Stenen van de vulkaan
11 september 2014|
tekst Anne Taverne|
Al eeuwen wonen mensen met gevaar voor eigen leven aan de voet van een vulkaan, de grond is vruchtbaar en gewassen groeien er beter. Zo ook op Java in Indonesië. Op 13 februari 2014 barstte hier de Kelud uit. Voor de bewoners van Kediri een geluk bij een ongeluk. Zij gebruiken de vulkanische grondstoffen om sterke bouwmaterialen te maken.
Met Indonesische snelheden, zo’n veertig kilometer per uur, is het al gauw een stuk rijden van Kediri naar de vulkaan. De zandwegen zijn hobbelig en zitten vol met kuilen. Dat en de hoeveelheid kippen die over de weg scharrelen maakt dat het dorp niet makkelijke te bereiken is. Hoewel het dorpje niet direct aan de voet van de vulkaan ligt, hebben ze hier wel veel te maken met de Kelud vulkaan. Ze horen de vulkaan rommelen en tijdens de laatste uitbarsting bevonden de bewoners zich onder een asregen.
Voor zijn huis zit Subatin, een vader van zes kinderen. Hij heeft jaren in de bouw gewerkt. Veel gebouwen in de stad Surabaya komen van zijn hand. Toch koos hij ervoor om thuis te gaan werken. “Ik was het zat in de grote stad. Ons huis stond op instorten en daar moest iets aan gedaan worden. We hadden niet heel veel geld voor het materiaal, dus bedacht ik om zelf de stenen te gaan maken.”
De stenen maakt Subatin van materialen die rondom de Kelud vulkaan liggen. Naast de assen, die goed te gebruiken zijn, gebruikt Subatin voornamelijk de aarde die rondom de vulkaan in de rivieren ligt. Niet alleen is het prettig dat alle grondstoffen dichtbij te verkrijgen zijn, ook maakt het zijn stenen extra sterk. “Bij de gewone productie van bouwstenen en cement komt er kalk vrij, waardoor de stenen de neiging hebben af te brokkelen. Het materiaal dat vrijkomt uit de vulkaan zorgt voor een natuurlijke binding van dit kalk. Zo worden de stenen een stuk sterker en gaan ze langer mee.”
Subatin loopt naar de overkant van de straat en stopt bij een grote stapel stenen. “Deze stenen heb ik als experiment gemaakt zonder vulkanische grondstoffen.” Wrijvend over de steen verpulverd deze als het ware onder zijn vingers. “Deze stenen kun je eigenlijk niet goed gebruiken. Ze liggen hier nu een aantal maanden en eigenlijk is er al niks meer van over.” Hij wijst naar een andere stapel. “Deze stenen zijn in dezelfde periode gemaakt en zijn nog volledig hard, dankzij de vulkanische grondstoffen die ik ervoor gebruikt heb.”
In de wijk lopen veel mensen rond die thuis een bedrijfje hebben. Af en toe maken ze een praatje met elkaar of ze roken samen een sigaretje. Na een paar weken begon het buren op te vallen dat Subatin zijn eigen stenen maakte en zij raakten daar wel in geïnteresseerd. “Een buurman kwam op een gegeven moment vragen waar mijn stenen vandaan kwamen, omdat ze er sterk en goed uitzagen. Toen heb ik hem verteld dat ik dit zelf maakte met het materiaal dat van de vulkaan afkomt.”
“Zo is er eigenlijk een kleine handel ontstaan. Er kwamen steeds meer mensen langs die mijn stenen wilden kopen.” Voor zijn huis prijkt een grote stapel stenen. Een winkel vindt hij eigenlijk maar onzin. “Zo werkt het ook. Ik zet grote stapels neer, mensen lopen langs en kopen het van me. Af en toe krijg ik een grote order waar ik lang mee bezig ben.”
