Onwankelbare liefde in oorlogstijd, een spectaculaire zoektochtINTERVIEW KNIL-piloot Guus Hagers vond in 1945 zijn Lienke terug door laag over jappenkampen te scheren terwijl hij haar naam door zijn speakers omriep. Charles den Tex en Anneloes Timmerije schreven er een roman over. Tijdens de presentatie daarvan stond plots een vrouw van 92 op.
Door: Nell Westerlaken 5 november 2014, 02:00 7
Heel even dacht Anneke van Loggem, 92 jaar, dat iemand haar levensverhaal ongevraagd te boek had gesteld. Nietsvermoedend sloeg ze deze zomer het kwartaalblad Indische Letteren op. Er dwarrelde een flyer uit over een nieuw boek: Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd.
In een fractie van een seconde was ze weer daar. In Indië. Ze was weer bij haar Ros van Loggem, die drie oorlogsjaren lang hun prille, nog niet bezegelde liefde bleef koesteren. Drieënhalf jaar nam de navigator van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) haar meisjesportret mee van basis naar basis. Toen de Japanse bezetter was verslagen, vond hij zijn geliefde terug na een zoektocht die de beste romanschrijver niet had kunnen verzinnen.
INLEGVELLETJEDe foto van een verlegen glimlachende Anneke staat nu op een bijzettafeltje. 'Het was deze foto met ditzelfde lijstje', zegt ze. Ernaast staat een portret van een knappe militair in uniform: Ros van Loggem, de man met wie ze vijftig jaar was getrouwd.
Zo kwam het dus, dankzij een eenvoudig inlegvelletje, dat Anneke van Loggem, geboren Kouwenhoven, op de 12de september van dit jaar vooraan zat in de Haagse boekhandel waar Het vergeten verhaal... werd gepresenteerd. 'Het boek gaat over de piloot Guus Hagers en zijn vrouw Lienke', zegt Anneke van Loggem. 'Ros, mijn latere man, vloog met Guus tijdens de oorlog tegen de Japanners.' Ze zag dat er 'roman' stond op het boek van het auteurs echtpaar Charles den Tex en Anneloes Timmerije, al hadden die hun werk gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Maar wat was fictie, wat waarheid? Nadat het boek ten doop was gehouden, haalde Anneke van Loggem twee langwerpige stukken stof tevoorschijn, gemaakt van de Nederlandse vlag. Verkleurd, versleten, maar zorgvuldig gestreken. 'Hier', zei ze tegen de auteurs, 'hier heb ik een stukje van de waarheid.'
Op de geïmproviseerde wimpels stond in schrijfletters: 'Is Anneke daar?', en 'Is Lienke daar?' De afzenders waren respectievelijk Ros van Loggem en Guus Hagers. 'In 1945 wierpen ze deze vaandels uit hun vliegtuig boven een Japans interneringskamp om ons op te sporen', zei Anneke tegen het verzamelde publiek in de Haagse boekhandel. Iedereen viel stil. Opeens stond niet het auteurspaar maar Anneke van Loggem-Kouwenhoven in het midden van de belangstelling.
ACHTERBLIJVERS© Io CoomanIn de rust van haar Amsterdamse ouderenwoning vertelt ze nogmaals haar verhaal, af en toe een voorwerp uit het verleden oppakkend om haar betoog te illustreren. In haar dictie laat de logopedielerares van weleer zich kennen. 'Ik zat nog op het lyceum in Bandung - mijn vader werkte als jurist in Indië - toen ik Ros leerde kennen. Hij was 26, ik 17. Mijn moeder vond mij te jong om met hem om te gaan, maar we mochten elkaar wel zien. Hij was vaak weg, maar altijd kwam hij terug om mij te verrassen.'
Na de Japanse inval in Nederlands-Indië, januari 1942, meldde Ros van Loggem zich voor het KNIL en kwam hij terecht bij de luchtmacht, bij wat later het No. 18 Netherlands East Indies Squadron zou worden.
'Op een avond ging hij naar de basis en zei: over een halfuurtje ben ik terug, hoor. Dat halfuurtje werd drieënhalf jaar.' Van Loggem moest in het laatste toestel naar Australië vertrekken, waar de rest van de Nederlandse vliegers, hun bemanningen en een groot aantal evacués uit Indië al waren gearriveerd - alleen de families van hooggeplaatste ambtenaren en militairen werden in veiligheid gesteld. De latere generaal Spoor zat in hetzelfde toestel als Ros. 'Wij, achterblijvers, wisten van niets. Er was geen enkele communicatie.'
KAMP TJIHAPITDe oorlog kreeg voor elk van de jong geliefden een ander, maar even grimmig verloop. 'Met mijn moeder en zusje werd ik geïnterneerd in kamp Tjihapit bij Bandung.' Schrale, ellendige jaren volgden, jaren van gedwongen isolement in overbevolkte kampen, van schaarste en van slopende onzekerheid. 'Niets wisten we.' Anneke van Loggem werd onder andere in de bakkerij tewerkgesteld. Op tafel in haar appartement ligt een armband van wit katoen, met geborduurde Japanse tekens. 'Ik geloof dat er 'bakkerij' staat. We moesten ze zelf borduren naar een voorbeeld dat we kregen van de Japanners.'
