Vuurblauwe gloed
Ze gaan al jaren de wereld over, de foto’s van de Fransman Olivier Grunewald van blauwe lava op de Kawah Ijen vulkaan op Oost-Java, Indonesië. En altijd weer veroorzaken ze een schok bij de kijker. Lava is toch geel of rood? Het is immers gesmolten gesteente bij temperaturen die er die langere golflengten van het lichtspectrum laat bulken? Vanwaar dan opeens die blauwe kleur? Ligt het aan de gesteenten? Aan de uitzonderlijke temperatuur misschien?
Het ligt aan van alles, maar toch vooral aan de mens. Alleen is dat wel even een verhaal.
De Kawah Ijen is om te beginnen geologisch een tamelijk idioot gebied. Toeristen komen er vooral voor het diepe kratermeer, dat een haast onwerkelijke turquoise kleur heeft. Dat komt door de mineralen die erin opgelost zijn. Baden is geen goed idee. Het water is puur zwavelzuur. Het meer is een van de zuurste op aarde. Zo zie je ze alleen bij vulkanen.
Alles aan de kilometer brede krater op het uiterste oostpuntje van Java is spectaculair. Een hels landschap is het. Her en der ontsnappen stoom en zwaveldampen uit de rotswanden, die helgele zwavelafzettingen achterlaten – naar schatting een paar ton per dag.
En die zwavel, daarin schuilt het geheim van de blauwe lava. Als in de kratervallei de avond valt, wordt gaandeweg een spectaculaire brand zichtbaar, waarvan de vlammen niet geel of rood zijn, maar diep en intens blauw. Dat is brandende zwavel, die langzaam over de berghelling stroomt. Blauw oplichtend.
Het raadsel is: vanwaar de brand? Kawah Ijen is een min of meer inactieve vulkaan. Echte lava is nergens te bekennen. Laat staan lava die brand kan stichten. Voor spontane ontbranding van zwavel is minimaal 230 graden Celsius vereist.
Maar zwavel is geen steen. Het is een mineraal, met een smeltpunt van slechts 115 graden. Stoom krijgt het net vloeibaar. In de buitenlucht stolt het daarna. In dit geval in de scheuren rond de schoorsteen in de flank van de vulkaan.
Dat is te hoog op de bergwand. En dus steken de arbeiders met fakkels de hoge zwavelafzettingen aan, opdat de stollende zwavel heet genoeg blijft en ver genoeg van de berg druipt om te worden gewonnen. Ver weg van de verstikkende dampen.
Wie goed kijkt, ziet in de blauw opgloeiende massa het silhouet van betonnen rioolbuizen steken. Die hebben de zwavelwinners onder de afzettingen neergelegd om de smeltende grondstof naar beneden te geleiden. Met wel 70 kilo per vracht dragen ze in een juk met manden het gele mineraal in grote brokken de smalle bergpaden over, richting weegstation.
Nu en dan komen ze een toerist tegen. Of een Franse fotograaf, die blauwe lava zoekt.
Door Martijn van Calmthout in de Wetenschap bijlage Volkskrant dd. 08-02-2014
Uitleg door Salomon Kroonenberg (TU Delft)