Uber-achtige taxistrijd – op de brommer De Indonesische brommertaxi-app Go-jek groeit als kool, met steun van de president. Go-jek-chauffeurs hebben meer klanten en houden meer over. De chauffeurs van gewone taxi’s worden nerveus. Dinsdag sloeg in Jakarta de vlam in de pan.
Melle Garschagen
23 maart 2016
De oproerpolitie in Jakarta greep dinsdag in na uit de hand gelopen protesten van taxichauffeurs tegen chauffeurs van populaire apps als Go-jek.
Foto Beawiharta / Reuters Een woedende meute die inslaat op een man met een groene helm. Net zulke woeste mannen die met een stok de voorruit van een taxi tot een spinnenweb van glas bewerken. Veel geschreeuw en testosteron. Lange files. Een demonstratie van taxichauffeurs in Jakarta tegen Uber en vooral tegen de Indonesische brommertaxi-app Go-jek liep dinsdag uit de hand.
Stakende chauffeurs pakten collega’s aan die wel wilden werken. Een chauffeur die aan het werk was sloeg een aanval van stakers af door hard vooruit en achteruit op zijn belagers in te rijden.
Als de middagregens een einde hebben gemaakt aan de knokpartij staan Tito en Hairuman in Zuid-Jakarta onder een afdakje bij de Lippo Mall. Ze dragen allebei trots de groene jas van Go-jek, ook al maakt dat hen vandaag tot doelwit.
„Ik krijg beter betaald en heb het drukker”, zegt Tito. De veertiger rijdt al jarenlang met een brommertaxi en stapte in december over naar Go-jek. Hij wijst naar zijn smartphone. „Dit is het verschil.” Normale brommertaxi’s wachten meestal eindeloos op straathoeken op een passagier. Go-jek werkt met een app. Tito krijgt een berichtje op zijn telefoon als iemand in de buurt een rit wil, hem naar de winkel wil sturen voor een boodschap of naar een restaurant om eten af te halen. Tito, afkomstig uit een klein dorpje op het Javaanse platteland, wijst naar het winkelcentrum achter hem. „Nu moet ik daar weleens iets ophalen. Vroeger durfde ik bij dat soort dure winkels en restaurants niet naar binnen.” Het is een wrang gezicht: de chauffeurs van brommertaxi’s – doorgaans mannen van de straat – die verloren, verlegen en geïmponeerd ronddwalen in een dure supermarkt op zoek naar etenswaar die zij zelf nooit kunnen betalen.
Normaal kom je er niet tussenHairuman vindt Go-jek baanbrekend. De ict-student klust in deeltijd bij bij Go-jek. Hairuman denkt dat traditionele brommertaxi’s op de straathoek hem nooit zouden accepteren. „Daar mag je alleen staan als je de anderen goed kent”, zegt hij.
Wie de twee chauffeurs hoort glunderen over hun nieuwe werkgever beseft hoezeer Go-jek de status quo in Jakarta op zijn kop heeft gezet. Het bedrijf, opgezet door de dertigers Nadiem Makarim (Harvard Business School, McKinsey) en Michaelangelo Moran (Boston University, Hugo Boss) bestaat al sinds 2011 maar is het afgelopen half jaar enorm gegroeid na een kapitaalinjectie van durfinvesteerders, zoals het Amerikaanse Sequoia Capital, dat naar verluidt 20 miljoen dollar (17,8 miljoen euro) verschafte.
In een jaar tijd is de app ruim negen miljoen keer gedownload. Sinds juli is het aantal Go-jek-chauffeurs gestegen van circa 20.000 tot 210.000. Go-jeks zijn goedkoper, veiliger (ze hebben een extra helm), schoner (haarnetjes en mondkapjes) en beter geregeld (verzekering voor chauffeurs) dan normale brommertaxi’s. Een brommertaxi nemen was een noodzakelijk kwaad, op een Go-jek zitten is hip. Go-jek is ambitieus en biedt sinds kort ook massages, kappersbeurten en schoonmaakdiensten aan huis aan.
Dat is het beeld dat Go-jek graag uitstraalt. Wat de start-up niet vertelt maar wat een publiek geheim is, is dat het bedrijf grote verliezen lijdt. Chauffeurs vertellen dat Go-jek ze per rit meer betaalt dan het van passagiers krijgt. Het lijkt de strategie van Go-jek om concurrenten als het Maleisische GrabBike, Uber en traditionele taxibedrijven uit te roken voordat het de tarieven omhooggooit.
En daar worden de traditionele taxichauffeurs van beursgenoteerde bedrijven als Express en Blue Bird nerveus van. Zeker aangezien de gouverneur van Jakarta en de president van het land Go-jek steunen: zij zien ook dat de snelgroeiende middenklasse zo een handige en betaalbare manier heeft om door de spits op tijd op kantoor te komen.
Kletsen over garnaaltjesDie steun wekt angst bij taxichauffeurs. Anders dan in Europa gaat het hun niet zozeer om de bescherming van hun afgebakende wereld en jarenlange privileges. De chauffeurs zijn vaak arbeidsmigranten uit armere delen van Indonesië. Ze werken twaalf, dertien, veertien uur op een dag. Ze wonen in kleine kamertjes aan de rand van de stad en voelen de torenhoge druk om geld naar huis te sturen. Ze missen hun familie en kunnen in lange ritten naar het vliegveld verhalen vertellen over hoe lekker hun vrouw kip op Molukse wijze of garnaaltjes uit Padang maakt. Erkennen dat het avontuur in de grote stad tegenvalt, is moeilijk. Bij sommige bedrijven moeten ze zich eerst in een taxi inkopen. En dan zijn er nog de files die ieder normaal mens tot waanzin zouden drijven, maar die zij beleefd moeten ondergaan om kans te maken op een beetje fooi.
Dinsdag kwam bij een paar honderd van hen al die frustratie en angst er plotseling uit. Van het geweld zijn zij de dader, maar aan innovatie en creatieve vernietiging dreigen zij ten onder te gaan.
NRC