Het dappere verzetsleven van held Han GelderDoor: Arno Gelder
4-5-14 - 18:37
Dodenherdenking. Han Gelder beroofde zichzelf in 1944 van het leven toen hij in handen dreigde te vallen van de Duitsers. De student was 24 jaar. AD-journalist Arno Gelder ontdekte dat zijn achterneef een leidende figuur in de Nederlandse illegaliteit was. Hij reconstrueert het heldhaftige leven van Han Gelder tijdens de bezetting.
Gustaaf Henri (Han) Gelder: een Indische jongeman met scherpzinnige blik, het haar strak in de brillantine en in een pak met das © Privéfoto.
Arno Gelder: "Mijn vader (1928) sprak nooit over de oorlog - wel consequent over 'rotmoffen' "
Het is 21 januari 1944, een bitter koude vrijdag in het vierde jaar van de Duitse bezetting, als de jonge student Han Gelder aanbelt bij drukkerij Bevedeem, op nummer 13 in de Haagse Wouwermanstraat.
Daar, in de Schilderswijk, wordt een deel van de oplage van de illegale krant Het Parool gedrukt, alsmede het eveneens verboden blad Ons Volk. Van die laatste krant is Han Gelder een van de oprichters.
Als de deur wordt geopend, staat Gelder plots oog in oog met een lid van de Sicherheitsdienst. Hij aarzelt geen moment, trekt zijn revolver en schiet de Duitse politieman in zijn arm. Daarna jaagt hij zichzelf een kogel door het hoofd. Gustaaf Henri 'Han' Gelder, student en verzetsman, overlijdt ter plekke. Hij is 24 jaar oud.
Hij had zijn verloofde Onnie bezworen: 'Als de moffen mij levend in handen krijgen, ben ik bang dat ik doorsla.'
2 jaar later krijgen zijn ouders tijdens een plechtigheid in het Paleis op de Dam uit handen van koningin Wilhelmina postuum het Gouden Verzetskruis uitgereikt. In een radiorede had de vorstin Gelders 'uitzonderlijke verdiensten voor het verzet' geroemd.
Brillantine
Op de erebegraafplaats in Loenen herinnert een witte steen aan de man die het studentenverzet organiseerde, joden hielp en een illegale krant begon. De consequentie van die activiteiten, waarop de doodstraf stond, was zijn zelfmoord.
Tussen de dood van mijn achterneef Han Gelder (1919-1944) en het heden liggen 70 jaren, maar in het korte, intense leven van mijn achterneef, een verzetsheld, heb ik me nooit verdiept. Ik was 12 jaar toen ik voor het eerst zijn naam en foto tegenkwam in een pocketdeeltje van De Bezetting van Dr. L. de Jong. Een Indische jongen, scherpzinnige blik, haar strak in de brillantine, in een pak met das. Hij lijkt, zoals veel jongemannen uit die tijd, ouder dan de 21 jaar die hij moet zijn geweest.
'Hannie was mijn neef,' zei mijn vader. 'Hij is tijdens de bezetting overleden.' Daar bleef het bij. Meer niet. Mijn vader (1928) sprak nooit over de oorlog - wel consequent over 'rotmoffen'.
Ik wil het verzetsleven van mijn achterneef Han Gelder reconstrueren. Als eerbetoon aan deze onverschrokken man en al die Nederlanders die moed hadden de bezetter te trotseren en daarvoor dikwijls met hun leven betaalden.
Maar er is ook nieuwsgierigheid naar een familielid dat, kom ik te weten, een spil in het nationale verzet was. Geliefd bij zijn kameraden, die hem bewonderden om zijn wijsheid, vastberadenheid, natuurlijk overwicht en als bron van inspiratie. Han Gelder moet in de weinige tijd die hem gegund was, een bijzonder mens zijn geweest.
Mijn zoektocht leidt naar talloze archieven en twee vrouwen - zijn zus en een mede-verzetsstrijdster - die Han Gelder van zeer nabij hebben gekend.
Vergevingsgezind
Mijn verhaal begint bij de zus van Han, Tilly ten Seldam-Gelder. Zij leeft gelukkig nog, want het zal niet meevallen mensen te spreken die Han Gelder hebben gekend tijdens zijn korte leven. Hij zou nu immers 94 zijn. Bovendien overleefden veel van zijn verzetsvrienden de oorlog evenmin.
Ik schrijf Tante Til, zoals ze in de familie heet, een brief met het verzoek of ik met haar kan spreken over haar broer.
'Natuurlijk,' klinkt het een week later aan de telefoon. Tante Til (93) is van het nuchtere type. 'Ik heb de Duitsers gehaat. Maar je moet ook vergevingsgezind kunnen zijn. Wie maakt de Spanjaarden nog een verwijt over de Tachtigjarige Oorlog?'