Subatin geeft toe dat het starten van een eigen bedrijf niet zo makkelijk was als hij nu doet blijken. “Ik krijg hulp van Semen Indonesia, een grote cementorganisatie, met het opzetten van mijn eigen bedrijfje. Zij helpen de mensen hier in de omgeving die getroffen zijn door de uitbarsting van de vulkaan. Ik krijg cement van ze en een maand geleden hebben ze me een machine gegeven, waardoor ik niet alles meer met de hand hoef te doen. Ook helpen ze me met het leren maken van mijn eigen cement. Hier wil ik in de toekomst ook grondstoffen uit de vulkaan voor gaan gebruiken.”
Het werk is zwaar. Subatin kampt de laatste tijd met veel klachten. Hij loopt krom en heeft een blessure aan zijn hand, waardoor hij niet meer zo snel is als toen hij begon. Gelukkig krijgt hij hulp van zijn zoon Daham. “Ik ben heel blij dat hij me helpt. Mijn zoon is een sterke jongen en een harde werker. Toch zou mijn bedrijf beter werken als ik meer mankracht had. Met twee personen krijg je gewoon niet genoeg gedaan.”
Zowel Subatin als Semen Indonesia zien een toekomst in het kleine bedrijfje. De verkoop loopt helaas nog niet iedere dag even goed. Hoewel er in de buurt erkenning is voor de kwaliteit van zijn producten, is het een onzekere bron van inkomsten. Op dit moment lukt het hem nog niet om verder uit te breiden. “Er zijn dagen dat er een korte rij staat, maar soms komt er ook gewoon een hele dag helemaal niemand. Dan probeer ik altijd maar gewoon een voorraad te maken.” Subatin maakt samen met zijn zoon zo’n tweehonderd stenen per dag. Volgens hem is dat flink hard werken. Zeker als je kijkt naar het lange proces van de productie.
Om te laten zien hoeveel voeten die productie in de aarde heeft, pakt hij enthousiast alle bouwmaterialen bij elkaar. De basismaterialen zijn zo compleet, dit is niet heel zwaar werk. Opvallend is dat er geen emmers gebruikt worden. Alles wordt gemengd op de grond met grote spatels. “Op de grond kun je nu eenmaal makkelijker mengen.” Naast Subatin ligt een groot ijzeren blok, een soort grote Lego-steen. “Dit blok is hol van binnen. Het is een mal waarin we ons mengsel gieten. Zo krijgt het de vorm van een baksteen. Met een houten plaat strijken we de mal af.” Nadat de steen samengeperst is en de juiste vorm heeft, draait Subatin de mal om en haalt hij de steen los. “Nu is het tijd om lang te wachten. De steen moet drogen. Belangrijk is dat hij niet in de zon ligt, want dan droogt het uit.”
Dit is voor Subatin ook het moment om even zijn rust te pakken. Zijn hand doet na een aantal stenen zeer en hij moet even zitten. “Ik zou graag de machine gebruiken die ik heb gekregen van Semen Indonesia, maar ik weet nog niet goed hoe dat werkt. Dat zou een stuk schelen in mijn blessure.” Voor nu doen Subatin en zijn zoon al het werk nog met de hand, maar ze kijken uit naar vernieuwing en meer mankracht. “Misschien had ik liever een startkapitaal gehad dan een machine, dan kon ik investeren in mijn eigen bedrijf en meer mensen aannemen.”
Subatin zit weer voor zijn huis, de schuur is afgesloten en hij steekt nog een sigaret op. “Ik ben blij met mijn handel., maar in mijn ogen zorgt het wonen bij deze actieve vulkaan niet voor alleen voordelen. Natuurlijk waardeer ik de hulp die ik heb gekregen en dat ik hierdoor mijn bedrijf op heb kunnen starten. Toch zorgt de rommelde vulkaan ook voor veel onrusten. Hoe lang kan mijn bedrijfje standhouden? Misschien ben ik over een jaar alles kwijt.” Het zijn dingen die hem en zijn buurtbewoners bezighouden. Toch blijven ze zitten waar ze zitten. “Het enige voordeel is dat ik hier iets unieks kan maken. Daarom blijf ik hier wonen. Maar een geluk bij een ongeluk zou ik het niet willen noemen.”
VersPers