INDIË-WEIGERAARS EN VRIJHEIDSSTRIJDERS
Antoine Weijzen en Kester Freriks
Datum: Maandag 8 februari 2016 - 20:00 tot 21:45
Locatie: Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Tickets: Verkrijgbaar vanaf aanstaande woensdag
Indië-weigeraars ontmoetten geen enkel begrip en kregen zware straffen. Antoine Weijzen tekende hun verhaal op. Kester Freriks ging op zoek naar de verhalen van Indonesische betrokkenen en ooggetuigen.
DE INDIË-WEIGERAARS: VERGETEN SLACHTOFFERS
Waar de militairen die in het voormalige Nederlands-Indië oorlogsmisdaden pleegden of het plegen ervan mogelijk maakten, zich nooit voor een rechtbank hebben hoeven te verantwoorden, werden zij die dienst weigerden zwaar gestraft. De straffen liepen uiteen van een paar maanden tot zeven jaar. Hoe valt dit meten met twee maten te verklaren? De Indië-weigeraar passeerde in zijn weigering verschillende stations: selectie-officier, arts, psycholoog, psychiater, dominee of pastoor, aanklager, advocaat, rechter en gevangenisbewaarder. Vertegenwoordigers van al deze beroepsgroepen zijn eensgezind in hun mening over Indië-weigeraars: zij deugen niet en daar hoort een passende straf bij. Hoe kwamen de vertegenwoordigers van deze beroepsgroepen tot hun negatieve oordeel? De geschiedenis van de Indië-weigeraar is niet zozeer een politieke geschiedenis maar vooral een cultuurgeschiedenis.
Antoine Weijzen studeerde aan de universiteit van Leiden geschiedenis, sociologie en sociale psychologie. Na een carrière in het onderwijs als docent geschiedenis en maatschappijleer is hij sinds 2008 zelfstandig onderzoeker. Weijzen schreef het boek Indië-weigeraars. Vergeten slachtoffers van een koloniale oorlog (2015) en is onder andere bekend als de auteur van het boek De gewone man als oorlogsmisdadiger (2013).
INDONESISCHE VRIJHEIDSSTRIJDERS: EEN NIEUWE TIJD VOOR VRIJHEID
Na drie eeuwen koloniale overheersing verlangde het Indonesische volk naar vrijheid en onafhankelijkheid. Het land achtte zich perfect in staat tot een nieuwe, ongebonden toekomst. Nationalistische leiders als Soekarno, Hatta en Sjahrir bepleitten de onafhankelijkheid van Indonesië en ondervonden steun van het hele volk. Men wilde niet langer een ondergeschikte kolonie zijn maar een volwaardig en zelfstandig land. Voor de vrijheid betaalde het jonge land Indonesië in 1945 een hoge prijs. Nederland verzette zich hevig en met geweld tegen de onafhankelijkheid. Een bloedige, hevige koloniale oorlog was hiervan het gevolg. Kester Freriks ging op zoek naar de verhalen van betrokkenen en ooggetuigen van deze verwarrende en angstige tijden. Voor het eerst in de geschiedenis van de koloniale betrekkingen tussen Nederland en het voormalige Nederlands-Indië betrekt hij ook de Indonesische vrijheidsstrijders in zijn onderzoek. Hij sprak openhartig met de jongere strijders van toen, de pemuda’s. Met begrip voor hun standpunt laat hij zien dat het vrijheidsverlangen een uiterst diepgeworteld verlangen is, en vooral een oprecht gevoeld verlangen van de Indonesische bevolking.
Kester Freriks (Djakarta, 1954) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1979 debuteerde hij met de verhalencyclus Grand Hotel Lembang. Zijn roman Hölderlins toren werd bekroond met de Van der Hoogt-prijs 1982. Ook zijn biografie Geheim Indië (2000) over de Nederlands-Indische schrijfster Maria Dermoût oogstte veel lof. Sinds 1981 is hij verbonden aan de kunst- en boekenredactie van NRC Handelsblad en schrijft hij over theater, Scandinavische literatuur en Indische letteren. Vorig jaar verscheen zijn boek Echo’s van Indië. De onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen.
sg Groningen