Peter Dam: Terminator24 mei 2009 10:00
Ons huis staat in Papua Nieuw Guinea en is van hout. Tropisch hardhout. Zelfgebouwd op eigen grond. Zorgvrij zou je denken. Maar een houten huis in de tropen geeft één hele grote zorg, die aan je vreet en je uit de slaap houdt.
‘Wordt eens wakker, ik hoor ze kauwen!’
‘Ja hoor, weet je wel hoe klein die kaakjes zijn.’
‘Maar het zijn er tienduizenden! Voor je het weet, knagen ze zich door alle balken heen en stort het huis in!’
Termieten.
Prachtig die overweldigende tropische natuur om en in ons huis. Zoals die zes verschillende mierensoorten die binnen een minuut met de schoonmaak van elke gemorste kruimel beginnen.
Maar als diezelfde natuur het dak boven je hoofd opeet, is zij opeens een stuk minder fraai.
Depressief staar ik naar hoopjes houtstof op de vloer. De schroevendraaier verdwijnt probleemloos tot halverwege in de hardhouten draagbalk. Met moeite onderdruk ik een grondig gemeende Nederlandse vloek.
Schoonfamilie en buren hebben een eenduidige en eenvoudige oplossing voor het probleem.
‘Spreim marasin tasol ya!’
Gewoon gif spuiten. Daar doen ze in PNG niet moeilijk over. Het woord voor bestrijdingsmiddel en medicijn is hier hetzelfde; marasin. Allemaal gewoon goed poeder. Ik vraag naar traditionele natuurlijke bestrijdingsmiddelen, maar die zijn niet meer in gebruik. Poeder uit de winkel met wat water mengen is makkelijker dan in het steeds verder weg wonende bos op zoek moeten naar een bepaalde boom of kruid.
Gif spuiten. Ik zie echt geen andere oplossing meer. Maar dan laat ik het wel door een erkend bedrijf doen, met garantie. Niet door die welwillende buurman, die zijn rugspuitzakje al had meegenomen.
We kamperen de nacht in de tuin, om de kwade dampen de tijd te geven hun vernietigende werk te doen. Onze huisgekko’s zijn onbedoeld slachtoffer en vallen stuiptrekkend van muren en plafond. Het gif werkt, dat is duidelijk. Er is geen enkele mier of ander dier meer in ons huis te bekennen.
Pas na weken klinkt weer het getjiktjak van een eerste gekko. We slagen een zucht van verlichting; gelukkig, onze huisnatuur herstelt zich. Maar als een paar dagen later de kruimeldieven hun werk weer opnemen, uit ik de groeiende angst die mij met het terugkeren van onze huisfauna bekruipt.
‘Hoe lang zei die meneer van het erkende bedrijf dat hun garantie was?’
Ik kan mij niet meer goed ontspannen, mijn ogen speuren continue naar houtstofsporen, en ’s nachts schrik ik wakker van keihard krakend kauwende termietenkaken. Een doembeeld van gegarandeerd elke maand gifspuiten vult mijn dromen.
Dan komt Moeder Natuur mij op onverwachte wijze tot hulp. In een stoffig hoekje van een ijzerwarenhandel valt mijn oog op een plaatje van een gigantiese termiet op een hoekig vijfliterblik. Terminator staat er met grote letters boven. Ik lees het label en juich; een termietenbestrijdingsmiddel op natuur-basis! Gemaakt van sap uit de cashewnootschil, kan zonder enige bescherming of beperking worden toegepast. Een natuurlijk wondermiddel en mijn geestelijke redding.
Zingend kwast ik de Terminator door het hele huis. De gekko’s tjiktjakken instemmend, maar de kruimeldiefmieren pakken definitief hun boeltje.
En dan komen wij allen tot rust in een nieuw huis-ecologisch evenwicht.
Vroege Volgels.Vara