Het jaar 2602, kinderverhalen uit het jappenkamp
Gepubliceerd op 07 mei 2009, 08:47
Regie André van der Hout, Linda Lyklema
Meer dan zestig jaar na dato zijn er nog altijd heel veel Nederlanders die een deurtje in hun geheugen kunnen openen en daarachter de Japanse getallen van een tot tien aantreffen. Als kind in een Japans gevangenkamp in Nederlands-Indië werden ze gedwongen een aantal Japanse woorden te leren, vooral omdat ze daarmee Japanse bevelen konden opvolgen.
In een indrukwekkende scène in ’Het jaar 2602, kinderverhalen uit Jappenkampen’, een documentaire van André van der Hout en Linda Lyklema, zien we hoe een groot aantal, inmiddels hoogbejaarde, voormalige gevangenen zonder aarzelen het Japanse rijtje opdreunt.
En bij dat Japanse rijtje bevinden zich ook de andere herinneringen: aan dat paradijselijke vooroorlogse Indië, de schok van de Japanse invasie, de internering, het vertrek van vader, de ontberingen, de wreedheden, maar ook de spelletjes en de apathie.
’Het jaar 2602’, (de titel verwijst naar het jaar 1942 in Japanse jaartelling) is een documentaire gemaakt in opdracht van de Stichting Verfilming Japanse Burgerkampen, die de ’oral history’ van de kampen wil vastleggen voordat de getuigen zijn verdwenen.
De makers hebben gekozen voor een groot aantal getuigenverklaringen, die door de mensen in hun eigen woonkamer worden afgelegd. In de montage is er voor gekozen om van al die verhalen één groot verhaal te maken, zodat we de verschillende fasen van de internering uit vele monden horen.
Het grote verhaal, afgewisseld met een aantal schaarse archiefbeelden, is boeiend genoeg en de kinderen van toen hebben vaak een heel scherp geheugen voor veelzeggende details die ze al die jaren zijn bijgebleven. Het nadeel is wel dat we de vele getuigen zelf niet leren kennen.
Een man vertelt bijna toonloos het aangrijpende verhaal van de dood van zijn broertje in het kamp, mishandeld door de Japanners. Het verhaal wordt hier gepresenteerd als stukje in een grote legpuzzel, maar wij zouden meer willen weten over deze man en het broertje, dat hij als jongen zelf moest begraven.
Mark Moorman
Leidsch Dagblad