al gauw waren het vervolgens ‘moslim-broeders’ en niet veel later ‘onze moslim-broeders’. Nog een beetje later vielen de eerste heethoofdige moslim-studenten chinese winkels aan in Makassar, op Sulawesi. De redenering was deze: veel boeddhisten zijn Chinezen, en het waren boeddhisten die ‘hun moslimbroeders’ in Birma te lijf gingen. Dus: laten we winkels plunderen, want veel (de meeste) winkels zijn van chinezen.
De aanvallers werden snel gekalmeerd. Hun actie was immers te belachelijk voor woorden. Chinezen in Indonesië hadden immers niets te maken met boeddhisten in Birma, laat staan met het geweld tegen Rohingya.
Toch verschenen er niet veel later spandoeken bij de opvangcentra waar de Rohingya-bootvluchtelingen waren opgeborgen. Bloedige foto’s van slachtpartijen en massamoorden begeleidden oproepen tot ‘jihad’, heilige oorlog, tegen de vijanden van de moslimbroeders, en dus van de islam. Het is de logica van de achterlijkheid, en daardoor des te gevaarlijker dan echte logica.
In het centrum van Jakarta werd door een piepklein groepje ‘radikalen’, opgeroepen om ‘de boeddhisten te doden’. En altijd weer dook dat woord ‘Jihad’ op, dat een excuus is voor alles. Het leek onschuldig, of in ieder geval onbenullig.
Totdat zondag dat bommetje afging in die tempel in West-Jakarta. Een onbenullig bommetje, maar de volgende kan groter zijn.
Het terrorisme is dus nog niet dood. De belangrijkste reden daarvoor is, dat de achterlijkheid springlevend is.
In Indonesië wordt een hoop achterlijkheid verspreid, en dat gebeurt vooral via pesantren (moslim-kostscholen) en via moskeeën. Die achterlijkheid kent geen grenzen.
Soms mag ik daar zelf getuige van zijn, als ze de luidspreker van de buurtmoskee vergeten uit te zetten. Dat gebeurde eens op een zaterdagochtend, tijdens het vrouwenuurtje. De imam ging het hebben over ‘nafsu’, lust, hoorde ik, dus ik spitste mijn oren. Ik werd in mijn tuin getrakteerd op een cursus tegen alles wat vies en voos is: tongzoenen brengt je rechtstreeks in contact met de hel, kinderen krijg je van lipcontact, en je kinderen worden, als je naakt samen met ze baadt, homo’s.
Dat was midden in Jakarta, in de 21-ste eeuw.
Ik weet zeker dat mijn moskee niet de enige is waar deze onzin wordt verkocht als God’s woord. Ik hoor het overal.
Het is dezelfde achterlijkheid die schoolkinderen in de pesantrens leert dat er een ‘ware islam’ bestaat die eist dat Indonesiërs gaan leven als Taliban van duizend jaar geleden en zich kleden als Afghanen. Deze ‘pure’ islam verfoeit de eeuwenoude Indonesische dansen, kleding en cultuur en vindt dat zelfs babies hoofddoeken moeten dragen om potentiële lustgevoelens te dempen.
Gelukkig is het nog maar een kleine minderheid die zo denkt. Indonesiërs houden te veel van hun tradities om ze zomaar op te geven. Overal groeit het verzet tegen uitwassen als kinderhuwelijken en polygamie.
Maar de Taliban-cultuur heeft een voet tussen de deur, en wrikt die langzaam open waar het maar kan. Met knokploegen, demonstraties en intimidatie proberen zij Indonesië langzaam maar zeker in de ‘juiste’ richting te duwen.
Achterlijkheid is in deze cultuur tot een wetenschap verheven. Met sluwe redeneringen overtuigen zij zichzelf en anderen van de meest krankzinnige waarheden. Een voorbeeld: toen terroristen in oktober 2002 twee bars in Bali opbliezen en 202 mensen doodden, zag iemand een licht aan de hemel, precies boven de plek van de aanslag. Dat licht was afkomstig van een vliegtuig, of een raket, op afstand bestuurd door de CIA. En uit dat vliegtuig had die CIA een ‘mikro-nuklir’ bommetje gegooid, precies op de plek waar de terroristen die avond hun aanslag pleegden. Die micro-kernbom blies de hele omgeving op, niet het bommetje dat de terroristen in elkaar hadden geknutseld. En zo brengt de CIA de islam in het discrediet.
Ik heb dat van Abu Bakar Baashir zelf, de ‘amir’ of leider van de terreurbeweging Jemaah Islamiyah, in een van de interviews die ik met hem had. Hij heeft zelf een eigen pesantren gesticht, waar de ‘pure islam’ wordt geleerd en haat tegen de Verenigde Staten en Israël. Baashir zit gevangen, maar zijn school is nog open, en zijn volgelingen trekken door het land en preken overal dat je van zoenen kinderen krijgt en dat de gruwelijke aanslag op de Twin Towers op ’9/11′ een complot van joden en de CIA is geweest.
Ik weet niet hoe vaak ik mensen deze onzin al met grote overtuiging als waar heb horen verkondigen. Het gaat erin als koek in de kringen van Baashir. Het verbaast mij daarom niet dat zijn scholieren nu ook bommetjes naar boeddhisten gaan gooien. Als je gelooft dat kinderen homo worden als ze hun moeder naakt zien, geloof je ook dat de boeddhisten, na de VS, Israël, joden, toeristen en christenen de nieuwe vijand van de islam zijn. En dan is een bommetje snel gelegd, en een nieuwe ‘Jihad’ snel begonnen.
De Indonesische Grondwet van 1945 schrijft voor dat 20 procent van het nationale budget aan onderwijs moet worden uitgegeven. Op die manier wilde de eerste president, Soekarno, het land vooruithelpen. Maar een klein deel van dat geld komt terecht bij openbare scholen. Een belangrijker deel van het onderwijsgeld gaat naar de pesantren, ook pesantren die Baashirse onzin verkopen. En er is geen enkele controle op wat daar zoal wordt onderwezen.
Zolang dat niet verandert zal het terrorisme in Indonesië niet verdwijnen.
Weblog Zuidoost Azië