Jakarta noemt schip naar twee ‘helden’
Singapore: naam van Indonesisch korvet is affront
Door Michel Maas
12-02-2014
Jakarta – De Indonesische korvet ‘KRI Usman Harun 359’ zal nooit de haven van Singapore aandoen. De Singaporezen zijn woest op Indonesië, dat de onbeschaamdheid had een korvet te vernoemen naar twee terroristen.
Usman Ali en Harun Said hebben op 10 maart 1965 het ‘MacDonald House’ in Singapore opgeblazen. Hun bom doodde drie Singaporezen, verwondde 33 anderen, en veroorzaakte een ravage in het hart van de stadstaat.
De ministers van Buitenlandse Zaken hebben er al een gesprek aan gewijd, maar dat heeft niet geholpen. Een Indonesische onderminister van Defensie, die in Singapore was om zijn ambtgenoot te spreken, kreeg een sms’je dat hij maar beter naar huis kon gaan; en honderd Indonesische militairen waren ook niet meer welkom op een vliegshow.
Het Singaporese zeer is oud maar nog niet verjaard. Usman Ali en Harun Said waren Indonesische mariniers. Zij waren uitgezonden door president Soekarno, die een politiek van ‘konfrontasi’ tegen Maleisië en Singapore voerde. Soekarno was woedend over de inlijving van de Borneose gebieden Sabah en Serawak bij Maleisië en probeerde met een terreurcampagne bij de buren zijn gelijk te halen. Usman en Harun werden snel opgepakt en op 17 oktober 1968 opgehangen. Woedende Indonesiërs bestormden de Singaporese ambassade in Jakarta, en Indonesië promoveerde de twee mannen tot nationale helden.
Zeedispuut
De gevoeligste snaar die je in Indonesië kunt raken is die van het nationalisme. Honderden Indonesiërs stonden niet lang geleden nog in de rij voor een oorlog tegen Maleisië, toen een dispuut over een stuk zee bij Borneo oplaaide, de ‘Ambalat-zee’ waar voordien nog nooit een Indonesiër van had gehoord. Woest waren Indonesiërs ook toen Maleisië de batik-kunst claimde als zijn nationale erfgoed, of zich een Indonesische traditionele dans ‘toeëigende’.
Iedere buur is in het nationalistische Indonesische perspectief een potentiële vijand. Ook Australië kan daarvan meepraten. Dat kreeg de volle laag toen bekend werd dat telefoongesprekken van de Indonesische president vanuit de Australische ambassade in Jakarta waren afgeluisterd. Toen onlangs ook nog eens Australische marineschepen ongevraagd Indonesische wateren binnenvoeren, ging er een golf van verontwaardiging door het Indonesische parlement. De woordvoerder van de luchtmacht zei dreigend dat zij vliegtuigen hebben ‘die binnen een uur in Australië kunnen zijn’.
Het blijft doorgaans bij dreigende woorden, en die zijn vooral bedoeld voor de eigen, in nationalisme gedrenkte Indonesische bevolking. Geschoten wordt er nooit, het loopt altijd met een sisser af, maar wel wordt er alles aan gedaan om gezichtsverlies te vermijden. Indonesië zal de ‘KRI Usman Harun 359’ dus wel stilletjes in het oosten van de archipel detacheren, ver van Singapore.
Ondertussen zien Indonesiërs een complot achter de ruzies met Singapore en Australië. De parlementaire commissie voor Buitenlandse Zaken en Defensie voelde er maandag de opperbevelhebber over aan de tand. De voorzitter van de commissie, Mahfudz Siddiq, noemde het ‘opvallend’ dat de ruzies zo kort achter elkaar volgden, en precies nu in de aanloop naar de Indonesische parlementsverkiezingen. ‘Dit is ongebruikelijk’, zei hij en riep de opperbevelhebber op te onderzoeken of er een plan achter schuilgaat van ‘buitenlandse diensten’.
De generaal, Moeldoko, heeft hem beloofd dat zijn strijdkrachten de buren nauwlettend in de gaten zullen houden.
Uit de Volkskrant