De oorzaken van etnisch-religieus conflict in Indonesië
01-12-2015 Door: Carline Lucassen Bron: OneWorld
INTERVIEW –
Conflicten in de naam van etnische en religieuze verschillen zijn volgens verschillende wetenschappers sterk toegenomen sinds het einde van de Koude Oorlog. Antropoloog Yustinus Tri Subagya is gefascineerd door het etnisch-religieuze geweld in zijn land Indonesië, dat met de ondergang van het Soeharto-regime eind jaren 90 sterk toenam. Wat ligt ten grondslag aan deze conflicten tussen met name christelijke en islamitische Indonesiërs? En wat zijn manieren om deze conflicten aan te pakken? Eind september promoveerde Tri Subagya aan de Radboud Universiteit. “Mijn onderzoek kan helpen om de escalaties tussen verschillende religieuze en etnische groepen te verklaren.”
Kun je uitleggen wat je precies bedoelt met ‘etnisch-religieus geweld’?
Etnisch-religieus geweld is collectief geweld dat ontstaat wanneer twee groepen zich verenigen op basis van een gedeelde etnische en/of religieuze identiteit en zich tegen elkaar keren. Etnisch-religieus geweld kan zowel fysiek als psychologisch zijn. Het kan variëren van scheldpartijen tot de vernieling van andermans bezit, van intimiderende demonstraties tot het aanvallen en zelfs doden van mensen. Etnisch-religieus geweld verergerde na de Koude Oorlog in verschillende delen van de wereld. In Indonesië escaleerde de boel toen het Soeharto-regime eind jaren 90 steeds zwakker werd. Etniciteit en religie werden vanaf dat moment door politieke elites ingezet in hun strijd om de macht. Met name religieuze sentimenten werden gemanipuleerd door elites om volgelingen te krijgen.
In je onderzoek beschrijf je etnisch-religieus conflict als een ‘latent’ conflict. Wat bedoel je daarmee?
Een latent conflict is een sociale spanning die voortkomt uit een dysfunctioneel sociaal systeem. Een latent conflict kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een langdurige strijd tussen verschillende groepen om schaarse grondstoffen of om ongelijke toegang tot politieke macht.
De voedingsbodem voor het conflict werd niet gevormd door de religies zelf, maar door de machtsongelijkheid tussen de twee religieuze groepen
Op de Molukken is het bijvoorbeeld zo dat christenen in de koloniale periode werden voorgetrokken ten opzichte van moslims. Dit leidde onder moslims natuurlijk tot een gevoel van onmacht. In de roerige jaren 90, waarin een economische crisis leidde tot massale onvrede en uiteindelijk tot de val van Soeharto, vormde deze machtsongelijkheid tussen religieuze groepen een trigger voor conflict. De voedingsbodem voor het conflict werd dus niet gevormd door de religies zelf, maar door de machtsongelijkheid tussen de twee religieuze groepen.
Je bestudeerde specifiek het etnisch-religieus geweld in Ambon en Yogyakarta. Waarom deze locaties?
Ambon en Yogyakarta verschillen sterk van elkaar, dat maakt het methodologisch interessant. Ambon is historisch gezien hoofdzakelijk een christelijke regio, maar er woont ook een behoorlijk grote groep moslims. In Yogyakarta wonen vooral moslims en er is een kleine christelijke minderheid. In Ambon is er recent veel etnisch-religieus conflict geweest, in Yogyakarta is het relatief rustig.
Lees verder bij One World