Ze verhuisde ruim 30 jaar geleden naar Zwitserland. Nederlands, in het bijzonder Nederlands-Indisch, is ze altijd gebleven. 's Avonds maakt ze nasi goreng. 'Pittig, daar houd je toch wel van?'
In de boekenkast staat een portret van Han. Ze heeft een gedenkalbum opgedragen 'aan mijn onvergetelijken broer'. Het staat vol met sepia plaatjes van hun onbezorgde jeugd op de theeplantage Pagilaran, in de bergen boven Pekalongan op Java, waarvan vader Gelder, getrouwd met een Indische, administrateur was.
Foto's van Han en Tilly op de tennisbaan, gekartelde beelden in zwart-wit met baboe (kindermeisje) en gouvernante. Ook een foto van Han met zijn vader. 'Voor mijn jongen. Je vader. Pagilaran 7/4 '39.' Het was Hans laatste bezoek aan Indië - hij en Tilly verbleven sinds midden jaren '30 in Nederland om te studeren.
Mijn opa Arnold Theodoor Gelder, deurwaarder bij het kantongerecht te Utrecht, werd hun voogd. Han en Tilly woonden in Den Haag, waar Han het gymnasium bezocht. Op een foto van 'de laatste schooldag, 20-3-39' kijkt hij ernstig in de camera. Hij heeft een feestmuts op. De foto heeft iets onbestemd treurigs. Komt het doordat het kiekje is vergeeld? Of doordat ik, anders dan de uitgelaten scholieren, weet dat Nederland ruim een jaar later het grootste trauma uit zijn geschiedenis zal beleven?
'Han en ik waren dol op elkaar,' vertelt Tilly. 'We genoten een heerlijke jeugd, waren veel op elkaar aangewezen. Een vriend noemde hem ooit 'een eenvoudig, zuiver mens'. Han trad nooit op de voorgrond, las het liefst de hele dag boeken. Maar als hij het woord nam, luisterden mensen.'
In Leiden ging haar broer Indologie studeren, de opleiding tot bestuursambtenaar in Nederlands-Indië. 'Velen die Han kenden, twijfelden er niet aan dat hij het tot gouverneur van de kolonie zou schoppen.'
Capitulatie
Hoe anders zou het lopen. Op 10 mei 1940 overviel Nazi-Duitsland zijn neutrale buurstaat. Nederland capituleerde binnen 5 dagen. Voor eerstejaars Han Gelder, een jongen nog, begon een radicaal ander leven. Een illegaal bestaan, waarin je in het diepste geheim een eenzame strijd voerde.
Els Arendsen de Wolff-Exalto (95) heeft Han van nabij meegemaakt. Ze leerde hem kennen in Leiden, waar zij biologie studeerde. In november 1940 werd de universiteit op last van de bezetter gesloten, toen de Leidse hoogleraar Cleveringa een rede had gehouden waarin hij protesteerde tegen het ontslag van zijn joodse collega's. Han verkaste naar Utrecht om er Nederlands recht te studeren.
Ik bezoek mevrouw Arendsen de Wolff in haar aanleunappartement in Zwolle. Een kleine, broze vrouw met een scherp geheugen. Haar vader was de bekende Haagse chirurg J. Exalto.
'Ja, waarom koos je voor het verzet? Ik ervoer het als een verschrikkelijk onrecht, als een diepe vernedering dat de moffen hier waren. Ook Han ervoer dat zo. Je was in staat de eerste de beste Duitser om te leggen. Je vond het on-ver-draag-lijk dat ze op straat liepen.'
Els Exalto, zoals ze toen heette, leerde Lex Althoff kennen, een van de oprichters van Het Parool. Ze werd koerier, zoals ze later ook exemplaren van Ons Volk zou verspreiden. ,,Het was op een zonnige dag in 1942 toen ik, geloof ik, op het Scheldeplein in Amsterdam met een tas illegale kranten sjouwde. Ik stond stil bij een straatmuzikant, die op een fluit speelde.
'Plots zag ik allemaal mensen rennen en zich verstoppen in bosjes en portieken. Voor mij werd een man door een Duitse soldaat aan zijn benen over straat gesleept. Bij elke stap van die mof bonkte zijn hoofd op de stenen... Een razzia. Ik wilde er meteen op af. Toen voelde ik een hand op mijn schouder. Het was de muzikant. 'Niet doen', zei hij. 'U kunt niets uitrichten.' Die man heeft mijn leven gered. We waren toen nog zo naïef. Maar vanaf dat moment heb tijdens de oorlog geen angst meer gevoeld. Wel spanning. Nooit angst.'
Han Gelder maakte op haar diepe indruk. Els Arendsen de Wolff, die met het Verzetsherdenkingskruis is onderscheiden: 'Han bezat een vanzelfsprekende autoriteit. Zijn leiderschap werd alom geaccepteerd. Hij voerde nooit de boventoon, maar als hij iets zei, luisterde je. Opmerkelijk voor een jongeman van begin 20.'
