Bo&Caro
De keukenjongens op Bali komen direct van het rijstveld - dan hebben ze geen praatjes
Bo&Caro gaan elke dag naar een bedrijf. Ze zijn bij aandeelhoudersvergaderingen, productpresentaties of vrijdagmiddagborrels en willen graag weten: wie is hier belangrijk? Deze hele week vanaf Bali, Indonesië.
Wat: De boel managen bij de Red Carpet Champagne Bar in Seminyak, Bali
Wie: Manager Daan van Reenen en twaalf meisjes met rode hoedjes.
Zeg maar gewoon tegen je taxichauffeur dat je naar die ene bar wil - de bar waar de meisjes rode hoedjes dragen - en hij brengt je zonder aarzeling naar de Red Carpet Champagne Bar. Zo’n uitgekiende marketingtruck kan alleen maar van een Nederlander zijn. En jawel hoor, het is het echtpaar André Idema en Esther Reijnen die de bar in Seminyak in 2010 hebben opgezet. Hoewel de meeste horecagelegenheden hier geen lang leven beschoren zijn is hun zaak binnen een paar jaar vier keer zo groot geworden en zitten ze elke avond vol.
Direct van het rijstveld
Daan van Reenen, sinds drie jaar de manager van de bar, snapt wel hoe dat kan.
“Normaal gesproken zou er in een bar als deze misschien drie man in de bediening staan, bij ons zijn het er twaalf. Dat kan gewoon want arbeidskrachten zijn hier extreem goedkoop.”
De flessen champagne die ze glimlachend om de zoveel tijd voor een toerist open trekken, kosten vele malen meer dan het minimumloon (zo’n 130 euro per maand) dat ze verdienen. Toch wil iedereen hier graag werken, zegt Van Reenen. “Toevallig heb ik deze week nog een vacature in de krant gezet, ik kreeg meteen een hele lading brieven.”
De meisjes, die in de bediening werken, worden geselecteerd op hun beheersing van Engels, op hun kennis van wijn en natuurlijk op hun glimlach. De jongens, die schoonmaken of in de keuken staan, vooral op hun dienstbaarheid. Van Reenen: “Het liefst heb ik ze direct van het rijstveld, dan hebben ze nog niet zo veel praatjes en werken ze hard.”
Nagels lakken
Toezicht op de werknemers is hard nodig. Van Reenen:
“Ik zeg niet dat het híér zo is, maar over het algemeen hebben Indo’s nogal een lakse mentaliteit. Als er geen supervisie is, laten ze de boel meteen de boel.”
Hij trekt een rood boek uit de kast. Daarin noteert hij alles wat mis gaat, en dat bespreekt hij wekelijks met de rest van het Nederlandse management. Ze bedenken manieren om het personeel gemotiveerd te houden. Eén keer per week, op een willekeurige dag, controleren ze bijvoorbeeld of de meisjes hun nagels netjes rood gelakt hebben. “Wie dat het beste heeft bijgehouden, krijgt een fooitje.”
Er komt een meisje langs met een schaal hapjes. Die worden om de twintig minuten uitgedeeld onder de bezoekers. Gratis. Zodat niemand weg hoeft om te gaan eten en lekker door kan blijven drinken. Maar niet voor Van Reenen geproefd en goedgekeurd heeft.
“Ik stuur vaak genoeg iets terug. Hebben ze de garnalen weer helemaal taai gekookt ofzo.”
Maar nu mogen de worstjes door. Het meisje glimlacht. Opgelucht.
Door Bo van Houwelingen & Caroline van Keeken op donderdag 22 januari 2015.
nrcq.nl