Een barre reis in een geblindeerde trein bracht de kampbewoners in het najaar van 1944 naar de voormalige gevangenis Struiswijk in Batavia, het huidige Jakarta. Er heerste honger, dysenterie, het ongedierte gedijde in de tropische hitte. Begin 1945 kreeg Anneke onverwacht een telegram. 'Via het Rode Kruis kwam er weleens wat post, maar daar stonden alleen voorgeschreven zinnetjes in die erop neerkwamen dat alles goed ging met de afzender.'
Een telegram was uitzonderlijk. Voorzichtig pakt ze een dun velletje papier van tafel: Darling, love you more than ever. Will always wait for you. Met Pim. He is very well. Hope to see you soon again. Love, Ros.
'Oh, wat was dat fantastisch, het eerste levensteken in jaren. Pim is mijn broer. We hebben het gevierd met het enige spekbroodje dat we hadden en met wat gula batu, kandijsuiker.' Toch had het feestje een wrange bijsmaak: het telegram was gedateerd 13 januari 1944, bijna een jaar voor de ontvangstdatum. 'Later vertelde Ros dat hij een medewerkster van het Amerikaanse Rode Kruis had gevraagd mij elke dag zo'n telegram te sturen. Er is er maar één aangekomen.'
VAANDELDe vaandels waarmee Anneke werd gevonden. De namen Anneke en Lienke zijn nog vaag te zien. © Io CoomanIn Australië ondertussen sloegen de verveling en de frustratie toe onder de Nederlandse vliegers en hun bemanningen. 'Ze raakten verbitterd, hoorde ik later van Ros. Aan het begin van de oorlog hadden ze niet eens vliegtuigen.' Het KNIL werd aanvankelijk nauwelijks serieus genomen door het Australische en het Amerikaanse opperbevel. Altijd was er iets mis met de toestellen. Toen ze eindelijk op missie konden om Japanse posities te bombarderen, loerde het gevaar dat ze te weinig brandstof hadden om veilig terug te keren. De kerosinetanks waren te klein, dat wist ook de Nederlandse legerleiding.
Half augustus 1945, toen Nederland al een bevrijde zomer had gevierd, kwam het verlossende bericht dat ook Japan had gecapituleerd. 'We bleven nog een tijdje geïnterneerd. We hoefden alleen geen buiging meer te maken voor de Japanners.' Op 4 september 1945 nam haar leven eindelijk een gelukkige wending. 'Ik stond in een bamboe badhokje toen er plotseling een bommenwerper laag overvloog. Ik kon het rood-wit-blauw op de onderkant zien en zag de mannetjes in de cockpit. Natuurlijk dacht ik: zou hij het zijn? Ik wist niet eens of Ros nog leefde.
'Een paar dagen later kwam er weer een toestel laag overvliegen. 'Hallo hallo, is Lienke hier? Hallo hallo, is Anneke hier?' Een stem uit de lucht. Er werd een voorwerp uit het vliegtuig gegooid dat net buiten het kamp terechtkwam. De kamppolitie heeft het opgehaald. Ik zag toevallig dat er 'Anneke' op stond, en de afzender: Ros, navigator. Ik was helemaal van slag.'
TROUWENEven streelt Anneke van Loggem het vaandel dat voor haar ligt, het stuk stof dat uit de lucht viel en dat meer dan een trouwring een bekrachtiging werd van hun liefde. 'Ik klom in een uitkijktoren en zag hoe een aantal vrouwen in de vorm van de letters J en A gingen staan, goed zichtbaar voor het vliegtuig.' Een aantal kampbewoonsters moest het vervolgens een tijdje zonder tandpoeder stellen: Anneke van Loggem maakte er pasta van, klom op een dak en schreef 'Hallo Ros, Anneke hier, alles okay'.
Enkele dagen later meldden zich een paar verlegen Nederlandse militairen bij de poort met een boodschap van kapitein Van Loggem: 'Zoek Anneke en zeg dat ik onmiddellijk met haar wil trouwen.' Ze glimlacht bij de herinnering. 'Dick Berlijn senior, de vader van de vorige Commandant der Strijdkrachten, zorgde er persoonlijk voor dat Lienke, ikzelf en de vrouw van de tweede piloot snel werden herenigd met onze mannen.'
Op 13 november 1945 werden Ros van Loggem en Anneke Kouwenhoven in de echt verbonden door de broer van Anneke in een bamboe kerkje even buiten Hollandia (nu Port Numbay, red.). De plechtigheid werd bezegeld met geleende ringen, Anneke droeg een geleende trouwjurk en het boeket orchideeën was door een vriend bij elkaar geplukt in de omgeving.
Toen het bruidspaar het kerkje verliet, zong een koor van Papoea-jongens Limburg, mijn dierbaar vaderland. Waarom uitgerekend dat lied, wist niemand, maar die dag klonk alles als engelengezang.
BOEK, DOCUMENTAIRE, FILM©
Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd begon voor Charles den Tex en Anneloes Timmerije drie jaar geleden met een telefoontje van filmproducer Wim Lehnhausen. Of ze een filmscript wilden schrijven van het materiaal dat hij had gekregen van documentairemaker André Eilander. Die had jarenlang onderzoek gedaan naar het 18de Netherlands East Indies Squadron. Eilander had een documentaire in de maak, maar meende dat er ook een speelfilm in zat. Den Tex en Timmerije begonnen met de roman, alvorens met het script aan de slag te gaan. Inmiddels heeft Eilander ook het verhaal van Anneke van Loggem-Kouwenhoven op film vastgelegd.
Charles den Tex en Anneloes Timmerije: Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd. Uitgeverij De Geus. 19,95euro.
Volkskrant