Van adres naar adres
Was Til Gelder destijds op de hoogte van de verzetsactiviteiten van haar broer? 'Ik wist dat hij in de illegaliteit zat. Meer niet. Bovendien begaf hij zich van adres naar adres. Als we elkaar troffen, zei hij nooit waar hij mee bezig was. In de oorlog leerde je je mond te houden.'
Toch kreeg ze te maken met het dubbelleven van haar broer. Toen ze in de commode op haar kamer een lade opentrok en onder een stapeltje kleding een revolver aantrof, wist ze: dit is zijn vuurwapen. Ze sprak er met niemand over - ook niet met Han.
Dat de Duitse politie haar broer zocht, was duidelijk. Han stond in augustus 1943 aan de basis van de illegale krant Ons Volk, die ook door Tilly Gelder en Els Exalto werd verspreid. Hij was een van de oprichters van de Raad van Negen, het overlegorgaan van het studentenverzet. Tevens was hij betrokken bij de oprichting van het Nationaal Comité van Verzet en hielp hij joden met valse persoonsbewijzen en bonkaarten.
'De Duitsers hadden de Parool-groep op de korrel,' zegt Els Arendsen de Wolff. 'Dat Han aanbelde op het moment dat de Duitsers zich in de drukkerij hadden verschanst, is botte pech. Maar hij kende de ontzaglijke risico's.'
De Duitsers zaten in hun maag met de onbekende dode. In kranten verscheen daags erna een oproep 'Wie kent dezen man?' met een foto van Han. Die lijkt echter niet op de man zoals ik hem van andere foto's ken. Bovendien spreekt het signalement van '35 à 40 jaar oud' en 'donkerblond haar...' Alleen de toevoeging 'Geeft de indruk van Indische afkomst te zijn' klopt. 'Han was natuurlijk vermomd,' zegt zijn zus. 'Hij had mijn bril op en zijn haar was geverfd.'
Omdat de Sicherheitsdienst wilde weten wie deze verzetsman was, begon de politie in Den Haag op aandringen van de SD een onderzoek. De zaak kwam in handen van een 'goede' politieman, die ervoor zorgde dat het spoor al snel doodliep.
Mortuarium
Els Arendsen de Wolff: 'Onnie, Hans verloofde, had niks meer van hem gehoord. Van mijn vader hoorde ik dat er een dode naar Ziekenhuis Zuidwal was gebracht. Hij heeft er in het diepste geheim voor gezorgd dat Onnie en ik naar het mortuarium konden komen.
,,Het was Han. Hij lag daar, een roodbruin gaatje in zijn linkerslaap. Onnie schoof de verlovingsring van zijn vinger. We zijn toen intens verdrietig vertrokken, maar blij dat we hem nog hebben gezien.' Til Gelder hoorde de volgende dag dat haar broer was overleden. 'Ik kon het niet geloven. Thuis heb ik uren voor me uit zitten staren.'
De ouders van Han bleven lang in het ongewisse. Zij waren geïnterneerd in een jappenkamp en vernamen pas in oktober 1945 dat hun zoon was gestorven.
Han wordt in een massagraf begraven. Na de oorlog wordt hij herbegraven. Op een foto staan zijn ouders verslagen aan de groeve. 'Mijn vader is nooit over de dood van mijn broer heen gekomen,' zegt Tilly.
Bij zijn teraardebestelling houdt een verzetsvriend een rede: 'Maanden tevoren nam hij de maatregelen om te zorgen dat als voor hem het einde kwam, niemand in moeilijkheden zou komen. Dat het werk kon doorgaan en dat wij leven zouden. Het was de grootste moed die ik gekend heb.'
Han Gelder, zo ontdek ik in anno 2014, leeft voort. Onnie, zijn verloofde, trouwt na de oorlog en noemt haar oudste zoon Gustaaf Henri. In Rotterdam, Almere, Oss en Soest zijn er straten naar hem vernoemd.
Sfinx
Ik wilde tijdens mijn zoektocht uitvinden wat Han bewoog in het verzet te gaan. Was het een rationeel of emotioneel besluit? Wat waren zijn gedachten, zijn angsten? Maar ik kom daar niets over te weten. Was mijn achterneef inderdaad de sfinx die zo vaak opdoemt uit getuigenissen over hem?
Toch kom ik in het fotoboek van tante Til nog een persoonlijk document tegen, hoe klein ook. Het is een visitekaartje, dat Han Gelder meegaf aan zijn zus ter introductie wanneer zij als koerier 'iets' moest afleveren. Met de hand is erbij geschreven: 'Brengster dezes vertrouwd! Han.'